- Kerncentrales:
- Bestaande (of gesloten) kernenergiecentrales
- Dodewaard:
- (discussie over en realisering van) kernenergiecentrale op deze specifieke locatie
- Opwerking:
- (discussie over) opwerken van splijtstof uit kerncentrales, de contracten, plutonium-productie en gevolgen
Geheimhouding opwerkingscontracten
Er is regelmatig veel discussie in de Tweede Kamer over opwerkingscontracten van Dodewaard en Borssele. Behalve dat de contracten geheim zijn vallen de contracten ook slecht omdat dat vooruitlopen is op de BMD die immers over de toekomst van kernenergie zal gaan. Op 30 januari 1980, na maanden discussie, stelt Van Aardenne (min EZ) dat “gezien het feit dat bij dit alles het functioneren van de kernenergiecentrale te Borssele en Dodewaard in het geding is (…) dat goedkeuring van het wetsontwerp zo spoedig mogelijk zal moeten plaatsvinden.“ De Kamer blijft in eerste instantie bij haar standpunt dat de contracten waar ze over moeten besluiten dan ook openbaar moeten zijn, maar de Regering geeft niet toe. Op 24 september 1980 beslist Van Aardenne nogmaals dat hij niet tegemoet komt aan de Kamer en de contracten openbaar maakt. Ondertussen is er een contract uitgelekt tussen Zweden en Cogema. Hoewel de minister altijd heeft gezegd dat het standaard contracten zijn, zegt hij nu dat een aantal van de bepalingen (o.a. een boeteclausule bij –niet tijdig- terugnemen van afval) niet in de Nederlandse contracten staat. Ook is de hoeveelheid afval die volgens het Zweedse contract teruggestuurd wordt veel groter dan altijd beweerd door Van Aardenne.
Opwerkingscontracten goedgekeurd
Na bijna twee jaar steggelen ("Toekomst kerncentrales op het spel") besluit een Kamermeerderheid (tegen stemden: PvdA, D66, PPR, PSP, CPN; voor: CDA, VVD en DS’70, SGP, GPV en BP) de goedkeuringswetten aan te nemen zonder de onderliggende opwerkingscontracten met BNFL en Cogema in te hoeven zien. De publieke opinie spreekt van een “nederlaag voor de democratie.“ Maar onder druk van de regering en elektriciteitsbedrijven die dreigen dat anders de kerncentrales dicht moeten, gaat een kamermeerderheid toch akkoord. Overigens zijn de installaties waar de Nederlandse splijtstof opgewerkt moet worden, nog niet klaar: zowel de UP-3 in La Hague als Thorp in Sellafield zullen pas, zo verwacht men, eind jaren ’80 klaar zijn. De UP3 in La Hague blijkt in 1990 klaar, maar Thorp blijkt pas in 1994 in bedrijf te komen.
Afval terug bezorgd bij kerncentrale
Greenpeace brengt 250 gram sediment en 150 milliliter water aan land bij de kerncentrale Borssele. Het is precies het aandeel dat Borssele heeft in de monsters die Greenpeace naar boven heeft gehaald bij de opwerkingsfabriek in La Hague. Volgens de Nederlandse wetgeving is de radioactiviteit zo hoog dat het radioactief afval is. VROM weigert eerst de boot vanuit Scheveningen te laten vertrekken met het radioactief afval aan boord, maar haalt bakzeil als Greenpeace voet bij stuk houdt: het wil het terugbrengen naar de rechtmatige eigenaren; de kerncentrales. Uiteindelijk geeft VROM Covra de opdracht het afval in ontvangst te nemen en op te slaan. Opwerking staat al lang ter discussie, vooral door de radioactieve lozingen en ook omdat het onnodig is: er is geen markt voor het plutonium. Ook is volgens Greenpeace directe opslag goedkoper dan eerst opwerking en dan opslaan.