- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
Richtlijnen milieueffectrapport Borssele II gepubliceerd
De richtlijnen voor het MER (Milieu Effect Rapport) voor Borssele 2 (Delta) zijn gepubliceerd door VROM minister Huizinga. Bij het vaststellen van de richtlijnen is het advies van de Commissie voor de MER (van 3 december 2009) geheel overgenomen. Op onderdelen is dit advies nader in-/aangevuld. In totaal zijn er ruim 1500 inspraakreacties ontvangen. Hoewel "de discussie over nut en noodzaak van kernenergie binnen het Nederlandse energiebeleid (…) niet in het kader van een individuele vergunningsaanvraag" past, dient Delta wel "te motiveren waarom zij, binnen haar visie en bedrijfsmodel, voor (een groter aandeel) kernenergie kiest."
Verder moet Delta in het milieueffectrapport voor een tweede kerncentrale onder andere
* de voor- en nadelen voor het milieu van alle onderdelen van de splijtstofketen behandelen: van uraniumwinning tot afvalopslag. Dat moet tot in detail gebeuren waar het gaat om aspecten die regelrecht met de beoogde locatie bij Borssele te maken hebben.
* ingaan op de elektriciteitsbehoefte en de ontwikkeling in Nederland met betrekking tot de geplande capaciteit(s-uitbreiding).
Richtlijnen voor MER Pallas
Ondanks het afbreken van de aanbesteding in februari, gaat de vergunningsprocedure voor de Pallas reactor gewoon door. Nadat de Nuclear Research and consultancy Group (NRG) op 17 november 2009 de startnotitie MER heeft ingediend "ten behoeve van de realisatie van de onderzoeksreactor Pallas ter vervanging van de huidige Hoge Flux Reactor", publiceert het ministerie van VROM (samen met Verkeer en Waterstaat) nu de richtlijnen waar het milieueffectrapport aan moet voldoen.
In de publiciteit wordt als belangrijkste reden voor de nieuwe reactor de productie van medische isotopen genoemd. Uit een in mei 2010 gepubliceerd onderzoeksrapport ('Medical Radioisotope Production Without A Nuclear Reactor') van de Stichting Laka blijkt dat het echter ook mogelijk is om de isotopen die gebruikt worden in de medische sector te produceren met versnellers. Dat is goedkoper en de productie is decentraal en dus niet zoals nu, afhankelijk van een klein aantal productie-reactoren, waardoor de aanvoer veel meer gegarandeerd is. Daarbij komt dat het afval veel minder radioactief is (en minder lang), en zijn een aantal inherente problemen van kernreactoren (c.q. kernenergie) niet aanwezig. Zo is er geen proliferatiegevaar omdat er geen hoogverrijkt uranium nodig is en zijn de veiligheidsproblemen veel geringer.
Aanvraag voor Borssele 3
Kennisgeving van het Minister van VROM dat het bedrijf ERH (Energy Resources Holding BV) het "voornemen tot de bouw van een kerncentrale bij Borssele" heeft. Met deze kennisgeving begint ook de inspreek-procedure voor het Advies inzake Reikwijdte en Detailniveau (het MilieuEffectRapport). Er worden (tot 29 november) 932 'zienswijzen' ingediend. De startnotitie gaat ervan uit dat de bouw van de centrale (maximaal 2500MW) in 2015 start en in 2019 de eerste elektriciteit gaat leveren.
ERH bestaat pas sinds 1 september 2009 en is 100 procent in bezit van PBE (Publiek Belang Elektriciteitsproductie) en is het oude Essent-deel dat voor de helft eigenaar is van EPZ (de exploitant van Borssele 1) en niet aan RWE verkocht mag worden. Op de achtergrond speelt RWE een grote rol om toch een kerncentrale in Nederland te kunnen bouwen. In juli kwam al het bericht dat RWE in gesprek was met de overheid over het voornemen om een kerncentrale in Borssele te bouwen.
Er zijn nu dus procedures bezig voor maximaal 5000MW nieuw kernenergie-vermogen in Borssele, dat is ruim 10x de huidige kerncentrale.
