- Internationale projecten:
- Nederland als deelnemer in internationale kernenergieobjecten (voor verdragen etc. zie: Buitenlands beleid)
Plafond aan Nederlandse Kalkar-bijdrage
Door de almaar stijgende kosten van de bouw van Kalkar komt er een plafond op de Nederlandse deelname. Nederland (net als België) neemt voor 15% deel in de kosten, maar nu is daar ook een maximumbedrag aan gekoppeld: DM 480 miljoen (ruim 500 miljoen gulden), zijnde 15 % van 3,2 miljard, de geschatte kosten op 1-1-1981. Dat betekent opnieuw 150 miljoen meer, want de vorige beramingen waren een bijdrage van 333 miljoen.
Maar de schatting van de totale kosten van Kalkar zijn nu al opgelopen tot 4,7 miljard DMark en de oplevering van de reactor, oorspronkelijk voorzien in 1979, zal nu plaatsvinden eind 1985. Er is nogal wat oppositie om het bedrag te verhogen, maar de minister zegt dat eruit stappen fl 200 miljoen duurder zal zijn door schadevergoedingen.
Nederland wil af van Kalkar
In de regeringsverklaring van het nieuwe Kabinet-Van Agt II, zegt de premier dat Nederland uit Kalkar zal stappen “zodra dat contractueel mogelijk is“ en tot die tijd de bijdrage tot een minimum zal beperken. De Duitsers reageren niet verbaasd; de Nederlandse bedenkingen zijn immers bekend. De SEP laat weten dat eruit stappen niet mogelijk is, om te stoppen met het project is de goedkeuring nodig van alle drie partners (Nederland, België en de Bondsrepubliek). Maar het kabinet valt al een jaar later, en in het overdrachtsdossier aan z’n opvolger schrijft Van Agt in november 1982 dat Nederland in Kalkar moet blijven omdat anders de relatie met Duitsland verstoort zou kunnen raken: “De Nederlandse houding moet niet tot ongewenste politieke consequenties leiden.“
Kalkar kost Nederland een miljard
Volgens een uitzending van de IKON heeft Kalkar Nederland veel meer gekost dan afgesproken en bekend. In juni 1981 is er een plafond (maximum) voor de kosten afgesproken: 480 miljoen. Volgens de uitzending is er ongeveer een miljard uitgeven, ruim twee keer zoveel. Er breekt paniek uit op het ministerie als men lucht krijgt van de uitzending en de minister van EZ krijgt een brief (‘Spoed en vertrouwelijk’) van z’n hoogste ambtenaar, waarin de minister wordt voorbereid “op grond van het feit dat u hierover gevraagd zou kunnen worden.“ De teneur: het klopt maar is zeker niet “onder de tafel gehouden.“ Naast de bouwkosten (480 miljoen) is er het natrium-programma (Stork, 155 miljoen), en de kosten van R&D (ECN, TNO en Neratoom, 325 miljoen) en nog wat kleine dingetjes. “De bewering dat Kalkar aan ons land in totaal dus f 1 miljard gaat kosten is dus korrekt.“
Op 2 oktober is in Kalkar de (wat de organisatoren noemen) “laatste vreedzame betoging“ tegen de kweekreactor, waar ongeveer 20.000 mensen aan deelnemen. In de nacht ervoor ontploffen een aantal bommen bij toeleveringsbedrijven in Duitsland.
Nederland werkt mee aan Force de Frappe
Nederland werkt indirect mee aan het Franse kernwapenprogramma door de deelname in de Superphenix, de snelle kweekreactor in Malville. Via de SBK (Kalkar) heeft Nederland een aandeel van 2,4% in een reactor die, zo blijkt uit recente wetenschappelijke publicaties, er zal zijn om Pu-239 te produceren voor de ‘Force de Frappe’. Superphenix zal, zo is de verwachting, in 1984 in bedrijf komen.
Stork sluit natriumproject
De 50Mwth vloeibaar natrium-installatie bij Stork in Hengelo wordt gesloten. De installatie is vanaf 1969 in bedrijf en test de natrium-koeling zoals die in de kweekreactor in Kalkar moet gaan functioneren. Tot 1979 heeft er onderzoek plaatsgevonden, daarna heeft er “tot 1982 zogenaamd minimum bedrijf plaatsgevonden.“ De bouwkosten waren fl. 50 miljoen, maar de exploitatiekosten bedragen ook nog eens fl. 50 miljoen, en dan is er nog het natrium-vervolg-programma geweest waarvan de kosten fl. 55 miljoen bedroegen. Eind 1981 is al door EZ besloten het 50Mw circuit te ontmantelen, maar er is “toentertijd evenwel verzuimd hieromtrent overleg te voeren“ met de partners. In januari 1983 blijkt nog weer eens dat de industrie “geen enkele interesse“ heeft in het circuit: “O.i. rest ons dan niets anders dan afronden, dan de reiniging en de sloop”, schrijft de directeur-generaal aan de minister.
