- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
- HFR/LFR Petten:
- de (Euratom - NRG) Hoge en Lage Flux Reactor op het terrein van RCN/ECN/NRG in Petten
- Argumenten en twijfel:
- publieke discussie en/of twijfel over veiligheid, straling, broeikas, rampenplannen, proliferatie, aansprakelijkheid, etc. Deze inhoudelijke discussies worden maar minimaal weergegeven in deze chronologie
VS: Carter's NPA aangenomen; gevolgen voor HFR
In de VS zijn door president Carter een aantal beleidsbeslissingen genomen, die nu resulteren in de ondertekening van de Nuclear Non-Proliferation Act. Dit houdt onder meer in dat in de VS civiele opwerking verboden wordt en in het algemeen het gebruik van stoffen die gebruikt kunnen worden voor kernwapens moeten worden beperkt. Voor de HFR heeft dat tot gevolg dat a- de HEU-splijtstof niet langer naar Mol (België) gestuurd mag worden voor opwerking, maar naar Savannah River in de VS moet, en b- dat de HFR over moet stappen naar laagverrijkt uranium (ipv. 90% - 20 %), wat minder geschikt is voor kernwapens. Landen die HEU krijgen van de VS hebben twee jaar de tijd om te onderhandelen over andere brandstof, maar moeten wel binnen 30 dagen laten weten te willen onderhandelen. Nederland (& Euratom) doet dat niet en in mei komt het bericht dat de VS gestopt is met levering van brandstof (in de pers wordt ook de relatie gelegd met de Molukse gijzelingsacties en slechte beveiliging). Volgens de ECN is “de VS niet het enige land dat HEU kan leveren“ en hebben ze voorlopig nog voldoende splijtstof. Ook de IRI in Delft krijgt geen splijtstof meer. Maar de uitgewerkte brandstof van zowel de IRI als de HFR wordt vanaf nu wel naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is toch verboden in de VS?
Nederland en het VS-kernwapenprogramma
Minister Van Aardenne (EZ) moet toegeven dat de splijtstof van de Hoger Onderwijs Reactor (HOR) in Delft en die van de HFR in Petten in de VS terecht kan komen in het kernwapenprogramma. De splijtstof wordt namelijk naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is er niet in de VS: dat is sinds een aantal jaren verboden. En de opwerkingsfabriek, Savannah River Plant, is dan ook een militair complex en onderdeel van het Amerikaanse kernwapenprogramma.
In januari publiceerde de ‘Stroomgroep Stop Kernenergie’ Den Haag een onderzoek waaruit bleek dat de brandstof van de HOR en die van de HFR in de VS terecht komt in het kernwapenprogramma. Dat wordt hiermee bevestigd.
Mariniers binnen 7 minuten bij brandstof-kluis
Op verzoek van EZ, gaat het Korps Mariniers de beveiliging van de HFR testen. Enkele tientallen mariniers nemen deel aan de ‘terreuractie’ en zijn binnen 7 minuten bij de kluizen met het hoogverrijkt uranium in het hart van de HFR. Het HEU van de HFR wordt vaker genoemd als belangrijk doelwit van terroristen die op zoek zijn naar splijtstof. De VS pleit al veel langer voor conversie naar laagverrijkt uranium, dat veel minder geschikt is voor kernwapens. Nederland is daar nog steeds niet van plan dat te gaan doen. In eerste instantie spreekt de minister van een ‘routine’ controle, maar een overval van met zware wapens voorziene mariniers (en waarbij zware ruiten met bijlen worden ingeslagen) is nog nooit eerder gebeurd.
Veiligheid HFR inzet arbeidsconflict
Nadat de pers al weken lang bezweert dat alles veilig is, ondanks een hooglopend conflict bij de HFR -tussen reactortechnici en ECN-directie, sturen de operators nu een brief naar ECN en eigenaar Euratom, met daarin twijfels over de veiligheid van de reactor. Vooral het opvoeren van het vermogen van de reactor (van 20 naar 45MW) wordt gezien als problematisch. “Gelijk met het meer dan verdubbelen van de productie van de reactor is het koelsysteem opgezweept. In plaats van 2200 kubieke meter water stroomt er nu 4150 kubieke meter water doorheen. Op de leidingen, kleppen, lassen en bochten van het 25 jaar oude systeem is daardoor een vele malen hogere druk komen te staan dan bedoeld is. Uitgezonderd het aanbrengen van een nieuwe warmtewisselaar is nooit naar de leidingen gekeken. Je kunt je afvragen of ze na zo’n lange tijd nog wel intact zijn.” ECN reageert snel en stelt dat alles veilig is en dat ook de operators zich distantiëren van de brief. De pas opgerichte belangenvereniging van operators wordt snel daarna erkend door de ECN als partij in het conflict.