Advies Commissie MER over Borssele 3
De Commissie Milieueffectrapport (MER) heeft haar advies uitgebracht over het voornemen van ERH om een kerncentrale te bouwen in Borssele. Opmerkelijk is het begeleidende persbericht ('Derde kerncentrale in Borssele: laat strategische afweging kernenergie parallel lopen met onderzoek van ERH'), omdat het lijkt alsof men een discussie wenst over nut en noodzakelijkheid van nieuw kernenergievermogen: "Of en waar nieuwe centrales kunnen worden gebouwd is een discussie die los van dit initiatief moet worden gevoerd." Bij nader inzien blijkt het te gaan over de fysieke inpasbaarheid van verschillende initiatieven (Delta en ERH in Borssele); er wordt een 'rijksinpassingsplan' aangekondigd en meegedeeld dat Arcadis al bezig is met het onderzoek naar de inpasbaarheid van verschillende energieproductie-initiatieven in het Sloegebied. Als dit niet parallel gebeurt zou het de besluitvorming en procedures voor nieuwe kerncentrales kunnen vertragen.
De voorwaarden voor de MER wijken verder niet af dan die voor Delta: "De Commissie ziet geen redenen om andere inhoudseisen te stellen aan het milieueffectrapport (MER) van ERH dan aan dat van Delta, omdat de verschillen tussen beide initiatieven bijzonder klein zijn."
Advies MER nieuwe kerncentrale Borssele 3 ERH
Minister Verhagen publiceert het Advies Reikwijdte en Detailniveau (MER) voor het voornemen van ERH om een kerncentrale in Borssele te bouwen. Met dit advies geeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan welke milieu-informatie het milieueffectrapport over de voorgenomen bouw van een nieuwe kerncentrale in Borssele moet bevatten "om de gevolgen voor het milieu in het besluit over de vergunningsaanvraag mee te kunnen wegen."
In totaal zijn er 920 'zienswijzen' tegen het ERH (Energy Resources Holding) voornemen ingediend, vaak door (veel) meer mensen ondertekent (bij het voornemen van Delta waren 320 zienswijzen ingediend -vaak ook door meerdere mensen ondertekent). Het advies bevat "nagenoeg dezelfde inhoud als de Richtlijnen die op 11 juni 2010 zijn vastgesteld voor Delta N.V. inzake het milieueffectrapport Tweede kerncentrale Borssele. Dit is uiteraard het gevolg van de overeenkomsten in de voornemens van beide bedrijven."
Definitieve beschikking brandstofdiversificatie Borssele
Na diverse eerdere keren overwogen is de EPZ op 8 juli 2010 toch gestart met de vergunningsaanvraag voor het gebruik van MOX-brandstof in de kerncentrale.
Op 9 maart 2011 legt de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) de ontwerpbeschikking ‘Brandstofdiversificatie Kerncentrale Borssele’ op grond van de Kernenergiewet (Kew) ter inzage gelegd en op 24 juni komt de definitieve vergunning.
Door die vergunning is het EPZ toegestaan om in de kerncentrale Borssele MOX en ook (c)-ERU te gebruiken. MOX is een mengsel van uranium en plutonium en (c)-ERU is gecompenseerd verrijkt opgewerkt uranium. Om gebruik van (c)-ERU te maken moet de maximale verrijkingsgraad verhoogd worden. Door de storende werking van U-236 die in het opgewerkt uranium aanwezig is en dat werkt als een neutronenvanger, moet er meer splijtbaar uranium aanwezig zijn om de zelfde energie op te wekken. De maximaal toegestane verrijkingsgraad (het percentage splijtbaar U-235) wordt verhoogd naar 4,6%. Doordat plutonium een aantal kernfysische eigenschappen heeft die anders zijn dan uranium-235, worden de veiligheidsmarges door de inzet van MOX kleiner. Door de inzet van MOX en (c)-ERU neemt de stralingsbelasting van werknemers toe, nemen de tritiumlozingen toe, nemen de proliferatiegevaren toe, etc. en zo verder. Maar de minister heeft er geen probleem mee.
Op 13 februari 2013 veegt de Raad van State het beroep van Greenpeace van tafel: “mox-splijtstof levert slechts een onbeduidende verhoging van de veiligheids- en gezondheidsrisico´s op”.
Urenco mag uitbreiden tot 6200 tSW/jaar
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de definitieve beschikking verleend aan Urenco Nederland BV voor uitbreiding van de uraniumverrijkingscapaciteit naar 6.200 tSW/jaar. De naar aanleiding van de ontwerpbeschikking ingebrachte zienswijzen "hebben niet geleid tot een inhoudelijke aanpassing van de definitieve beschikking ten opzichte van de ontwerpbeschikking."
