Provincie voor Borssele II
Een meerderheid (4 tegen 2) in de Gedeputeerde Staten van Zeeland (2 VVD, 2 CDA en 2 PvdA) gaan akkoord met de vestiging van een tweede kerncentrale in Borssele en zeggen toe planologische belemmeringen uit de weg te ruimen. Het huidige streekplan Midden-Zeeland en het bestemmingsplan van de gemeente Borsele sluiten de bouw van meer kerncentrales uit. Hiermee lijkt de uitspraak van de PS uit 1977 tegen meer kerncentrales terug gedraaid.
Inbraak bij Economische Zaken
Zonder twijfel een van de meest spraakmakende antikernenergie-acties uit de periode na Dodewaard '81, vindt plaats in de nacht van 20 op 21 juni in Den Haag. In het ministerie van Economische Zaken wordt ingebroken op de afdeling van 't Directoraat-Generaal voor Energie. Zes postzakken papier 'verhuizen', zakken vol dossiers, brieven, notulen, notities, agenda's, etc. De groep die de diefstal pleegt noemt zich 'De Wraak van Jhr. Mr. De Brauw', naar de voorzitter van de stuurgroep die de Brede Maatschappelijke Discussie organiseerde. De Brauw had zich 'teleurgesteld' uitgelaten toen bleek dat het kabinet, ondanks de duidelijke uitslag van de BMD, van plan was om kerncentrales te gaan bouwen.
Een paar dagen na de inbraak komt al de eerste onthulling: de kernenergie-lobby pleit voor deelneming in de bouw van een tweede snelle kweekreactor. Als er niet snel een positief besluit daar over genomen wordt, zal de nucleaire industrie orders mislopen voor onderzoek en bouw. Hoewel het kabinet dit voorstel liever niet in de Tweede Kamer aan de orde stelt, een meerderheid is waarschijnlijk tegen, reserveren ze al wel geld voor een onderzoeksprogramma en zetten daarmee de Kamer buitenspel.
Uit de volgende serie documenten (gepubliceerd in Bluf! 11-7) blijkt dat de minister van Economische Zaken Van Aardenne en Van Agt, de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, onderling al hebben besloten dat de nieuwe kerncentrales in Borssele en Moerdijk gebouwd zullen worden Milieudefensie eist naar aanleiding hiervan de heropening van het Kamerdebat over de bouw van nieuwe kerncentrales, omdat deze brief nog vóór dat debat is geschreven en goedgekeurd werd door Van Aardenne. CDA en VVD vinden de uitlatingen weliswaar ongelukkig, maar zien geen aanleiding in heropening van het Kamerdebat. In hetzelfde nummer van Bluf! een onthulling over een 'blanco-cheque' van Van Aardenne aan de Hoogovens-dochter Aldel: f 500.000.000,- extra steun en de garantie dat de kosten van een eventuele sluiting door de staat betaald zullen worden. Van Aardenne bijt vervolgens van zich af, door het publiceren van de gestolen stukken een 'schandelijke zaak' te noemen: “Ik meen dat de kranten er goed aan hadden gedaan als ze dat materiaal niet gepubliceerd hadden (...) Het is een aansporing om meer Watergate's in Nederland te krijgen en dan heb je mooi nieuws.“
De derde serie onthullingen (gepubliceerd 25-8) gaan over pogingen om de inspraak procedures te vermijden/versnellen met de betrekking tot de bouw van kerncentrales. Daarbij wordt het duidelijk dat de voorlichters in het rondreizend PKB-circus (Planologische Kern Beslissing) van 2 t/m 6 september, f 1500,- per avond (exclusief reis- en verblijfkosten) verdienen. Hoewel Winsemius (de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) blijk gaf van zijn ontsteltenis dat hij was gepasseerd in afspraken tussen staatssecretaris Van Amelsfoort en het Industrie en Havenschap Moerdijk over het opslaan van afval aldaar, wordt uit vertrouwelijke notities duidelijk dat hij van die afspraken wel degelijk op de hoogte was en dat zelfs een gedeelte van het geld (20 miljoen) van zijn ministerie afkomstig is.
Verder gaan er nog onthullingen over de gasprijzen-politiek, de aanbeveling om meer aardgas te exporteren omdat dat de komst van meer kerncentrales noodzakelijk maakt, en over de afspraken rond de orders voor de nieuwe centrales met Frankrijk, die bereid zouden zijn het afval uit Borssele en Dodewaard op te slaan. Die geheime contacten zijn echter door het uitstellen van de bouw in verband met Tsjernobyl (april '86) afgebroken, aldus een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken later.
