Nederlandse deelname aan Superphenix
De Tweede Kamer gaat akkoord met deelname van Nederland aan de Franse Superphenix kweekreactor. Terwijl er al twijfels zijn ontstaan over de deelname aan Kalkar, wordt vooral door minister Lubbers (EZ) veel belang aan deelname gehecht. Nederland gaat via de SEP voor 2,5 % deelnemen. Dat komt bij de huidige ramingen neer op f 23 miljoen. De oppositie is groot (ook de Bezinningsgroep Energiebeleid dringt aan op uitstel van de beslissing) en de Kamer gaat pas akkoord na “garanties”. Dat gaat als volgt: Lubbers gaat dan de SEP vragen die “garanties in het oog te houden”. Een motie om van deelname af te zien wordt alleen gesteund door de linkse partijen, de Boerenpartij en drie dissidenten uit CHU, KVP en ARP. De Raad van Commissarissen van de SEP beslist op 23 september formeel tot deelname in de Superphenix, hoewel niet zonder problemen: verschillende aandeelhouders laten “oppositionele geluiden” horen. Er is een financieel plafond, het mag de SEP niet meer kosten dan DM 23,6 miljoen ”en SEP zich verder niet tot enig financieel risico bindt”.
Einde van de Kalkar-heffing
De regering beëindigt de ‘kalkar-heffing’ die op 1 juli 1973 werd ingesteld. In totaal hebben ongeveer 3000 gezinnen de heffing van 3% op hun elektriciteitsrekening voor de kosten van de bouw van Kalkar, geweigerd en hebben zo’n 70 gemeentes waaronder de meeste grote steden stelling genomen tegen de heffing. Zo heeft ook de gemeenteraad van Dodewaard in januari ’76 een motie aangenomen waarin ze stellen tegen de bouw van de kweekreactor in Kalkar te zijn en de 3% heffing op de elektriciteitsrekening bestemd moet worden voor onderzoek naar andere energiebronnen. In 1973 en 1974 werd bij tientallen weigeraars de elektriciteit afgesloten, maar de publiciteit die dat opleverde was zo negatief dat de regering gedwongen werd een oplossing te verzinnen. Hoewel de heffing zou duren zolang de bouw duurde (men ging in 1973 uit van 1979), wordt al in 1974 besloten de heffing op 1-1-77 te beëindigen. Dan kondigt minister Lubbers (EZ) ook een fonds aan waar weigeraars hun geld op kunnen gaan storten. Hij haalt hier mee voor een deel de angel uit de strijd, maar de kiem van een brede anti-kernenergie beweging is dan al gelegd.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Van Agt
Grote winnaar is de PvdA Ook de VVD en D66 doen het goed. Het CDA, dat voor het eerst deelneemt, behaalt één zetel winst ten opzichte van het gezamenlijke resultaat van ARP, CHU en KVP in 1972. De winst van de PvdA gaat ten koste van klein-links. Ook klein-rechts verliest. Na een zeer langdurige formatie, waarbij eerst wordt gepoogd een tweede kabinet-Den Uyl te vormen (als grote winnaar van de verkiezingen), wordt in december het (CDA-VVD) kabinet-Van Agt geformeerd.
Volgens het programma van het CDA is met de toepassing van kernenergie “uiterste terughoudendheid geboden”, terwijl ze in het vorige kabinet nog de grote instigator waren voor het besluit tot de bouw van kerncentrales. De CPN vindt dat kernenergie een overheidstaak moet zijn, en D66 vindt dat zolang de problemen niet zijn opgelost het “praktisch gebruik“ niet verder uitgebreid moet worden. De PPR en PSP profileren zich als tegenstanders en PvdA is wat halfslachtig: geen nieuwe kerncentrales en geen vervolg voor Kalkar en UCN. De SGP vindt dat voorzichtigheid geboden is, maar sluit nieuwe kerncentrales niet uit.
Opnieuw antikernenergie tijdschrift
Het door de Nijmeegse Stroomgroep gemaakte antikernenergie blad ‘Onderstroom’ krijgt al snel een landelijke uitstraling. Vooral in de discussie en voorbereiding rond de Dodewaard acties en Kalkar heeft het een belangrijke functie. In 1985 fuseert het met het in Groningen verschijnende ‘Atoomalarm’ en het ‘LEK-Bulletin’ (oorspronkelijk het mededelingenblad van het Landelijk Energie Komitee) tot ‘Splijtstop’, waarvan het eerste nummer in maart 1985 verschijnt. Lang zal het niet bestaan: in november 1986 verschijnt ook daarvan het laatste nummer.
Kalkar-demonstratie doorgezet
In het koudst van de ‘Duitse Herfst’ vindt in Kalkar onder moeilijke omstandigheden een grote demonstratie plaats. Na de eerste protestmars in 1974, waar vrijwel uitsluitend mensen uit Nederland aan deelnamen is de strijd om kernenergie in Duitsland gepolitiseerd en gepolariseerd. Meerdere demonstraties het jaar daarvoor (Brokdorf, Grohnde) zijn enorm geëscaleerd door de zware repressie en ook nu verwachten alle autoriteiten een veldslag. De hetze tegen de demonstranten is enorm en de politiemacht de grootste in de naoorlogse geschiedenis van het land. Maar de demonstratie van de ruim 50.000 mensen die uiteindelijk het marktplein bereiken verloopt vreedzaam. Men laat zich niet provoceren door de laagovervliegende helikopters, door de met machinegeweren bewapende politie die bussen en treinen tot stilstand brengen en doorzoeken; die citroenen in beslag nemen omdat het wapens zouden zijn, etc.