- Dodewaard:
- (discussie over en realisering van) kernenergiecentrale op deze specifieke locatie
- Transporten:
- (gevolgen van) het vervoer van radioactief materiaal (incl. afval)
Transporten Noordzee risicovol
Greenpeace publiceert een rapport waaruit blijkt dat de transporten met kernbrandstof (o.a. die uit Dodewaard) over het Kanaal naar de opwerkingsfabriek in Sellafield zeer risicovol zijn. Volgens het rapport gaan die transporten soms mee met gewone veerboten die daarvoor geen speciale voorzieningen of gespecialiseerd personeel hebben. Ook worden door de havenautoriteiten de brandweer en politie niet gewaarschuwd.
Dodewaard-transport staat klaar
De FNV krijgt van de milieuminister (Alders) te horen dat een bij de KEMA gereed staand transport met kernbrandstof bestemd voor Sellafield uitgesteld zal worden. Het transport met kernbrandstof uit Dodewaard zal, zo is de bedoeling per trein naar Duinkerken gaan en vandaar per boot naar de opwerkingsfabriek in Sellafield. Omdat er echter steeds meer kritiek op de gevaren van die transporten komt, wil de minister eerst onderzoeken of het niet mogelijk is dat de overtocht gaat met een speciaal voor dat doel beveiligd schip. De FNV heeft gedreigd het transport te gaan boycotten. Op 9 december geeft minister Alders toestemming de transporten te hervatten; hij ziet geen aanleiding te transporten te verbieden.
Transport via België opnieuw uitgesteld
Na voor de vierde keer te zijn uitgesteld, stelt de Belgische minister van Binnenlandse Zaken Tobback, nu dat de transporten met hoogradioactief afval van Dodewaard naar de opwerkingsfabriek in Engeland, in het vervolg maar per trein moeten. De transporten gaan, zeer tot ongenoegen van de Belgische autoriteiten (en milieubeweging) over de weg via België naar Frankrijk. Ze worden steeds uitgesteld omdat de datum bekend gemaakt wordt en daardoor niet meer de veiligheid gegarandeerd kan worden. Burgemeesters zijn boos omdat zij van te voren niet op de hoogte worden gebracht van de datum en dus geen maatregelen kunnen nemen.
Opwerkingstransporten verboden door besmettingen
Nadat in eerste instantie minister De Boer (VROM) ontkent dat er ook sprake is van verhoogde straling op transportcontainers afkomstig uit Nederland, blijkt toch het tegendeel. Vervolgens verbiedt ze alle transporten met Nederlands kernafval naar de opwerkingsfabrieken in Sellafield en La Hague, totdat maatregelen zijn getroffen om de transporten beter te controleren. Uit onderzoek blijkt dat in 1993 bij 1 container uit Borssele en in 1995 bij 2 containers uit Dodewaard een verhoging boven de toelaatbare norm is geconstateerd. Volgens de minister hebben Dodewaard en Borssele haar onvoldoende geïnformeerd over de besmettingen en ze vindt dat een “ernstig gebrek.“ Als de minister de kerncentrales verplicht een lijst op te stellen van de incidenten, blijkt dat er in Borssele maar liefst 10 keer een besmetting heeft plaats gevonden in de afgelopen 10 jaar. Er komt een plicht voor de exploitanten om metingen boven de wettelijk toegestane norm te melden en de nieuwe VROM-minister Pronk staat eind december de transporten weer toe.
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.
Transportvergunning Dodewaard en HFR vernietigd
Door een vormfout vernietigt de Raad van State opnieuw de vergunning die minister Pronk (VROM) in december 1999 heeft afgegeven voor het transport van de splijtstof uit de in 1997 stilgelegde kerncentrale Dodewaard (naar de opwerkingsfabriek in Sellafield) en de HFR. Greenpeace die beroep had aangetekend tegen de vergunning, reageert verheugd; over de Dodewaard splijtstof zegt ze: “het lijkt erop dat de minst slechte oplossing –het afval opslaan in een bunker in Borssele- steeds dichterbij komt. Die bunker is in 2003 klaar.” Pronk reageert als de vermoorde onschuld. Hij luidt de noodklok en geeft binnen een week (op 12 juli) voor de HFR een nieuwe transportvergunning af voor het transport naar de Covra die direct van kracht gaat, omdat naar hij verwacht de reactor anders binnenkort moet sluiten wegens gebrek aan opslagruimte en de reactor volgens hem essentieel is voor de productie van medische isotopen. Milieuorganisaties reageren furieus en zeggen dat er alleen maar een commercieel belang is: bedrijven staan in de rij om die productie over te nemen. Medische isotopen die overigens ook op een alternatieve manier geproduceerd kunnen worden, zie factsheet laka.
Na 4 jaar weer transport Dodewaard
De kerncentrale in Dodewaard krijgt een nieuwe transportvergunning om de brandstof uit de stilgelegde centrale te vervoeren naar de opwerkingsfabriek in Sellafield. Via een kort geding van GKN/BNFL op 30 november wordt van WISE en Greenpeace geëist dat ze geen acties gaan ondernemen of anderen oproepen dat te gaan doen. Een nieuwe trend om te proberen bij voorbaat acties te laten verbieden. De kort geding rechter oordeelt dat acties mogen, maar doet die uitspraak pas de middag van 14 december, als het eerste transport, gehinderd door een blokkade van GroenFront, inmiddels Vlissingen heeft bereikt.
Alle brandstof uit Dodewaard
Het 19de en laatste transport met splijtstof wordt van Dodewaard via Vlissingen-Oost naar de opwerkingsfabriek in Sellafield vervoerd. “Het einde van een tijdperk,” volgens de voorlichtster van de centrale. Hiermee is een belangrijke fase in de ontmanteling van de centrale afgesloten. Gebouwen op het terrein zullen gesloopt worden, het reactorgebouw zelf zal afgesloten worden en vanaf 2045 zal de ontmanteling beginnen, zo is de bedoeling.
Opwerkingsafval Dodewaard terug in Nederland
Een container met hoogradioactief afval van de gesloten kerncentrale Dodewaard is bij de Covra in Vlissingen aangekomen. Dodewaard is in 1997 stilgelegd en in 2000 is de laatste splijtstof vervoerd naar Sellafield. De gebruikte splijtstof van Dodewaard is bij Sellafield in Engeland opgewerkt (het scheiden van in theorie nog bruikbare stoffen). De hoogradioactieve en deels honderdduizenden jaren gevaarlijke splijtingsproducten zijn in glas gegoten, in stalen cilinders verpakt en worden om te beginnen honderd jaar bij Covra opgeslagen. Wat er daarna mee moet gebeuren is onduidelijk.
Volgens een woordvoerder van het RIVM is aan het oppervlak van de container een stralingsdosis van 400 microSievert per uur gemeten. Dit betekent dat een persoon die zich op de container zou bevinden binnen 2,5 uur de maximale wettelijk toegestane stralingdosis voor een jaar oploopt. De Atlantic Sprey heeft twee dagen lang doelloos op de Noordzee gevaren, omdat te veel tijd zat tussen het vertrek uit Engeland en de beoogde aankomst in Vlissingen-Oost.