- Kerncentrales:
- Bestaande (of gesloten) kernenergiecentrales
- Transporten:
- (gevolgen van) het vervoer van radioactief materiaal (incl. afval)
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.
Transportvergunning Dodewaard en HFR vernietigd
Door een vormfout vernietigt de Raad van State opnieuw de vergunning die minister Pronk (VROM) in december 1999 heeft afgegeven voor het transport van de splijtstof uit de in 1997 stilgelegde kerncentrale Dodewaard (naar de opwerkingsfabriek in Sellafield) en de HFR. Greenpeace die beroep had aangetekend tegen de vergunning, reageert verheugd; over de Dodewaard splijtstof zegt ze: “het lijkt erop dat de minst slechte oplossing –het afval opslaan in een bunker in Borssele- steeds dichterbij komt. Die bunker is in 2003 klaar.” Pronk reageert als de vermoorde onschuld. Hij luidt de noodklok en geeft binnen een week (op 12 juli) voor de HFR een nieuwe transportvergunning af voor het transport naar de Covra die direct van kracht gaat, omdat naar hij verwacht de reactor anders binnenkort moet sluiten wegens gebrek aan opslagruimte en de reactor volgens hem essentieel is voor de productie van medische isotopen. Milieuorganisaties reageren furieus en zeggen dat er alleen maar een commercieel belang is: bedrijven staan in de rij om die productie over te nemen. Medische isotopen die overigens ook op een alternatieve manier geproduceerd kunnen worden, zie factsheet laka.
Opwerkingsafval Dodewaard terug in Nederland
Een container met hoogradioactief afval van de gesloten kerncentrale Dodewaard is bij de Covra in Vlissingen aangekomen. Dodewaard is in 1997 stilgelegd en in 2000 is de laatste splijtstof vervoerd naar Sellafield. De gebruikte splijtstof van Dodewaard is bij Sellafield in Engeland opgewerkt (het scheiden van in theorie nog bruikbare stoffen). De hoogradioactieve en deels honderdduizenden jaren gevaarlijke splijtingsproducten zijn in glas gegoten, in stalen cilinders verpakt en worden om te beginnen honderd jaar bij Covra opgeslagen. Wat er daarna mee moet gebeuren is onduidelijk.
Volgens een woordvoerder van het RIVM is aan het oppervlak van de container een stralingsdosis van 400 microSievert per uur gemeten. Dit betekent dat een persoon die zich op de container zou bevinden binnen 2,5 uur de maximale wettelijk toegestane stralingdosis voor een jaar oploopt. De Atlantic Sprey heeft twee dagen lang doelloos op de Noordzee gevaren, omdat te veel tijd zat tussen het vertrek uit Engeland en de beoogde aankomst in Vlissingen-Oost.
Opwerkingsverdrag met Frankrijk goedgekeurd
De Tweede Kamer keurt het verdrag met Frankrijk goed die de opwerking en terugzending van kernafval regelt. EPZ -eigenaar van de kerncentrale in Borssele- heeft nog een contract met Areva voor opwerking van brandstof uit de kerncentrale tot 2015. Wat er daarna gaat gebeuren (opwerking of directe opslag) is in theorie nog onduidelijk, maar de EPZ heeft altijd gezegd voorkeur te hebben voor de zeer vervuilende opwerking (waarbij uranium en plutonium gescheiden wordt van de rest). Directe opslag is ook niet mogelijk in de huidige HABOG, het gebouw bij de COVRA voor de tijdelijke opslag van hoogradioactief afval. Nieuwbouw zou minimaal 100 miljoen kosten, volgens demissionair minister van VROM, Huizinga. Door deze goedkeuring kan het aftransporteren van gebruikte splijtstofelementen naar de opwerkingsfabriek La Hague in Frankrijk, dat sinds 2006 stilgelegen heeft, weer hervat worden. Op 7 juni 2011 vindt het eerste transport plaats, begeleid door demonstraties en gehinderd door een aantal blokkades.
Rapportage storingen in Nederlandse nucleaire installaties
In 2012 hebben zich in de Nederlandse nucleaire inrichtingen 10 ongewone gebeurtenissen voorgedaan die van belang zijn op de nucleaire veiligheid: drie daarvan bij de kerncentrale in Borssele. Bij de overige nucleaire installaties in Nederland waren zeven ongewone gebeurtenissen: 2 in de HFR, 1 in overige NRG-installaties, 1 bij Malinckrodt Medical in Petten, 1 bij de COVRA, 1 bij Urenco en 1 met een transport. Bijzonder is dat er melding wordt gemaakt van 2 zoekgeraakte radioactieve bronnen die verdwijnen tijdens transport naar of in Nederland.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire installaties in 2012. Het wordt op 9 september 2013 door het Kabinet aan de Kamer gestuurd. Het is waarschijnlijk het laatste jaarlijkse overzicht in deze vorm, want, zo staat te lezen: "Het door de overheid actief informeren van burgers maakt ontwikkelingen door. Er is meer transparantie en er wordt sneller gerapporteerd. Daarom worden sinds begin 2013 de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire bedrijven actueel op de website van de ILT geplaatst."