Brief over terugtrekking uit kweekreactorproject
Het overgangskabinet Zijlstra (na het aftreden van Kabinet Cals met als taak vervroegde verkiezingen uit te schrijven) besluit af te zien van deelname in het kweekreactorproject. De hoogste ambtenaar, de directeur-generaal van EZ schrijft: “Door mijn minister is in overleg met de minister van Financiën, tevens minister-president, besloten geen fondsen voor de samenwerking ter beschikking te stellen.“ De brieven naar de Belgische en Duitse regering worden geschreven maar iemand op het ministerie besluit ze niet te versturen. Het kort daarna aangetreden kabinet De Jong besluit de beslissing te herzien. De brieven komen pas in 2007 boven tafel tijdens onderzoek naar Kalkar.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-De Jong
Een spectaculaire winst voor nieuwkomer D66 en flink verlies voor KVP en PvdA zijn de belangrijkste verschuivingen. In april komt het centrum-rechtse kabinet-De Jong tot stand, waaraan KVP, VVD, ARP en CHU deelnemen. Bij deze verkiezingen hebben voor het eerst 21- tot 23-jarigen actief stemrecht.
Alleen ARP (Nederland moet met de tijd mee), KVP (kernenergie voor stijgende energie-behoeften) en PvdA hebben iets over kernenergie in het programma. De PvdA lijkt iets terug te komen op haar eerdere optimisme en pleit er nu alleen maar voor dat kernenergie onder controle van de IAEA moet komen.
Geen verdere financiering NERO
De nieuwe minister van EZ, KVP’er De Block besluit prioriteit te geven aan het kweekreactor onderzoek en het NERO project niet verder te financieren. RCN schikt zich daarin en cancelled in het driejarenplan 1968-1970 de eigen reactorontwikkeling. Een definitief besluit over NERO wordt nog tot 1969 uitgesteld.
De aandacht van het RCN gaat vervolgens volledig naar het onderzoek naar kweekreactoren. In totaal is er f 105 miljoen aan onderzoek naar de scheepsreactor uitgegeven. Ook aan het gebruik van KRITO komt hierdoor een einde. De KRITO-installatie wordt omgebouwd tot STEK, het snel-thermisch gekoppelde experiment in KRITO, voor onderzoek naar snelle kweekreactoren. Deze wordt op 22 mei 1969 voor het eerst kritisch.
JEEP gesloten, plutonium naar Petten
De gezamenlijke Noors-Nederlandse JEEP(-1) reactor in Kjeller wordt stilgelegd. Er is ook een JEEP-2 maar dat is geen gezamenlijke Noors-Nederlandse reactor meer. De laatste splijtstofstaven met het ‘Nederlands’ uranium worden in de loop van het jaar uit de reactor verwijderd en zullen worden opgewerkt. Het in JEEP ontstane plutonium zal gelijkelijk verdeeld worden tussen RCN en de Noorse partner. In de eerste helft van het jaar is al “een eerste hoeveelheid“ plutonium in Petten aangekomen. In totaal zou het gaan om “enige honderden grammen“ plutonium.
Intentieverklaring ontwikkeling kweekreactortechnologie
Het Kabinet De Jong gaat akkoord met Grundsatzerklärung, een soort intentieverklaring over samenwerking met de Duitsers in de snellekweekreactortechnologie, en volgt daarmee het IRK-advies op om “een aanmerkelijke bijdrage te geven ter bestrijding van bedoelde ontwikkelingskosten.“ België en later ook Luxemburg treden ook toe tot het kweekreactorproject. Voor de eventuele bouw van een prototype kweekreactor (die, zo hoopt men, in 1970 kan beginnen) moet dan nog weer een aparte beslissingen genomen worden. Over de precieze invulling van die samenwerking wordt achter de schermen nog onderhandeld. De week daarvoor had de minister van EZ (De Block) een telefoontje gehad waaruit de verwachting bleek dat “snelle reactoren pas 1990 a 2000 van de grond zouden komen“. “Dit was een novum“ schrijft hij aan z’n hoogste ambtenaar. De Block werd aangeraden “ernstig te overwegen of wij nu wel met de snelle reactoren zouden meedoen”.
Start van internationaal georganiseerde dumpingen
Nederland begint nu (in internationaal verband) met georganiseerde dumpingen van radioactief afval in zee. In 1965 is door de regering gekozen voor “verwijdering door dumping in zee“ en vanaf 1963 is de RCN de “erkende ophaaldienst“ en wordt het afval gecentraliseerd opgeslagen. Het wordt per binnenvaartschip van Petten naar IJmuiden vervoert en daar samen met afval uit België, Frankrijk, West-Duitsland en Engeland overgeladen op het Britse schip ‘Topaz’. Van daar uit wordt het in augustus gedumpt op een internationaal aangewezen plek: een 4km diepe trog 750 km noord-west van Spanje. Hier zal tot 1976 door Nederland 8x gedumpt worden.
Voorlopig wordt er elke twee jaar gedumpt (1967, 1969, 1971), maar door de opening van de kerncentrale in Dodewaard neemt het volume erg toe en wordt er dan elke zomer gedumpt.
Eerste paal proefopstelling centrifuges
In Duivendrecht (bij het laboratorium dat er al staat aan de Wenckebachweg) wordt de eerste paal geslagen voor de fabriek waarin de proefopstelling komt met 70 centrifuges. In de loop van 1968 komt de proefopstelling in bedrijf, maar niet voor lang. In 1975 verhuist het ‘onderzoeks- en ontwikkelingslab’ naar Almelo. Er werken dan 90 mensen.