Moerdijk krijgt 20 miljoen voor opslag
Terwijl het CDA in de Kamer pleit voor een “verantwoorde opslag“ heeft CDA-staatssecretaris Van Amelsvoort dan al in een vertrouwelijke brief de Commissie LOFRA (die daarvoor aangesteld is) buitenspel gezet door het Havenschap Moerdijk f 20 miljoen te bieden en te pressen akkoord te gaan met een vergunning voor de tijdelijke opslag terwijl er over milieueffecten niet gepraat wordt. De brief wordt op 21 juni bekend: Winsemius, die met de locatiekeuze bezig is voor die interim-opslag reageert erg boos omdat dat op z’n minst de indruk wekt dat de LOFRA niet serieus genomen wordt. Maar uit stukken de nacht erna ontvreemd uit het ministerie van EZ blijkt dat Winsemius wel degelijk van de brief op de hoogte was en dat een deel van het geld zelfs van z’n eigen ministerie afkomstig is! Politiek en maatschappelijk gezien is Moerdijk hierdoor wel een moeilijke keuze geworden...
"Hypotheek op de toekomst"
Twee dagen (17-18 juni) debatteert de Tweede Kamer over het voornemen van de regering minstens twee kerncentrales te bouwen. De VVD en CDA stellen als voorwaarde dat er een ‘verantwoorde oplossing’ gevonden wordt voor het kernafval en de locatie voor die tijdelijke bovengrondse opslag (wat een ‘verantwoorde oplossing’ wordt gevonden) in 1988 (als de definitieve vergunning voor de centrales verleend moet worden) bekend is. Ze gaan er van uit dat later (in de jaren 90) oplossingen voor definitieve ondergrondse opslag gevonden zullen vonden. Volgens de PvdA is daarmee “de hypotheek van de regeringspartijen op de toekomst volledig.“ Er zal een verkorte inspraakprocedure komen van drie maanden voor de vestigingsplaatsen van de kerncentrales die dan 1 november afgerond moet worden en dan kan het kabinet in februari 1986 een besluit nemen waar de centrales gebouwd gaan worden. In 1995 moeten die dan stroom gaan leveren. Uiteindelijk gaan de regeringspartijen CDA (met 3 tegenstemmende ‘dissidenten’) en VVD en klein rechts op 27 juni akkoord met de bouw van 2 kerncentrales, de linkse oppositie (PvdA, D66, PPR, PSP, EVP en CPN) stemt tegen.
PKB-avonden vol protesten
Van 2 t/m 6 september zijn er inspraakavonden voor de Planologische Kern Beslissing in de 5 mogelijke vestigingsplaatsen voor nieuwe kerncentrales. De discussie op die avonden kan niet meer gaan over de vraag óf er kerncentrales gebouwd moeten worden, maar over wat de 'meest geschikte' locatie is om ze te bouwen. Met de BMD nog vers in het geheugen wordt duidelijk dat veel mensen van dit soort inspraak niet gediend is. Bij de avonden in Heinkenszand (Borssele), Zevenbergen (Moerdijk), Noordoostpolder, Den Brielle (Maasvlakte),Uithuizen (Eemshaven) laten in totaal een paar duizend mensen hun ongenoegen blijken. In Den Brielle treedt de politie hard op; een vrouw wordt bewusteloos in een wurggreep afgevoerd en iemand wordt twee tanden uitgeslagen, hetgeen een persfotograaf doet verzuchten: “Als je op een voorlichtingsavond je mond open doet, slaan ze de tanden uit je bek.“ Vijf avonden PKB-inspraak ('een zuiver planologische discussie', wordt elke avond weer geroepen), betekend vijf avonden verzet.
Een maand later is er een terreinbezetting in Moerdijk op de mogelijke locatie voor een kerncentrale. Ruim 700 mensen doen aan de meerdaagse actie mee.
Superphenix, met Nederlands plutonium, in gebruik
De snelle kweekreactor Superphenix in Zuid-Frankrijk wordt eindelijk in gebruik genomen. Veel later en duurder dan gepland; de bouw heeft 10 jaar geduurd en heeft 20 miljard franse franc gekost (6,6 miljard gulden). De elektriciteit zal naar verwachting twee keer zo duur zijn als uit een ‘conventionele’ kerncentrale. In januari ’86 wordt de reactor op het elektriciteitsnet aangesloten, en in oktober zijn er dan al 20 noodstops gemaakt.
De discussie over eventueel militair gebruik van het in de Superphenix gekweekte plutonium woedt nog steeds, zo zijn er berichten dat het gebruikt zal gaan worden voor de neutronenbom. De officiële respons is altijd dat het materiaal valt onder de Euratom-safeguards (Frankrijk heeft het NPV nog steeds niet ondertekent). Euratom verbiedt geen militair gebruik, wel een onttrekking van materiaal aan het ‘bestemde’ gebruik. “Niets is nog bekend over de bestemming van het plutonium na gebruik in de Superphenix. Daarom is het niet mogelijk een uitspraak te doen over de vraag of het materiaal onderworpen zal zijn aan veiligheidscontrole”, antwoord minister van BuZa Van der Broek in december 1984. Maar het door Nederland geleverde materiaal voor de kern (ongeveer 240 kg plutonium, volgens de minister) valt onder Euratom controle, zegt hij. Volgens proliferatie-experts kan Frankrijk, als kernwapenstaat, elk moment onttrekken aan IAEA en Euratom controles. In april ’85 wordt in de Tweede Kamer een PvdA-motie verworpen die het zou verbieden dat plutonium van Nederlandse origine direct of indirect wordt gebruikt voor kernwapenproductie.