Pronk: reactor toch stilleggen
Al vanaf oktober 2001 verschijnen er regelmatig berichten over misstanden, onrust onder het personeel, en mededelingen van een klokkenluider dat er bij de HFR met veiligheidsvoorschriften wordt gesjoemeld. Minister Pronk zei op 3 januari naar aanleiding daarvan, dat er weliswaar “interne Veiligheidstechnische Specificaties“ niet zijn nageleefd (en dat ze dat niet gemeld hebben aan de KFD), maar dat de vergunning van de HFR in het kader van de Kernenergiewet nooit is overtreden. Pronk constateert wel dat de veiligheidscultuur en de bedrijfssfeer verziekt zijn en gelast een onderzoek van de KFD.
Op 1 februari kopt het Noordhollands dagblad op de voorpagina 'Scheur in vat kernreactor Petten' . De ‘historische scheur’ zoals die genoemd wordt is 4 cm lang en 2 cm diep. Het schijnt dat de scheur een lasfout is die vanaf de installatie van het vat in 1984 aanwezig is, maar nu groter lijkt te zijn geworden. Interim directeur Schatborn komt in het NOS journaal uitleggen hoe het zit met de scheur en wijst daarbij een totaal verkeerde plaats aan.
Op 3 februari wil Pronk dat de HFR tijdelijk stil gelegd wordt. Niet omdat er “daadwerkelijk een onveilige situatie bestaat,” maar om het bedrijf de tijd te geven de veiligheidscultuur te verbeteren. De directie voelt daar niets voor, maar legt de reactor toch op 18 februari stil.
HFR mag weer opstarten
Het IAEA doet van 2 tot 8 maart onderzoek naar de veiligheidscultuur op de HFR. Op 14 maart publiceert ze de verontrustende conclusies: de directie heeft geen “duidelijk gecommuniceerde betrokkenheid bij de veiligheid“ en “de productie wordt soms belangrijker gevonden dan de veiligheid.” De IAEA concludeert dat “niet iedereen de verantwoordelijkheid voor de veiligheid even goed begrijpt“ en twijfelt aan de onafhankelijkheid van de (interne) reactorcommissie, die de veiligheid in de reactor moet bewaken. Minister Pronk neemt een aantal aandachtspunten van de IAEA over en samen met de directie van de reactor stelt hij een plan op, waarvan 8 actiepunten moeten zijn uitgevoerd voor de reactor weer kan opstarten, de andere punten moeten in de loop van het jaar genomen worden. Aan die 8 punten is niet zo moeilijk te voldoen: het gaat onder meer om het goedkeuren van het onderzoeksrapport, het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid en het trainen van personeel. Er is 1 concreet actiepunt: er moet een bordje in de controlekamer gehangen worden met daarop: ‘Veiligheid heeft zonder uitzondering de hoogste prioriteit’.
Op 22 maart mag de HFR weer opstarten. Hoewel er nog weinig veranderd is, heeft deze datum waarschijnlijk te maken met een rapport van de Inspectie van de Gezondheidszorg dat er tot 22 maart geen leveringsproblemen te verwachten zijn met medische isotopen.
HFR nu helemaal op LEU, of toch niet…?
De HFR in Petten is nu helemaal omgeschakeld naar laagverrijkt uranium. Afgelopen weken zijn de laatste splijtstofelementen met hoogverrijkt uranium in de kern vervangen. Met de conversie naar LEU is in oktober 2005 begonnen en werd in 7 stappen voltooid. De uitgewerkte laagverrijkte brandstof zal tezijnertijd opgeslagen worden in de HABOG in Borssele. Op 20 mei vertrekt vanuit de haven van Den Helder het laatste transport met 210 splijtstofelementen hoogverrijkt uranium naar de VS. Vreemd genoeg betekent dit niet dat er geen HEU meer gebruikt wordt, nog steeds gaat het om een flink aantal kilo’s per jaar, die ook in de toekomst gebruikt zullen worden voor de productie van medische isotopen. Om hoeveel het precies gaat mag en wil NRG niet zeggen “vanuit commercieel belang en daarnaast uiteraard vanuit het belang van non-proliferatie.”