- JENER:
- Joint Establishment for Nuclear Energy Research; de samenwerking met Noorwegen in de jaren ’50, de gezamenlijke testreactor JEEP (Joint Establishment Experimental Pile), en de nasleep
Advies voor internationale samenwerking
In de vergadering van de Raad van Bestuur van FOM brengt de Commissie Sizoo verslag uit en vindt dat Nederland, om niet achterop te raken, mee moet doen met kernfysica en de bouw van een ‘pile’. Citaat: “Hebben wij, die als deskundigen op natuurkundig gebied, weten welke mogelijkheden er voor de toekomstige Nederlandse levensstandaard op atoomkernphysisch gebied eventueel liggen, het recht deze gegevens te onthouden aan de niet deskundige regering en volk?” De middelen voor verder onderzoek zijn voldoende aanwezig: van de 5 miljoen gulden jaarlijks voor ZWO (Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek), waar FOM onder valt, gaat zeker 40% naar kernfysica.
Ondanks de aanbeveling van Sizoo besluit FOM dat de bouw van een kernreactor door Nederland voorlopig niet aan de orde is: de kosten zijn simpelweg te groot voor een klein land. Samenwerking met andere ‘kleine’ landen ligt meer op de weg en tijdens de besprekingen wordt meegedeeld dat Noorwegen de bouw van een eigen ‘pile’ overweegt.
FOM: Europees centrum in Nederland
Officiële opening van de cyclotron bij het IKO in Amsterdam. FOM organiseert ter ere daarvan een internationaal congres over samenwerking bij bouw van kernreactoren en andere grote nucleaire installaties. FOM stelt voor een gemeenschappelijk Europees onderzoekscentrum voor kernenergie in Nederland bouwen. Jammer genoeg blijkt Noorwegen afwezig te zijn en Kramers (voorzitter FOM) besluit op bezoek te gaan omdat men daar, zo heeft men vernomen, bezig is met de ontwikkeling van een eigen reactor.
Samenwerking met Noorwegen
H.A. Kramers is op bezoek in Noorwegen, dat al veel verder blijkt te zijn dan verwacht bij nucleair onderzoek: er is zelfs al een reactor in aanbouw in Kjeller. Groot probleem voor Noorwegen is dat ze geen uranium hebben, groot voordeel is dat ze beschikken over zwaarwater. Samenwerking ligt daarom ook voor de hand.
Bij Randers (de directeur van het Noorse IFA, het in 1948 opgerichte Noorse Instituut voor Atoomenergie) thuis worden de hoofdlijnen opgesteld voor een overeenkomst tussen FOM en IFA, die voorziet in de oprichting van een Joint Establishment for Nuclear Energy Research (JENER).
Concept-overeenkomst samenwerking
FOM-wetenschappers stellen een concept-overeenkomst op voor de samenwerking met Noorwegen bij de bouw van een testreactor en fundamenteel kernenergie onderzoek. Nederland belooft 6 ton uraniumoxide en draagt bij aan de kosten. Noorwegen is ook nog in onderhandeling met de Fransen, maar in mei loopt die spaak.
Noors-Nederlandse samenwerking feit
Nadat Noorwegen al had ondertekend doet de Nederlandse delegatie dat nu ook en daarmee is de nucleaire onderzoekssamenwerking tussen Noorwegen en Nederland een feit. Men besluit de samenwerking JENER te noemen: Joint Establishment for Nuclear Energy Research. De financiële bijdrage van Nederland voor 1951-1952 wordt geschat op f 350.000 die al grotendeels op is aan het omzetten van het uraniumoxide.
Met dit samenwerkingsverdrag zijn Nederland en Noorwegen in één klap niet alleen vergelijkbare landen zoals België en Zweden voorbijgestreefd, maar ook Frankrijk, dat vóór de tweede wereldoorlog helemaal vooraan had gelegen in fundamenteel kernfysisch onderzoek.
