- COVRA:
- Organisatie (ook wanneer er nog geen locatie is) die verantwoordelijk is voor de centrale opslag van al het in Nederland geproduceerde radioactief afval
Opwerkingcontract Dodewaard verlengd
Wijers (Min. EZ) stuurt een door de ECN geschreven rapport en notitie over opwerking naar de Kamer. Hij stelt daarin dat doorgaan met opwerken de beste optie is, of eigenlijk: dat de regering geen zwaarwegende redenen ziet met opwerking te stoppen. Achterliggende reden is dat men ooit voor opwerking heeft gekozen (nou ja, de eigenaars van de centrales). Die contracten lopen door en gaat men over op directe opslag, dan heeft men een ander soort gebouw nodig dan men aan het bouwen is (HABOG). Zo stelt de minister Wijers: “Wijziging van beleid heeft ook consequenties voor Covra. Er moet een nieuw ontwerp voor een opslaggebouw gemaakt worden, want de huidige locatie is niet geschikt.“ Wijers zegt dat het zijn bedoeling is in te stemmen met het vergroten van het contract tussen GKN en BNFL, zodat het laatste restant brandstof van Dodewaard daar onder valt. De TU Eindhoven heeft veel commentaar op het ECN-rapport. Weer volgen er in februari/maart 1998 verhitte discussies in de Kamer, maar er verandert niets.
Rapportage storingen kerncentrales 1997
In 1997 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 24 storingen voorgedaan: 15 in Borssele, 9 in Dodewaard. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN en Covra (beide 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1997 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1998.
Bouwvergunning voor Covra
Veel later dan gepland, ondertekent minister Wijers (EZ) eindelijk de bouwvergunning voor de HABOG, de opslagbunker voor hoogradioactief afval bij de Covra. De vergunning is het jaar daarvoor wegens vormfouten nog vernietigd door de Raad van State. De Covra reageert zeer opgelucht. De HABOG zou al veel eerder klaar zijn, maar de laatste jaren werd uitgegaan van 2001 omdat dan de opwerkingsfabriek in La Hague zegt het afval terug te sturen. De bunker is niet eerder dan 2003 klaar, dus zal gevraagd moeten worden of de opwerkingsfabrieken (naast La Hague ook Sellafield) het afval later terug willen sturen. Het officiële bouwbegin wordt juni 1999 gevierd, maar is dan feitelijk allang begonnen. De bunker wordt 75 meter lang, 45 breed en 20 hoog en gaat 241 miljoen gulden kosten.
Geen afval? Covra dreigt met schadeclaim
De Covra dreigt nu met een schadeclaim als HFR toch besluit de gebruikte splijtstof terug naar de VS te sturen en niet bij de Covra op te slaan. De Covra zegt daardoor veel geld (“een miljoenenschade“) mis te lopen. Het gaat om hoogradioactief afval dat tijdelijk in transportcontainers opgeslagen moet worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval. De Covra is bezig met de bouw van de HABOG, het opslaggebouw voor hoogradioactief afval, maar die is zeker niet op tijd klaar. HFR zit met het afval in de maag, maar de eigenaar Euratom zegt in januari een besluit te gaan nemen over conversie naar laagverrijkt uranium. Als dat zo is lijkt opslag bij de Covra van de baan.
Vergunning voor hoogactief radioactiefafval bij Covra
De Raad van State beslist dat hoogradioactief afval uit de HFR tijdelijk opgeslagen mag worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval bij de Covra. De Raad van State vindt dat de klagers, w.o. Greenpeace, onvoldoende aan hebben kunnen tonen dat de opslag niet kan.
Greenpeace wees er op dat de MTR-2 containers die gebruikt gaan worden, niet in de VS gecertificeerd zijn. De 400 splijtstofelementen zullen in fases van Petten naar Vlissingen-Oost vervoerd gaan worden. Wanneer Greenpeace in beroep gaat tegen de transportvergunning zegt de landsadvocaat op de zitting eind april dat conversie naar laagverrijkt uranium niets meer uit zal maken: het afval moet hier in Nederland opgeslagen worden. Ook Europa (Euratom) wil dat het afval hier blijft: het heeft namelijk een contract met de Covra afgesloten ter waarde van 90 miljoen gulden. En Covra heeft al met een schadeclaim gedreigd. Minister Pronk stelt het afgeven van de transport-vergunning uit tot oktober, maar zegt dat de HFR in elk geval niet gesloten zal worden, hoewel hij eerder verklaard heeft dat de reactor in juli echt gesloten wordt als er dan geen oplossing is. Hij geeft toestemming splijtstofelementen tijdelijk op te slaan in transportcontainers in het HFR-gebouw. Drie-kwart van de Zeeuwen is tegen de opslag.