Notitie EZ over deelname Kalkar
De minister van EZ stuurt een (door z’n voorganger beloofde) notitie naar de Kamer over de volkenrechtelijke aspecten van de Nederlandse deelname in, en de beoordeling van de veiligheidsrisico’s van de bouw van de kweekreactor in Kalkar. Hieruit blijkt onder meer dat de uitgaven van Nederland aan Kalkar oplopen tot 1,1 miljard gulden. Hij neemt het officiële West-Duitse veiligheidsrapport over, maar vergeet te vermelden dat er een minderheidsstandpunt is die stelt dat er wel degelijk aanzienlijke risico’s zijn. Van Aardenne stelt verder dat Nederland niet uit Kalkar kan stappen, maar ook niet moet willen stappen om de ‘betrekkingen’ met het buurland niet onder druk te zetten. Regeringspartijen CDA en VVD zijn het met ‘m eens, PvdA wil er zo snel mogelijk uit stappen. In de Tweede Kamer wordt op 14 september een hoorzitting gehouden. Maar de standpunten liggen vast.
Een motie om uit Kalkar te stappen wordt op 8 november verworpen. Ondertussen is een eerste poging bij de Raad van State om de overeenkomsten tussen Nederland en Duitsland, waaruit zou moeten blijken of en onder welke voorwaarden Nederland uit Kalkar kan stappen, openbaar te maken mislukt. In de periode daarna komt er een stapel (juridische) adviezen, waarvan de meeste concluderen dat het mogelijk is uit Kalkar te stappen. In september 1985 beslist de Raad van State definitief dat de overeenkomsten niet openbaar hoeven te worden gemaakt.
Superphenix, met Nederlands plutonium, in gebruik
De snelle kweekreactor Superphenix in Zuid-Frankrijk wordt eindelijk in gebruik genomen. Veel later en duurder dan gepland; de bouw heeft 10 jaar geduurd en heeft 20 miljard franse franc gekost (6,6 miljard gulden). De elektriciteit zal naar verwachting twee keer zo duur zijn als uit een ‘conventionele’ kerncentrale. In januari ’86 wordt de reactor op het elektriciteitsnet aangesloten, en in oktober zijn er dan al 20 noodstops gemaakt.
De discussie over eventueel militair gebruik van het in de Superphenix gekweekte plutonium woedt nog steeds, zo zijn er berichten dat het gebruikt zal gaan worden voor de neutronenbom. De officiële respons is altijd dat het materiaal valt onder de Euratom-safeguards (Frankrijk heeft het NPV nog steeds niet ondertekent). Euratom verbiedt geen militair gebruik, wel een onttrekking van materiaal aan het ‘bestemde’ gebruik. “Niets is nog bekend over de bestemming van het plutonium na gebruik in de Superphenix. Daarom is het niet mogelijk een uitspraak te doen over de vraag of het materiaal onderworpen zal zijn aan veiligheidscontrole”, antwoord minister van BuZa Van der Broek in december 1984. Maar het door Nederland geleverde materiaal voor de kern (ongeveer 240 kg plutonium, volgens de minister) valt onder Euratom controle, zegt hij. Volgens proliferatie-experts kan Frankrijk, als kernwapenstaat, elk moment onttrekken aan IAEA en Euratom controles. In april ’85 wordt in de Tweede Kamer een PvdA-motie verworpen die het zou verbieden dat plutonium van Nederlandse origine direct of indirect wordt gebruikt voor kernwapenproductie.
Deelstaat tegen ingebruikname Kalkar
De bouw van Kalkar is ongeveer gereed en wacht op de laatste (deel-)vergunningen van de deelstaat. De minister-president van Noordrijn-Westfalen Rau, heeft op 4 juni al gezegd dat hij er alles aan zal doen om er voor te zorgen dat de kweekreactor in Kalkar niet in bedrijf komt. Een maand later op 11 juli, besluit ook een meerderheid van het deelstaatparlement Kalkar niet in bedrijf te nemen. Formeel heeft de deelstaat daar niets over te zeggen; dat besluit kan alleen in Bonn genomen worden, maar het moet wel de vergunningen afgeven. Op 21 juli zegt de deelstaat dan ook formeel dat ze de laatste vergunningen niet zal afgeven: er zijn fouten gemaakt bij de bouw, verscheidene veiligheidssystemen deugen niet en er is twijfel over de beheersbaarheid van het proces. De federale regering probeert de deelstaat te dwingen om toch de vergunning af te geven.
Nederland niet in Europees kweekreactorontwikkeling
Toetreding van Nederland tot het Europese kweekreactor samenwerkingsverband EFR is “thans niet opportuun“ schrijft minister De Korte (EZ). De industrie zit er niet op te wachten en de energievoorziening heeft het niet nodig. Het is een volgende nagel in de doodskist van het EFR-project dat in 1993 een stille dood zal sterven. Nederland maakte tot nu toe slechts deel uit van het consortium door de deelname van de SEP in Kalkar en daardoor in het Franse kweekreactorprogramma.