De beschikking heeft in het bijzonder betrekking op de volgende wijzigingen:
1. Vergroting van de verrijkingscapaciteit van 4.950 tSW/jaar naar 6.200 tSW/jaar.
2. Evenredige vergroting van de maximaal aanwezige hoeveelheid UF6 (feed, product en tails).
3. Uitbreiding van de verrijkingsfabriek SP5 met de hallen 8 en 9.
In juni had Verhagen al laten weten dat er ruim 2000 zienswijzen zijn ingediend tegen de voorlopige ontwerpbeschikking, al zegt Verhagen dat op een nogal omslachtige manier: "In totaal zijn 29 zienswijzen op het MER ontvangen. Van deze zienswijzen zijn er 7 uniek. De overige gelijkluidende zienswijzen zijn ondertekend door 2035 personen. De gelijkluidende zienswijzen laten zich overwegend negatief uit over de voorgenomen uitbreiding bij Urenco. Uit bestudering van deze zienswijzen is af te leiden dat dit vooral gedreven wordt doordat deze indieners tegen het gebruik van kernenergie in het algemeen zijn."
Minister stopt procedure voor nieuwe kerncentrales
Een half jaar nadat de bedrijven in de race voor nieuwe kerncentrales in Borssele de vergunningsaanvragen hebben stopgezet, stopt nu ook het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie officieel met de vergunningsprocedure. Dit laat het ministerie weten aan iedereen die bezwaar had gemaakt tegen de reikwijdte en detail milieueffectrapportage. "Op het ogenblik dat één van beide initiatieven opnieuw wordt opgepakt of zich een nieuw initiatief aandient, zal een MER opgesteld moeten worden. Dan wordt onderzocht of er nieuwe omstandigheden en gewijzigde inzichten zijn die actualisatie van het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage noodzakelijk maken."
Bedrijfsduurverlenging kerncentrale Borssele tot 2034
24 oktober 2012 begint de procedure voor bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale Borssele. Die bedrijfsduur tot 2034 is in juni 2006 afgesproken in het convenant tussen EPZ en het toenmalige kabinet, maar moet nu nog wettelijk geregeld worden. De minister van Economische Zaken, Kamp, laat weten dat het wel kan zonder milieueffectrapportage, omdat het alleen maar effectuering is van bestaand beleid en er eigenlijk niets veranderd. De 7 oude kerncentrales die Duitsland na Fukushima om veiligheidsredenen uit bedrijf nam, waren allemaal minder oud dan de nu al 39 jaar oude kerncentrale in Borssele. De Duitse kerncentrales die nog tot uiterlijk 2022 mogen draaien, zullen dan maximaal 34 jaar oud zijn. Dit terwijl de ook Duitse kerncentrale in Borssele (immers gebouwd door KWU Siemens) toestemming vraagt om 60 jaar in bedrijf te blijven.
Er komen ongeveer 3000 bezwaren tegen het voornemen van de minister. Op 18 maart geeft minister Kamp Borssele de definitieve vergunning tot 2034, zonder aan de centrale eis in de bezwaarschriften –een milieueffectrapportage- te voldoen.
Maar aan een van die voorwaarden in het convenant van 2006 is nog niet voldaan: het is onbekend of de kerncentrale bij de 25% veiligste reactoren in VS, Europa en Japan behoort, want het rapport van de 'benchmark-comsssie' die dat moet beoordelen is er nog niet.
Laka en Greenpeace gaan in mei 2013 bij de Raad van State in beroep tegen de vergunning.
Uitbreiding COVRA voor Borssele 2034
COVRA heeft bij het ministerie van Economische Zaken de aanvraag ingediend voor het wijzigen van de Kernenergiewetvergunning. De wijziging bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de uitbreiding van het gebouw voor hoogradioactief afval, het HABOG. Dat gebouw wordt uitgebreid met twee opslagmodules voor warmteproducerend hoogradioactief afval. Deze uitbreiding is noodzakelijk door het langer open blijven van de kerncentrale Borssele. Het tweede deel betreft het opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval, het VOG2. Dat gebouw wordt gerealiseerd op een andere plek op het bestaande bedrijfsterrein en in een andere vorm dan aanvankelijk was voorzien en vergund. Tegelijkertijd zal het reeds vergunde opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval, het COG2, komen te vervallen. Als eerste stap in deze procedure heeft COVRA eind 2011 de aanmeldingsnotitie voor de milieueffectrapportage ingediend. De minister van EZ heeft daarop in 2012 een advies gegeven over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport. Aan de hand van dit advies is het MER opgesteld. Het MER en het veiligheidsrapport zijn nu met de vergunningswijzigingsaanvraag ingediend.