HFR schakelt om: afval kan naar de VS
Uit een brief van de EU (onder druk van Greenpeace openbaar gemaakt) blijkt dat de Verenigde Staten bereid zijn 800 splijtstofelementen naar de VS te vervoeren en daar op te slaan. Daardoor lijkt de opslag bij de Covra in het gebouw voor laag- en middelactief afval overbodig. Er is dan ruimte om te wachten op het gereed komen van het HABOG, het gebouw voor hoogradioactief afval. Het vervoer naar de VS is mogelijk omdat Euratom heeft laten weten de HFR gereed te maken voor het gebruik van laagverrijkt uranium, een eis van de Verenigde Staten van Amerika.
Rapportage storingen kerncentrales 1999
In 1999 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 14 storingen voorgedaan: 8 in Borssele, 1 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 5 storingen geweest bij de HFR, Covra en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1999 van de Kernfysische Dienst publiceert op 18 juli 2000.
Transportvergunning Dodewaard en HFR vernietigd
Door een vormfout vernietigt de Raad van State opnieuw de vergunning die minister Pronk (VROM) in december 1999 heeft afgegeven voor het transport van de splijtstof uit de in 1997 stilgelegde kerncentrale Dodewaard (naar de opwerkingsfabriek in Sellafield) en de HFR. Greenpeace die beroep had aangetekend tegen de vergunning, reageert verheugd; over de Dodewaard splijtstof zegt ze: “het lijkt erop dat de minst slechte oplossing –het afval opslaan in een bunker in Borssele- steeds dichterbij komt. Die bunker is in 2003 klaar.” Pronk reageert als de vermoorde onschuld. Hij luidt de noodklok en geeft binnen een week (op 12 juli) voor de HFR een nieuwe transportvergunning af voor het transport naar de Covra die direct van kracht gaat, omdat naar hij verwacht de reactor anders binnenkort moet sluiten wegens gebrek aan opslagruimte en de reactor volgens hem essentieel is voor de productie van medische isotopen. Milieuorganisaties reageren furieus en zeggen dat er alleen maar een commercieel belang is: bedrijven staan in de rij om die productie over te nemen. Medische isotopen die overigens ook op een alternatieve manier geproduceerd kunnen worden, zie factsheet laka.
Toch transport HFR naar Covra
Nadat in augustus de Raad van State besluit dat de in allerijl afgegeven vergunning geldig is, maakt NRG begin september bekend dat op 20 september het eerste transport naar de Covra plaats zal vinden van HFR-brandstof. Het Amerikaanse Nuclear Control Institute wijst op het feit dat in september een schip met nucleair afval van Europa naar de Verenigde Staten vertrekt waar het Nederlandse afval op had kunnen zitten. Maar de NRG zegt dat praktische problemen dat onmogelijk maken, bijvoorbeeld dat de transportcontainers niet in de VS gecertificeerd zijn (iets wat ze overigens al jaren weten). De directeur van NRG, Versteegh, laat later weten dat de belangrijkste redenen de kosten zijn: door de contracten met de Covra moet ook als het afval naar de VS gaat, de Covra betaald worden.
Zo’n 25 activisten (voornamelijk van de SP) proberen op 20 september op de snelweg bij Rilland (Zeeland) het transport te blokkeren. Maar de enorme overkill aan politie sluit de groep demonstranten op de parkeerplaats naast de snelweg in, op het moment dat het transport in de buurt komt. Tot begin november volgen nog 3 transporten.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2000
In 2000 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 23 storingen voorgedaan: 12 in Borssele, 4 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 7 storingen geweest bij de ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2000 dat de Kernfysische Dienst publiceert op 12 juni 2001.