- Instituten:
- onderzoeksinstituten
Verdeling aandelen Covra
Het parlement gaat na veel discussie akkoord met een staatsaandeel van 10% in de Covra. De andere 90% zijn gelijkelijk verdeeld over de GKN, PZEM en de ECN.
De in december 1982 als BV opgerichte Covra, is nu in feite een samenwerkingsverband tussen de belangrijkste producenten van het afval. Aandeelhouders zijn de GKN (30%), PZEM (30%) en de ECN (30%) en de Nederlandse Staat voor de resterende 10%. De inbreng van de Staat lijkt beperkt, maar de instemming is nodig van de regeringscommissaris voor alle besluiten die essentieel zijn voor de taakuitvoering dus de eindverantwoordelijkheid ligt bij het Rijk. De risico’s ook, overigens. Het afval moet tijdelijk (gedurende 50-100 jaar) opgeslagen worden, waarna eindberging plaats moet vinden. Waar, wat en hoe is onduidelijk. Een ingenieursbureau heeft wel berekend dat langdurige ondergrondse opslag f 2792 miljoen zal kosten. Dit bedrag zal voortaan altijd genoemd worden. In het Kamerdebat zegt Minister Nijpels (VROM) dat Frankrijk heeft laten weten het opwerkingsafval vanaf 1992 terug te sturen.
Te weinig deskundig personeel voor nieuwe centrales
De ECN neemt een simulator in gebruik voor de opleiding en bijscholing van bedieningspersoneel van een kernreactor. Men klaagt erover dat er een tekort dreigt aan deskundig personeel: dat aantal is in de afgelopen 10 jaar teruggelopen van 1000 naar 100 mensen. Daarom is het bouwen van nieuwe kerncentrales in Nederland onverantwoord en kunnen instanties die zich met controle en veiligheid bezighouden een uitbreiding niet verhapstukken, zegt Versteegh van het ECN. De Kernfysische Dienst (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) reageert dat er voldoende personeel is en ook een evt uitbreiding mogelijk is: “maar men moet dan volstaan met bestaande en beproefde concepten voor nieuwe kerncentrales. Dus men moet niet zelf een nieuw concept gaan ontwikkelen.“
Diversificatie UCN; laserverrijking onder geheimhouding KeW
UCN heeft vorig jaar al aangekondigd dat het haar activiteiten uitbreidt: het gaat zich ook richten op de lucht- en ruimtevaart. UCN-Aerospace wordt opgericht en in januari 1989 komt er een order van Fokker voor de onderdelen van de F-100. In maart 1990 krijgen UCN, Fokker en Stork f 77 miljoen van EZ om te kunnen meedoen aan en internationaal telecommunicatie programma.
Op de Universiteit Twente ontstaat in oktober (1988) beroering door de voorgenomen samenwerking met UCN in laseronderzoek. Men vreest militaire toepassingen van het onderzoek, maar in maart 1989 wordt door UT en UCN samen het NCLR (Nederlands Centrum voor Laser Research) opgericht. In april antwoord minister De Korte (EZ) op Kamervragen dat “hoewel de laserverrijking van uranium nog ver verwijderd is van commerciële toepasbaarheid“ hij het onderzoek “met het oog op mogelijke proliferatiegevaren“ onder de toepassing van het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet (Stb. 1971, 420) gebracht heeft.