- Kerncentrales:
- Bestaande (of gesloten) kernenergiecentrales
- Dodewaard:
- (discussie over en realisering van) kernenergiecentrale op deze specifieke locatie
Milieuverwoesting in Niger voor uranium
Het rapport ‘Dutch nuclear power and the environmental implications of uranium mining and milling’ wordt gepubliceerd. Het richt de aandacht op de desastreuze gevolgen van uranium mijnbouw in Niger, waar een deel van het uranium dat gebruikt wordt in de Nederlandse kerncentrales vandaan komt. In ‘Natuur en Milieu’ komt een samenvatting.
Lek in Dodewaard
De centrale in Dodewaard wordt weer opgestart na de splijtstofwisseling. Die duurde langer dan normaal, alles wordt extra goed nagekeken, want later dat jaar komt een inspectieteam van het IAEA de veiligheid controleren. Toch lekt er 4.000 liter radioactief water weg en een paar dagen nadat de centrale weer in bedrijf genomen is wordt de centrale opnieuw stilgelegd als er trillingen geconstateerd worden in de turbine.
OSART-Dodewaard naar Kamer
Het rapport van het OSART team wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. Het Operational Safety Review Team van de IAEA heeft de veiligheid van de centrale in Dodewaard onder de lopen genomen tijdens hun bezoek 27 april tot 15 mei. Een persbericht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vertaald de IAEA conclusie: “De bedrijfsveiligheid van de kerncentrale in Dodewaard benadert een hoog-niveau."(in het rapport zelf staat ‘a higher level’) "Het personeel doet nauwgezet en toegewijd zijn werk en de installatie verkeert in goede staat van onderhoud.“ Toch, zo zegt het IAEA na al die lovende woorden, moet het personeel beter getraind worden, moeten procedures verder ingevuld worden, bezetting van de wacht in de regelkamer geformaliseerd worden, en een automatische blokkering van de lozing bij overschrijding van de normen aanbevolen. Het GKN wordt gevraagd een uitgebreid werkplan op te stellen. Milieudefensie zegt geschrokken te zijn van het rapport omdat daarin alleen rekening gehouden wordt met ongelukken waarbij weinig radioactiviteit vrijkomt. Als er bij een ongeluk grote hoeveelheden radioactiviteit vrijkomt zijn de veiligheidsmaatregelen onvoldoende. Uiteindelijk verklaart de Raad van State in maart 1988 Milieudefensie niet-ontvankelijk; alleen een burgemeester mag om de sluiting van een kerncentrale vragen. De RvS behandelt de zaak niet inhoudelijk en blokkeert daarmee “de meest logische rechtsgang om de sluiting van een bestaande kerncentrale op grond van nieuwe wetenschappelijke gegevens te bewerkstelligen”, zegt Milieudefensie in een reactie. Doordat de Afdeling Geschillen van Bestuur van de RvS een fout heeft gemaakt bij de publicatie van de uitspraak zal in 1989 de Raad van State alsnog inhoudelijk de zaak bekijken.
Vergunning voor al in bedrijf zijnde verbrandingsoven
Met een Koninklijk besluit wordt de vergunning afgegeven voor de verbrandingsoven voor lichtradioactief afval op het terrein van de kerncentrale in Dodewaard. Alle bezwaren zijn door de Raad van State afgewezen. Meteen na het afgeven van de vergunning in oktober 1985, werd daar bezwaar tegen ingediend. Omdat die bezwaren geen schorsende werking hebben werd meteen begonnen met de bouw, zodat nu de vergunning definitief is, de installatie al gebouwd is en al een paar maanden in bedrijf is.
Rapportage storingen in kerncentrales 1987
In 1987 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 23 storingen voorgedaan: acht in Borssele, 15 in Dodewaard. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1987 van de Kernfysische Dienst gepubliceerd op 25 mei 1988.
36 maatregelen nodig voor verhoging veiligheid
Het Duitse GRS (Gesellschaft für Reaktorsicherheit) heeft in opdracht van de Nederlandse regering de veiligheid van Dodewaard en Borssele onderzocht. Het is een van de rapporten in het project Herbezinning Kernenergie, naar aanleiding van Tsjernobyl. De GRS adviseert voor Borssele 15 en voor Dodewaard 21 maatregelen, die vele tientallen miljoenen guldens kosten en warvoor de centrales ws. een jaar stil moeten liggen. Toch concludeert de Kernfysische Dienst dat de centrales veilig zijn, al doen ze wel een aantal aanbevelingen om die veiligheid te vergroten. Milieudefensie concludeert dat het dan logisch is, gezien de kosten en de duur van de reparaties en de ouderdom van de centrales, om ze definitief te sluiten.
Rapportage storingen in kerncentrales 1988
In 1987 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 15 storingen voorgedaan: tien in Borssele, vijf in Dodewaard. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1988 van de Kernfysische Dienst gepubiceert op 11 juli 1988.
Dodewaard boet zwaar voor aanwezigheid kerncentrale
De gemeente Dodewaard wil geld zien voor de nadelige gevolgen die ze ondervindt door de aanwezigheid van de kerncentrale. De gemeente moet “onevenredig zwaar boeten“ voor het feit dat de centrale daar staat. Dit blijkt uit een notitie die de gemeente aan de Commissaris van de Koningin in Gelderland heeft gestuurd. De gemeente spreekt van aanzienlijke verliezen en vindt dat het tijd wordt dat de gehele samenleving daar voor opdraait.
Nieuwe eigenaar Dodewaard
De SEP wordt de nieuwe eigenaar van de kerncentrale in Dodewaard. De aandeelhouders machtigen de SEP om de aandelen over te kopen voor de somma van f 128.500,-. De huidige eigenaars zijn elektriciteitsmaatschappijen verenigd in de GKN (Gemeenschappelijke Kernenergie Centrale), maar door de nieuwe Elektriciteitswet moet een elektriciteitsbedrijf een capaciteit van tenminste 2.500 MW hebben om zelfstandig te mogen draaien. En de enige GKN-centrale is maar 58MW. In juni zijn de partijen al akkoord gegaan, nu is de overdracht aan de nieuwe eigenaar een feit.
Rapportage storingen in kerncentrales 1989
De Kernfysische Dienst rapporteert op 16 augustus 1990 het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1989. Daaruit blijkt dat er in 1989 in totaal 32 storingen zijn geweest; 25 in Borssele en 7 in Dodewaard. Voor het eerst is er de INES-schaal (International Nuclear Event Scale) aan de hand waarvan de storingen worden beoordeeld. Het is nog een proefperiode voor deze door IAEA en NEA/OECD ontwikkelde methode, “opgesteld om op een consequente wijze de ernst van een storing of ongeval in een kerncentrale te omschrijven.“