Noors-Nederlandse reactor kritisch
In Kjeller, Noorwegen, wordt de JEEP-reactor (Joint Establishment Experimental Pile) met een vermogen van 250kW van het JENER voor het eerst kritisch. Buiten de landen met militaire nucleaire programma’s is dit waarschijnlijk de eerste kernreactor (Canada, dat al in september 1945 de experimenteel ZEEP-reactor opende, was betrokken bij het Manhattan project). Nederland ruilt 6 ton uraniumoxide (103 vaten worden naar Engeland gestuurd) voor metallisch uranium met Engeland, en betaalt 50.000 gulden per ton bij. Pas hiermee wordt de aanwezigheid van het uranium in bredere kring bekend. Het metallisch uranium wordt gebruikt als splijtstof en Noorwegen zorgt voor het zwaarwater. Het grafiet wordt van Frankrijk gekocht. Volgens de overlevering wordt door iedereen die op 30 juli aanwezig is, de Engelsman Dunworth (die als enige ooit een in werking zijnde reactor had gezien) scherp in de gaten gehouden, zodat wanneer hij begint te rennen, ook zij de vlucht kunnen nemen. Op 28 november is de officiële opening.
Fase 2 Noors-Nederlandse samenwerking
Het Joint Committee (het 'dagelijks bestuur') van de Noors-Nederlandse samenwerking besluit formeel tot Fase 2: de bouw van een onderzoeksreactor in Nederland. Men kiest voor de NUPOP: Natural Uranium Power Only Pile.
Geschatte kosten (in miljoen gulden):
- fl. 9 bouwkosten
- fl.12 voor 14 ton zwaarwater
- fl. 2 voor eerste splijtstoflading
Begin van einde Noors-Nederlandse samenwerking
Noors-Nederlandse Joint Committee vergadering. De nieuwe partijen in het FOM (de ‘Commissie van Acht’ die nu aan tafel zitten in plaats van de Reactor Commissie) vinden dat gemeenschappelijk beheer van de Noors-Nederlandse reactor niet doelmatig kan zijn; heel versluierd wordt min of meer deze bilaterale samenwerking opgezegd en wordt het Reactor Centrum Nederland als alternatief genoemd. Door het nieuwe ‘Atoms for Peace’ beleid van de VS is verrijkt uranium makkelijker verkrijgbaar (oa. van de VS en VK) en dus ligt de keus van het Noors-Nederlandse Joint Committee voor het Nupop ontwerp (natuurlijk uranium en zwaarwater) minder voor de hand.
Nieuwe vorm Noors-Nederlandse samenwerking
De Joint Establishment for Nuclear Energy Research (JENER- de Noors-Nederlandse samenwerkingsorganisatie) wordt opgeheven, waarmee het gezamenlijk onderzoek naar energiekernreactoren afgelopen is. Op 27 januari is er wel een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend, die op 1 juli van kracht wordt, om onderzoek te coördineren en kennis uit te wisselen. Het vervolg onderzoek is vooral op het gebied van opwerking van splijtstof.
In april 1958 is al de eerste Standard Course for Nuclear Engineering op de Netherlands’-Norwegian Reactor School begonnen. Vrijwel alle kernfysici die in Nederland een rol gaan spelen worden hier opgeleid.
Besluit tot opwerken JEEP brandstof
De proefinstallatie op het gebied van opwerking van splijtstoffen in Kjeller komt in bedrijf. Het is een belangrijk onderdeel van de nieuwe Noors-Nederlandse samenwerking. Het is niet de eerste ervaring met opwerking: al begin 1954 werd in een schuurtje achter JEEP 10 milligram plutonium afgescheiden. Ongeveer de helft van het budget gaat al jarenlang naar (het ontwikkelen van) opwerking (s-procede’s). Het is altijd al de bedoeling geweest de splijtstof uit de JEEP zelf op te werken, maar ook Eurochemic krijgt in het begin een onderzoeksopdracht en men verwacht ook andere opdrachten te krijgen. Maar al snel slaat ook de twijfel toe of dat wel haalbaar is nu binnenkort de commerciële opwerkingsfaciliteit Eurochemic (waar beide landen ook in deelnemen) in bedrijf zal gaan komen. Dus wordt het besluit genomen alleen de JEEP-splijtstof (vanaf 1967 zo is de verwachting) op te werken en de installatie daarna te sluiten.