- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
ITAL-reactor ook in bedrijf
In Wageningen wordt de BARN (Biologisch Agrarische Reactor Nederland) voor het eerst kritisch. De 100kW reactor (op het ITAL) is helemaal in Nederland ontworpen en gebouwd (behalve de splijtstofelementen die uit de VS komen). Het is een van de weinig reactoren ter wereld die uitsluitend bestemd is voor het bestralen van biologisch materiaal. De splijtstof is 90% verrijkt uranium en de reactorwarmte wordt via de lucht afgevoerd waardoor er geen secundair koelwater nodig is, “zodat besmetting van uitwendig koelwater niet kan plaatsvinden“.
Niet eens hinderwetvergunning voor reactor
De HOR (Hoger Onderwijs Reactor) in Delft wordt voor het eerst kritisch. Hoewel het de bedoeling was de reactor (met een vermogen van in eerste instantie 100kW te gebruiken die in 1957 op Schiphol in de tentoonstelling ‘Het Atoom’ functioneerde, bleek die helemaal niet geschikt. Wel zijn er onderdelen van gebruikt. De kosten voor het Reactor Instituut Delft zijn f 15 miljoen. Veel meer dan begroot en ook twee jaar later dan gepland klaar. De reactor is een ontwerp van het RCN, Comprimo en Van den Broek en Bakema (architecten). Pas op 11 juli 1963 wordt door B&W van Delft een vergunning verleend krachtens de Hinderwet voor de duur van de initiële beproeving van de HOR. Een aantal bedrijven en omwonenden in de omgeving hebben bezwaar gemaakt tegen de reactor; ze vrezen dat bij een evt ongeluk zij gevaar lopen te worden besmet.
KEMA wil vergunning
De KEMA vraagt een aanvulling (lees: wijziging) op de vergunning uit 1957 aan voor kernlab en reactor, en dringt er een half jaar later nogmaals bij de regering op aan nu toch echt een vergunning af te geven. Want, zo zegt de KEMA, de installatie is nu officieel klaar en het niet verlenen van de vergunning zou een zware klap zijn voor de wetenschap en het betrokken personeel, terwijl bovendien de al geïnvesteerde miljoenen "teloor zouden gaan". Deze aanvraag wordt “geheel ten onrechte in behandeling genomen” (zoals de gemeente het in 1972 toe moet geven) want de vergunning van 1957 is al lang verlopen en in 1962 zelfs door minister Veldkamp (SZ) geannuleerd. Maar de ontwikkeling en bouw van de KSTR zijn niet afgerond en gaan gewoon door. In april 1965 laat de minister weten dat hij aanneemt dat er geen bezwaren tegen de bouw van kernlab en testreactor (KSTR) zijn. Dat is een beetje vreemd want in maart zijn er rapporten van de Gezondheidsraad en van de IAEA bekend geworden die beiden nogal wat bezwaren maken tegen de bouw van die installatie op die specifieke plaats (midden in een middelgrote stad). Maar de in het kader van de Hinderwetvergunning benodigde advisering blijft uit.
Euratom stopt financiering KSTR
Euratom besluit aan het einde van het vijfjarenplan in 1967 haar financiële bijdrage aan het KEMA KSTR-project stop te zetten. Men wil wel verder onderzoek naar suspensies doen, maar niet de bouw van een reactor financieren. Aan de RCN wordt om extra financiële steun gevraagd. Door het wegvallen van de financiële steun van Euratom (40% van de bouwkosten) komen alle kosten voor rekening van de elektriciteitsbedrijven die dat doorberekenen aan de klanten. Tussen 1953 en 1968 wordt 0,03 (gulden)cent per kWh extra berekend (ongeveer 1% van de elektriciteitsprijs).
Scheepsreactor op land
RCN deelt mee dat ze in het kader van het NERO-project een voorstel voor een prototype scheepsreactor, genaamd Proteus (af en toe ook Nereus genoemd), heeft uitgewerkt en die in Petten (dus op land) wil gaan bouwen. De regering moet dan wel f 20 miljoen op tafel leggen voor de bouw van Proteus, vindt RCN. Aan Philips wordt de opdracht gegeven splijtstofelementen te leveren voor de KRITO-installatie, een kritisch-experiment dat voor de ontwikkeling noodzakelijk is. KRITO is in maart 1963 in gebruik genomen en is eigenlijk een kleine (45 cm hoge) pseudokern van NERO. Als constructiemateriaal voor de elementen wordt niet gekozen voor zirkaloy (wat wel voorzien is in de NERO-reactor) maar voor aluminium omdat dat veel goedkoper is. De splijtstof zelf komt uit het buitenland. Dit is ook het begin van de splijtstofelementenfabricage waarvoor op het terrein van het RCN een ruimte ontstaat die in 1966 klaar zal zijn.
ITAL officieel geopend
Het Instituut voor Toepassing voor Atoomenergie in de Landbouw (ITAL) in Wageningen wordt officieel geopend. De totale kosten (incl. reactor) zijn f 13 miljoen. De kosten van de reactor werden in 1957 geschat op 1,5 miljoen gulden, in 1959 waren die schattingen al opgelopen tot 3-3,5 miljoen.
Opwerking van HFR-brandstof
Euratom tekent een contract met Eurochemic voor de opwerking van brandstof uit de HFR in Petten. Het gaat om een contract samen met de BR-2 reactor in Mol in totaal om ongeveer 4000 kg uranium en aluminium. De Eurochemic fabriek in Mol zal in juli in bedrijf komen. Het opwerkingsafval blijft achter in Mol, maar het is onduidelijk wat er met het plutonium gebeurt; het komt in ieder geval niet voor in de opgaves van de Nederlandse regering over plutonium-productie.
Scheepsreactor te duur
Precies een jaar nadat de CRK adviseert om het Proteus-project (prototype scheepsreactor) uit te voeren, en er een Commissie Scheepsreactor (hoewel nog niet zeker is of het een land- of zeereactor wordt) geformeerd wordt, komt die commissie onder leiding van Latzko met haar eindadvies: de ontwikkeling van een scheepsreactor wordt negatief geadviseerd: te duur. Door ernstige rekenfouten van het RCN was de toekomst al twijfelachtig geworden. Door dit advies is de bouw van Proteus en daarmee zelfs het gehele NERO-project onwaarschijnlijk geworden.
Bouw ATHENE kan beginnen
Nadat in oktober 1965 een offerte is gevraagd aan Neratoom en de opdracht op 31 december wordt verstrekt, begint op 8 juni de bouw van de ATHENE-reactor aan de zuidrand van het TH complex in Eindhoven. Naar verwachting zal de reactor f 4,5 miljoen kosten.
Geen verdere financiering NERO
De nieuwe minister van EZ, KVP’er De Block besluit prioriteit te geven aan het kweekreactor onderzoek en het NERO project niet verder te financieren. RCN schikt zich daarin en cancelled in het driejarenplan 1968-1970 de eigen reactorontwikkeling. Een definitief besluit over NERO wordt nog tot 1969 uitgesteld.
De aandacht van het RCN gaat vervolgens volledig naar het onderzoek naar kweekreactoren. In totaal is er f 105 miljoen aan onderzoek naar de scheepsreactor uitgegeven. Ook aan het gebruik van KRITO komt hierdoor een einde. De KRITO-installatie wordt omgebouwd tot STEK, het snel-thermisch gekoppelde experiment in KRITO, voor onderzoek naar snelle kweekreactoren. Deze wordt op 22 mei 1969 voor het eerst kritisch.