- Verrijking:
- onderzoek naar en ontwikkeling van verrijking (tot 1969, daarna zie: Urenco/UCN)
Urenco mag uitbreiden tot 6200 tSW/jaar
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de definitieve beschikking verleend aan Urenco Nederland BV voor uitbreiding van de uraniumverrijkingscapaciteit naar 6.200 tSW/jaar. De naar aanleiding van de ontwerpbeschikking ingebrachte zienswijzen "hebben niet geleid tot een inhoudelijke aanpassing van de definitieve beschikking ten opzichte van de ontwerpbeschikking."
De beschikking heeft in het bijzonder betrekking op de volgende wijzigingen:
1. Vergroting van de verrijkingscapaciteit van 4.950 tSW/jaar naar 6.200 tSW/jaar.
2. Evenredige vergroting van de maximaal aanwezige hoeveelheid UF6 (feed, product en tails).
3. Uitbreiding van de verrijkingsfabriek SP5 met de hallen 8 en 9.
In juni had Verhagen al laten weten dat er ruim 2000 zienswijzen zijn ingediend tegen de voorlopige ontwerpbeschikking, al zegt Verhagen dat op een nogal omslachtige manier: "In totaal zijn 29 zienswijzen op het MER ontvangen. Van deze zienswijzen zijn er 7 uniek. De overige gelijkluidende zienswijzen zijn ondertekend door 2035 personen. De gelijkluidende zienswijzen laten zich overwegend negatief uit over de voorgenomen uitbreiding bij Urenco. Uit bestudering van deze zienswijzen is af te leiden dat dit vooral gedreven wordt doordat deze indieners tegen het gebruik van kernenergie in het algemeen zijn."
Ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2011
In 2011 hebben zich in de Nederlandse nucleaire inrichtingen 15 'meldingsplichtige' storingen voorgedaan: waarvan 8 in de kerncentrale in Borssele. Bij de overige nucleaire installaties in Nederland waren zeven ongewone gebeurtenissen: 1 in de HFR, 3 in overige NRG-installaties, 2 bij Urenco en 1 met een transport.
Het aantal wijkt niet sterk af in vergelijking met voorgaande jaren. Drie van de vijftien gebeurtenissen (alle bij de kerncentrale) waren van categorie 1 van de Internationale schaal van nucleaire gebeurtenissen (INES).
Bij de opzet van de INES schaal in 1989 was de gedachte dat deze schaal zo zou zijn opgebouwd dat zich bij een “normale” nucleaire installatie per jaar ongeveer tien INES-niveau 0 en één INES-niveau 1 gebeurtenissen kunnen voordoen. In dat opzicht vallen de drie INES-niveau 1 meldingen die in 2011 bij KCB zijn opgetreden op. "Het optreden van drie INES-niveau 1 meldingen in één kalenderjaar heeft de aandacht van de KFD, maar er is nog geen aanleiding om van een trend in de verkeerde richting te spreken." schrijft de KFD.
Wat nieuw is in dit overzicht is dat er een aantal keren vermeld wordt dat een gebeurtenis weliswaar niet meldingsplichtig is, maar "gezien de aard van het voorval wel van belang wordt geacht voor deze rapportage." Maar het is toch een rapportage van "ongewone gebeurtenissen", en niet van "ongewone meldingsplichtige gebeurtenissen". In elk geval moet geconstateerd worden dat de meldingsplicht onvoldoende of achterhaald is.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire installaties in 2011. Het wordt pas op 27 februari 2013 (!) door het Kabinet aan de Kamer gestuurd.
