- Internationale projecten:
- Nederland als deelnemer in internationale kernenergieobjecten (voor verdragen etc. zie: Buitenlands beleid)
- Sluiting:
- (discussie over) sluiting(-sdatum) van een specifieke installatie of opheffing van een organisatie
JEEP gesloten, plutonium naar Petten
De gezamenlijke Noors-Nederlandse JEEP(-1) reactor in Kjeller wordt stilgelegd. Er is ook een JEEP-2 maar dat is geen gezamenlijke Noors-Nederlandse reactor meer. De laatste splijtstofstaven met het ‘Nederlands’ uranium worden in de loop van het jaar uit de reactor verwijderd en zullen worden opgewerkt. Het in JEEP ontstane plutonium zal gelijkelijk verdeeld worden tussen RCN en de Noorse partner. In de eerste helft van het jaar is al “een eerste hoeveelheid“ plutonium in Petten aangekomen. In totaal zou het gaan om “enige honderden grammen“ plutonium.
Nederland verlaat Eurochemic
De Regering laat weten "eenzijdig afstand te doen van haar rechten als aandeelhoudster van Eurochemic" (die ze in 1957 is aangegaan). De opwerkingsfabriek is in 1974 stilgelegd. Op 5 juli wordt dat aanvaard door de vergadering van aandeelhouders en verlaat Nederland het zinkende Eurochemic schip dat in juli 1982 de fase van liquidatie ingaat. Hoeveel het Eurochemic-avontuur Nederland in totaal heeft gekost is onbekend, maar in 1969 was dat al f 12 miljoen. Dodewaard heeft er 8 ton brandstof laten opwerken, goed voor 50 kilo plutonium en ook brandstof uit test-reactoren is er opgewerkt. Doordat Nederland nu (al) Eurochemic verlaat, is er geen verplichting mee te betalen aan de ontmanteling en ook het radioactief afval blijft in België achter.
Stork sluit natriumproject
De 50Mwth vloeibaar natrium-installatie bij Stork in Hengelo wordt gesloten. De installatie is vanaf 1969 in bedrijf en test de natrium-koeling zoals die in de kweekreactor in Kalkar moet gaan functioneren. Tot 1979 heeft er onderzoek plaatsgevonden, daarna heeft er “tot 1982 zogenaamd minimum bedrijf plaatsgevonden.“ De bouwkosten waren fl. 50 miljoen, maar de exploitatiekosten bedragen ook nog eens fl. 50 miljoen, en dan is er nog het natrium-vervolg-programma geweest waarvan de kosten fl. 55 miljoen bedroegen. Eind 1981 is al door EZ besloten het 50Mw circuit te ontmantelen, maar er is “toentertijd evenwel verzuimd hieromtrent overleg te voeren“ met de partners. In januari 1983 blijkt nog weer eens dat de industrie “geen enkele interesse“ heeft in het circuit: “O.i. rest ons dan niets anders dan afronden, dan de reiniging en de sloop”, schrijft de directeur-generaal aan de minister.
Definitief einde Kalkar
De Duitse regering laat een persbericht uitgaan met als kop: “Brueterprojekt SNR-300 wird nicht weitergefuehrt.“ Het is het officiële einde van kweekreactor in Kalkar waarvan de bouw al enige jaren afgerond is, maar de laatste vergunningen bleven maar uit. De Duitse regering heeft “de Belgische en Nederlandse partners gevraagd dit besluit te gedogen en wel onder afzien van welke wederzijdse claims tot compensatie dan ook.“ Hoewel de Belgische regering grote woorden spreekt en een “miljarden-schadevergoeding“ eist (in Belgische Franken koste Kalkar 147 miljard), stelt een nota van de hoogste ambtenaar in juli dat het krijgen van schadevergoeding welhaast een ‘mission impossible’ is: men moet namelijk bewijzen dat de deelstaat Noordrijn-Westfalen misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheden. Maar er is ook niet de indruk dat men de verstandhouding onder druk wil zetten. Nederland laat wel meteen weten in ieder geval geen geld te betalen voor de ontmanteling van de reactor.
Er circuleren de volgende jaren veel plannen wat te doen met de ruïne: opslagplaats voor kernnafval, ombouw tot conventionele centrale of afbreken en weer weiland van maken? Of toch gewoon het hele terrein zoals het is verkopen?
Er is nog veel gedoe wat te doen met het plutonium (het is eigendom van de SBK, dus Nederland krijgt haar deel –gelukkig, vindt iedereen- niet terug), maar uiteindelijk wordt dat in Hanau (Duitsland) opgeslagen en in 2004 naar La Hague (Fr.) vervoerd als de plutonium-opslag gesloten wordt.
Superphenix definitief stilgelegd
Nadat in 1988 al een discussie is gevoerd of de reactor niet beter voorgoed stilgelegd zou kunnen worden, maar toch in april 1989 (na twee jaar stil gelegen te hebben) weer opgestart is, wordt nu definitief besloten de Superphenix in het Zuid-Franse Malville te ontmantelen. In juni ‘92, als de reactor al weer sinds juli 1990 stil ligt, wordt een vertrouwelijk rapport bekend van het Directoraat van de Veiligheid van Nucleaire Installaties, waarin staat dat ze het onmogelijk acht de reactor “conform de strikte veiligheidsregels“ weer in bedrijf te nemen. De reactor die in 1985 in bedrijf ging heeft dan precies 174 dagen op vol vermogen gedraaid. In september ’94 wordt Superphenix als onderzoeksreactor en als plutonium-verbrander in plaats van –kweker, weer opgestart. Op 19 juni 1998 beslist het nieuwe Franse kabinet tot definitieve stillegging in plaats van zoals gepland in 2020. Begin 1998 wordt dat beleidsvoornemen bevestigd. De reactor heeft dan in totaal het equivalent van 278 dagen op vol vermogen gedraaid in die 12 jaar! De kosten van ontmanteling worden in 2004 op 880 miljoen euro geraamd. Daar komt dan nog 580 miljoen euro bij voor “post-operational costs.“
In totaal is er ruim 486 kilo Nederlands plutonium (43,2 kg van GKN en 443,1 kg van PZEM –dus veel meer dan de in december 1984 genoemde 240 kg) naar toe gegaan.
Nederland (in de vorm van de SEP) heeft DM 28,9 miljoen (ruim 30 miljoen gulden) voor investeringskosten betaald, en tussen 1986 en 1990 per jaar FF 54,5 miljoen (18 miljoen gulden) voor exploitatie en rentelasten (1,7%). In de periode 1990-1997 zal ongeveer een zelfde bedrag per jaar uitgegeven zijn, maar ontbreken cijfers.