Al krediet KCB-II voor definitieve stemming
Een meerderheid in de Raad (12–5) van de gemeente Borsele zal zich niet verzetten tegen de komst van een tweede kerncentrale. ’s Middags voor de definitieve stemming maakt de PZEM al bekend f 10 miljoen beschikbaar te stellen als voorbereidingskrediet. In totaal zal er volgens de PZEM 80 miljoen gemoeid zijn met de gehele voorbereiding die, zo verwacht men, 3,5 jaar zal duren. De gemeenteraad gaat ook akkoord met de eventuele komst van de centrale afvalopslag.
Nog twee locaties over voor de opslag van afval
De LOFRA brengt haar eindadvies uit aan de minister van VROM: Borssele en Moerdijk zijn de twee plaatsen die in aanmerking komen als locatie voor de interim opslag van radioactief afval. Er is een lichte voorkeur voor Borssele, onder andere omdat de gemeente Klundert (waar Moerdijk onder valt) een hele rits voorwaarden stelt voordat ze akkoord wil gaan. Bij Borssele zijn er weliswaar meer procedurele moeilijkheden te verwachten, maar de commissie denkt dat die planologische bezwaren eerder te overwinnen zijn dan de bestuurlijke van Moerdijk. Men verwacht dat de bouw in 1988 kan beginnen en de totale kosten worden geschat op 450-500 miljoen gulden. Een belangrijk kritiekpunt van de milieubeweging is dat met de keuze voor deze twee de locatiekeuze procedures voor de nieuwe kerncentrales tot een farce worden gemaakt. De Gedeputeerde Staten van Zeeland is op 16 september al akkoord gegaan met de komst.
In augustus is al een locatieonafhankelijke MER door de Covra aangevraagd. Op 29 januari ('86) laat de Voorlopige Commissie MER de minister weten bepaald niet tevreden te zijn over dat rapport. Zo is die veel te optimistisch over de mogelijkheid tot eindberging, worden de stralingsbelastingniveaus bij normaal gebruik en bij storingen niet voldoende onderbouwd en ontbreekt een heldere en hanteerbare beschrijving van hoe de opslag van afval van de bestaande en nog te bouwen kerncentrales moet worden aangepakt.
Vergunning verbrandingsoven Dodewaard
De centrale in Dodewaard krijgt van het verantwoordelijke ministerie een vergunning voor de bouw en ingebruikname van een verbrandingsoven voor laagradioactief afval. Het is bedoeld voor afval dat ontstaat in de kerncentrale “alsmede afval dat t.z.t. bij de afbraak van de centrale zal ontstaan.“ De oven zal ongeveer 60 dagen per jaar in bedrijf zijn. Later blijkt dat het om een experimentele verbrandingsoven te gaan waarmee de GKN “eerst proefjes gaat doen om te kijken of de installatie wel aan de verwachtingen voldoet.“ De vergunning wordt al van kracht verklaard nog voor de bezwarentermijn afgelopen is. Er wordt beroep aangetekend tegen de vergunning, o.a. omdat een rapport van de Gezondheidsraad uit 1982 stelt dat bij storingen omvangrijke lozingen kunnen ontstaan.
Alle locaties kerncentrales ongeschikt
Binnenlands Bestuur, het ‘vakblad voor bestuurlijk Nederland’, komt met de opening dat vrijwel alle geselecteerde locaties voor kerncentrales volgens de eigen milieunormen van het Rijk ongeschikt blijken. Dat blijkt uit berekeningen die aan de hand van de methodiek en normering van het IMP (Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer) zijn gemaakt. De enige plaats waar binnen de berekende risico’s wel een kerncentrale gevestigd zou kunnen worden is de Maasvlakte, Maar ook in dat geval zijn de marges minimaal. Conform advies van de Gezondheidsraad is bij de selectie van de vestigingsplaatsen gebruik gemaakt van het systeem van de zogenaamde referentie vestigingsplaats. Bij deze methode wordt uitgegaan van een fictieve vestigingsplaats met daarbij veronderstellingen over de bevolkingsdichtheden op verschillende afstanden van de centrale. Toepassing van de recent door het kabinet vastgestelde IMP-normen leidt tot een veel scherpere selectie.