Rapportage storingen in Nederlandse nucleaire installaties
In 2012 hebben zich in de Nederlandse nucleaire inrichtingen 10 ongewone gebeurtenissen voorgedaan die van belang zijn op de nucleaire veiligheid: drie daarvan bij de kerncentrale in Borssele. Bij de overige nucleaire installaties in Nederland waren zeven ongewone gebeurtenissen: 2 in de HFR, 1 in overige NRG-installaties, 1 bij Malinckrodt Medical in Petten, 1 bij de COVRA, 1 bij Urenco en 1 met een transport. Bijzonder is dat er melding wordt gemaakt van 2 zoekgeraakte radioactieve bronnen die verdwijnen tijdens transport naar of in Nederland.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire installaties in 2012. Het wordt op 9 september 2013 door het Kabinet aan de Kamer gestuurd. Het is waarschijnlijk het laatste jaarlijkse overzicht in deze vorm, want, zo staat te lezen: "Het door de overheid actief informeren van burgers maakt ontwikkelingen door. Er is meer transparantie en er wordt sneller gerapporteerd. Daarom worden sinds begin 2013 de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire bedrijven actueel op de website van de ILT geplaatst."
Nederland wil Urenco-deel verkopen
Er waren al langer geruchten, maar nu blijkt uit een brief van minister van Financiën Dijsselbloem dat ook Nederland haar deel van Urenco wil verkopen. De brief staat vol met voorwaardes waaraan de verkoop moet voldoen, vooral de "borging van de publieke belangen". De minister zegt het zelf al: "Wel betekent een verkoop van een meerderheid van de huidige overheidsaandelen dat de controle over URENCO verdwijnt die het huidige overheidsaandeelhouderschap met zich brengt." Maar daarom, staat in de brief, zal er "een instrumentarium moeten komen dat het mogelijk maakt de publieke belangen, die nu middels meerderheid van de aandelen in overheidshanden geborgd worden, op een andere wijze te borgen."
Afgezien van een korte periode in de jaren '90 heeft Nederland altijd besloten 100% aandeelhouder te blijven van hun deel (met de fabriek in Almelo). Maar, zo blijkt uit de brief, nu het Verenigd Koninkrijk haar deel van Urenco wil privatiseren heeft het voor Nederland geen zin meer haar minderheidsaandeel te houden.
Er is echter veel weerstand in de Tweede Kamer tegen de verkoop waardoor verdere stappen vertraagd worden. Op 5 december vindt er een ronde tafel zitting plaats in het parlement met experts en belanghebbenden. Hier wordt een nieuwe optie te berde gebracht: niet verkopen maar bijkopen om een meerderheidsbelang te krijgen en op die manier de publieke en strategische belangen waarborgen.
Urenco is eigendom van Nederland, Verenigd Koninkrijk en twee Duitse bedrijven Eon en RWE en heeft uraniumverrijkingsfabrieken in Gronau, Capenhurst en Almelo.
Ongewone gebeurtenissen in nucleaire inrichtingen 2013
In 2013 hebben in de Nederlandse nucleaire installaties zestien meldingsplichtige ongewone gebeurtenissen plaatsgevonden. Vier gebeurtenissen vonden plaats bij de kernenergiecentrale in Borssele en twaalf gebeurtenissen bij de overige Nederlandse nucleaire installaties.
Drie van de zestien gebeurtenissen zijn qua nucleaire veiligheid van zodanig belang dat ze zijn ingeschaald op INES-niveau 2. Het zijn gebeurtenissen waarbij een significant falen van veiligheidsmaatregelen aan de orde is zonder dat dit tot daadwerkelijke consequenties voor mens of omgeving heeft geleid. De drie INES-niveau 2 gebeurtenissen vonden plaats bij NRG in Petten. Daarnaast zijn vier gebeurtenissen ingeschaald op INES-niveau 1. Dit zijn kleine problemen met veiligheidrelevante apparatuur waarbij de veiligheid niet in het geding is geweest omdat nog voldoende veiligheidsbarrières (defence in depth) in tact waren. Eén van deze gebeurtenissen vond plaats bij de kernenergiecentrale Borssele en drie bij de Hoge Flux Reactor in Petten. De overige gebeurtenissen zijn, qua nucleaire veiligheid, van minder belang en vallen beneden de INES-schaal (INES-niveau 0).
Dit blijkt uit de "Rapportage ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2013" dat op 8 juli 2014 gepubliceerd is door de Kernfysische Dienst.