- Argumenten en twijfel:
- publieke discussie en/of twijfel over veiligheid, straling, broeikas, rampenplannen, proliferatie, aansprakelijkheid, etc. Deze inhoudelijke discussies worden maar minimaal weergegeven in deze chronologie
- Argumenten: Proliferatie:
- publieke discussie en/of twijfel over proliferatie. Deze inhoudelijke discussies worden maar minimaal weergegeven in deze chronologie
HFR mag weer opstarten
Het IAEA doet van 2 tot 8 maart onderzoek naar de veiligheidscultuur op de HFR. Op 14 maart publiceert ze de verontrustende conclusies: de directie heeft geen “duidelijk gecommuniceerde betrokkenheid bij de veiligheid“ en “de productie wordt soms belangrijker gevonden dan de veiligheid.” De IAEA concludeert dat “niet iedereen de verantwoordelijkheid voor de veiligheid even goed begrijpt“ en twijfelt aan de onafhankelijkheid van de (interne) reactorcommissie, die de veiligheid in de reactor moet bewaken. Minister Pronk neemt een aantal aandachtspunten van de IAEA over en samen met de directie van de reactor stelt hij een plan op, waarvan 8 actiepunten moeten zijn uitgevoerd voor de reactor weer kan opstarten, de andere punten moeten in de loop van het jaar genomen worden. Aan die 8 punten is niet zo moeilijk te voldoen: het gaat onder meer om het goedkeuren van het onderzoeksrapport, het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid en het trainen van personeel. Er is 1 concreet actiepunt: er moet een bordje in de controlekamer gehangen worden met daarop: ‘Veiligheid heeft zonder uitzondering de hoogste prioriteit’.
Op 22 maart mag de HFR weer opstarten. Hoewel er nog weinig veranderd is, heeft deze datum waarschijnlijk te maken met een rapport van de Inspectie van de Gezondheidszorg dat er tot 22 maart geen leveringsproblemen te verwachten zijn met medische isotopen.
HFR nu helemaal op LEU, of toch niet…?
De HFR in Petten is nu helemaal omgeschakeld naar laagverrijkt uranium. Afgelopen weken zijn de laatste splijtstofelementen met hoogverrijkt uranium in de kern vervangen. Met de conversie naar LEU is in oktober 2005 begonnen en werd in 7 stappen voltooid. De uitgewerkte laagverrijkte brandstof zal tezijnertijd opgeslagen worden in de HABOG in Borssele. Op 20 mei vertrekt vanuit de haven van Den Helder het laatste transport met 210 splijtstofelementen hoogverrijkt uranium naar de VS. Vreemd genoeg betekent dit niet dat er geen HEU meer gebruikt wordt, nog steeds gaat het om een flink aantal kilo’s per jaar, die ook in de toekomst gebruikt zullen worden voor de productie van medische isotopen. Om hoeveel het precies gaat mag en wil NRG niet zeggen “vanuit commercieel belang en daarnaast uiteraard vanuit het belang van non-proliferatie.”
Verhagen over 'verzekerde levering nucleaire brandstof'
De minister van Buitenlandse Zaken, Verhagen, heeft een brief gestuurd aan de Kamer over ‘verzekerde leverantie van nucleaire brandstof’. De Urenco-partnerlanden willen "bijdragen aan het ontwikkelen van (non-discriminatoire) back-up instrumenten voor verzekerde leverantie van nucleaire brandstof". De nadruk in de discussie ligt er "thans vooral op om geïnteresseerde afnemerlanden uitzicht te kunnen bieden op verzekerde leveranties in ruil waarvoor deze landen ertoe zouden moeten worden bewogen af te zien van eigenstandige activiteiten in de brandstofcyclus." Afzien dus van een recht dat landen volgens het Non-Proliferatie Verdrag hebben, en dat vooral om de industriële belangen te verdedigen van Urenco. Het heeft alles te maken met de problemen rond uraniumverrijking in Iran en de pogingen van Westerse staten om verrijking en opwerking weer te monopoliseren in verband met de proliferatie van technologie waarmee kernwapens geproduceerd kunnen worden.
Begin mei 2009, laat minister Verhagen de Kamer weten dat het initiatief is mislukt: "de voorwaarde" (afzien van splijtstofcyclus) "is een gepasseerd station en (…) onhaalbaar gebleken". "Veel landen", moet hij toegeven "zien een dergelijke voorwaarde als discriminerend en een onaanvaardbare aantasting van hun rechten onder het non-proliferatieverdrag."
Nederland meest repressief tegen Iraanse studenten
Van alle VN-landen neemt Nederland de meest vergaande maatregelen tegen Iraanse studenten. Vijf locaties en negen studierichtingen waar mogelijk nucleaire kennis kan worden opgedaan, zijn tot "verboden gebieden" verklaard. Het gaat om locaties met nucleaire installaties en studierichtingen binnen natuurwetenschap en techniek. Nederlanders die Iraniërs, ook degenen met een dubbele nationaliteit, toelaten of onderwijzen in de verboden gebieden, kunnen strafrechtelijk worden vervolgd. Dit geldt ook voor Nederlanders die in het buitenland onderwijs aanbieden. Begin januari was bekend geworden dat de universiteiten in Twente en Eindhoven geen studenten en medewerkers uit Iran meer toe laten. Dit naar aanleiding van een "klemmend beroep via een niet-openbare brief uit september 2007”, van de Nederlandse overheid op alle Nederlandse universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen om te voorkomen dat Iraniërs onderwijs krijgen over kernwapens. Het Nederlandse besluit is gebaseerd op resolutie 1737 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties tegen Iran, uit 2006. Staten wordt daarin gevraagd om de verspreiding van nucleaire technologie naar Iran tegen te gaan. In de resolutie staat echter geen specifieke eis om Iraniërs toegang te ontzeggen tot onderwijsinstellingen en nucleaire locaties.