Na bijna twee jaar steggelen ("Toekomst kerncentrales op het spel") besluit een Kamermeerderheid (tegen stemden: PvdA, D66, PPR, PSP, CPN; voor: CDA, VVD en DS’70, SGP, GPV en BP) de goedkeuringswetten aan te nemen zonder de onderliggende opwerkingscontracten met BNFL en Cogema in te hoeven zien. De publieke opinie spreekt van een “nederlaag voor de democratie.“ Maar onder druk van de regering en elektriciteitsbedrijven die dreigen dat anders de kerncentrales dicht moeten, gaat een kamermeerderheid toch akkoord. Overigens zijn de installaties waar de Nederlandse splijtstof opgewerkt moet worden, nog niet klaar: zowel de UP-3 in La Hague als Thorp in Sellafield zullen pas, zo verwacht men, eind jaren ’80 klaar zijn. De UP3 in La Hague blijkt in 1990 klaar, maar Thorp blijkt pas in 1994 in bedrijf te komen.