- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Beslissing nieuwe centrales uitgesteld
Onder druk van een mogelijke regeringscrisis stelt de Ministerraad de beslissing over de bouw van kerncentrales weer uit. De energiesituatie is toch niet zo slecht als gedacht, zo is het argument. Wel worden de in de Energienota aangekondigde onderzoeken verder uitgevoerd, maar begin van de bouw in 1977 is volgens Lubbers “niet wel denkbaar”, maar de formulering “in of omstreeks 1985” uit de Energienota kan volgens Lubbers “nog wel gehandhaafd blijven”. Het zal nu een zaak van het volgend kabinet gaan worden en dus, zo verwacht men, een rol in de verkiezingen gaan spelen. Het is een overwinning van de kleinste regeringspartij, de PPR. Wel wordt besloten de ASEV (Aanvullend Structuurschema Elektriciteitsvoorziening) door te laten gaan waarbij vooral de nadruk komt te liggen op mogelijke vestigingsplaatsen van de kerncentrales en de PKB (Planologische Kernbeslissing) te laten volgen.
Op 31 januari staat er een paginagrote advertentie in de landelijke dagbladen waarin 1200 wetenschappers hun bezorgdheid uitspreken over kernenergie. “Leden van de 2de Kamer, geef ons het voordeel van de twijfel!”.
Op 3 februari gaat de Kamer met grote meerderheid akkoord met het uitstel van de kabinetsbesluit tot uitstel tot na de verkiezingen: PvdA. D66, PPR, KVP, ARP en CHU stemmen voor uitstel; VVD, DS70 en GPV tegen.
Algemene Energieraad geïnstalleerd
De voorlopige Algemene Energieraad (AER) wordt geïnstalleerd. De AER is in januari 1974 voorgesteld door de Voorlopige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en op 25 februari bij Koninklijk Besluit ingesteld om de minister van EZ “op zijn verzoek of uit eigener beweging” te adviseren over het te voeren energiebeleid. De AER bestaat uit vertegenwoordigers van o.a. consumenten, producenten, wetenschappers, werkgevers en werknemers en zal een belangrijke adviesfunctie krijgen.
Kernfusie-onderzoek niet naar ECN
Het voorstel van de RCN/ECN en de FOM om het kernfusie-onderzoek onder te brengen bij de ECN, wordt door de regering niet overgenomen. FOM is zeer verbolgen (“Bij het lezen van een degelijke tekst vragen wij ons af of ‘t land wel helemaal goed wordt bestuurd”, lezen we in een interne communicatie). Wil men nu “op energie-productie gericht kernfusie-onderzoek” (en de regering wil dat!) dan zou het toch logisch zijn dat het onderzoek onder verantwoordelijkheid komt van het ECN, vindt men. Maar, zo staat in het regeringsstandpunt, “gezien haar hierboven omschreven visie (…) acht de overheid opneming van het Instituut voor Plasmafysica in het ECN niet gewenst”. Achterliggende reden blijkt dat Lubbers (EZ) vind dat kernfusie nog niet praktisch realiseerbaar en dus geen energie-onderzoek is en daarom maar onder O&W moet (blijven) vallen.
RCN wordt ECN
Een jaar nadat het voorstel door de ministerraad werd behandeld, treden nu de nieuwe statuten in werking van het Energie Centrum Nederland en komt hiermee een einde aan het Reactor Centrum Nederland. Het bestuur van het RCN wordt voor een fait accompli gesteld; het is een politieke beslissing het onderzoeksterrein te verbreden en de naam te veranderen. Het feit dat het RCN het onderzoek naar alternatieven wordt opgedrongen is van grote betekenis. Het onderzoek had ook ergens anders kunnen worden ondergebracht, of er had een aparte organisatie voor op gericht kunnen worden, maar op deze manier wordt het nucleaire onderzoeksinstituut als het ware van binnenuit uitgehold. “Ons geloof in kernenergie mogen wij natuurlijk houden”, zegt de technisch directeur Pelser nog.
Nederlandse deelname aan Superphenix
De Tweede Kamer gaat akkoord met deelname van Nederland aan de Franse Superphenix kweekreactor. Terwijl er al twijfels zijn ontstaan over de deelname aan Kalkar, wordt vooral door minister Lubbers (EZ) veel belang aan deelname gehecht. Nederland gaat via de SEP voor 2,5 % deelnemen. Dat komt bij de huidige ramingen neer op f 23 miljoen. De oppositie is groot (ook de Bezinningsgroep Energiebeleid dringt aan op uitstel van de beslissing) en de Kamer gaat pas akkoord na “garanties”. Dat gaat als volgt: Lubbers gaat dan de SEP vragen die “garanties in het oog te houden”. Een motie om van deelname af te zien wordt alleen gesteund door de linkse partijen, de Boerenpartij en drie dissidenten uit CHU, KVP en ARP. De Raad van Commissarissen van de SEP beslist op 23 september formeel tot deelname in de Superphenix, hoewel niet zonder problemen: verschillende aandeelhouders laten “oppositionele geluiden” horen. Er is een financieel plafond, het mag de SEP niet meer kosten dan DM 23,6 miljoen ”en SEP zich verder niet tot enig financieel risico bindt”.