Molybdeen-fabriek gestart
De molybdeen-fabriek in Petten is af en start met de testperiode. De minister van Volksgezondheid Borst, zegt op het laatste moment af voor de officiële opening. De bouw is “tientallen miljoenen“ duurder dan gepland en het afval moet meteen naar de Covra, ECN heeft geen toestemming voor tussenopslag.
De ECN heeft een contract afgesloten om in Dounreay (UK) uranium ’targets’ te leasen voor de productie van Molybdeen. Deze targets gaan dan ook weer terug naar Dounreay voor opwerking, nadat er in Petten het Mo-99 is uitgehaald. Door de slechte naam van Dounreay is er veel kritiek op het contract, maar minister Wijers (EZ) “ziet geen reden actie te ondernemen.“
De testfase van de fabriek in Petten voor Mo-productie verloopt niet zonder problemen, in oktober zijn er “twee of drie keer“ atmosferische lozingen. Te weinig om te melden, zegt Mallinckrodt, want onder de norm. Waarschijnlijk zal de fabriek in maart ‘97 echt gaan produceren.
Weer geld naar Covra
Het ‘plan van aanpak’ (dat nu ‘businessplan’ heet) dat de Covra in mei 1995 publiceert om uit de bestuurlijke en financiële problemen te komen komt met een simpele oplossing: het ministerie van VROM moet de komende 10 jaar nog eens 30 miljoen gulden (€13,6m) in de Covra stoppen. Volgens de directie is alleen op deze wijze een debacle te vermijden, “want de verliezen blijven de komende jaren groot.“
Als reactie zet VROM de 10 miljoen gulden (€4,5m) lening die het bedrijf eind 1994 kreeg om in een exploitatiesubsidie en dat is nodig om de verliezen over '94/'95 te dekken. In december '96 wordt bekend dat de ministeries van VROM en EZ in totaal 50 miljoen gulden gaan betalen om het bedrijf gezond te maken. Er is jaarlijks ongeveer een verlies van 6 miljoen gulden. De directeur noemt het “wel riant“ dat het Rijk bij wil springen. Steeds weer wordt genoemd dat de “stagnerende uitbreiding van kernenergie in Nederland" een reden van de verliezen is. Maar met deze injectie, zegt Covra, moet het wel lukken.
Rapportage storingen nucleaire installaties 1996
In 1996 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 33 storingen voorgedaan: 14 in Borssele, 19 in Dodewaard. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1996 van de Kernfysische Dienst. Voor het eerst zijn er ook storingen opgenomen van andere nucleaire installaties: ECN en Covra.
Afval terug bezorgd bij kerncentrale
Greenpeace brengt 250 gram sediment en 150 milliliter water aan land bij de kerncentrale Borssele. Het is precies het aandeel dat Borssele heeft in de monsters die Greenpeace naar boven heeft gehaald bij de opwerkingsfabriek in La Hague. Volgens de Nederlandse wetgeving is de radioactiviteit zo hoog dat het radioactief afval is. VROM weigert eerst de boot vanuit Scheveningen te laten vertrekken met het radioactief afval aan boord, maar haalt bakzeil als Greenpeace voet bij stuk houdt: het wil het terugbrengen naar de rechtmatige eigenaren; de kerncentrales. Uiteindelijk geeft VROM Covra de opdracht het afval in ontvangst te nemen en op te slaan. Opwerking staat al lang ter discussie, vooral door de radioactieve lozingen en ook omdat het onnodig is: er is geen markt voor het plutonium. Ook is volgens Greenpeace directe opslag goedkoper dan eerst opwerking en dan opslaan.
Opwerkingcontract Dodewaard verlengd
Wijers (Min. EZ) stuurt een door de ECN geschreven rapport en notitie over opwerking naar de Kamer. Hij stelt daarin dat doorgaan met opwerken de beste optie is, of eigenlijk: dat de regering geen zwaarwegende redenen ziet met opwerking te stoppen. Achterliggende reden is dat men ooit voor opwerking heeft gekozen (nou ja, de eigenaars van de centrales). Die contracten lopen door en gaat men over op directe opslag, dan heeft men een ander soort gebouw nodig dan men aan het bouwen is (HABOG). Zo stelt de minister Wijers: “Wijziging van beleid heeft ook consequenties voor Covra. Er moet een nieuw ontwerp voor een opslaggebouw gemaakt worden, want de huidige locatie is niet geschikt.“ Wijers zegt dat het zijn bedoeling is in te stemmen met het vergroten van het contract tussen GKN en BNFL, zodat het laatste restant brandstof van Dodewaard daar onder valt. De TU Eindhoven heeft veel commentaar op het ECN-rapport. Weer volgen er in februari/maart 1998 verhitte discussies in de Kamer, maar er verandert niets.
Rapportage storingen kerncentrales 1997
In 1997 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 24 storingen voorgedaan: 15 in Borssele, 9 in Dodewaard. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN en Covra (beide 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1997 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1998.
Bouwvergunning voor Covra
Veel later dan gepland, ondertekent minister Wijers (EZ) eindelijk de bouwvergunning voor de HABOG, de opslagbunker voor hoogradioactief afval bij de Covra. De vergunning is het jaar daarvoor wegens vormfouten nog vernietigd door de Raad van State. De Covra reageert zeer opgelucht. De HABOG zou al veel eerder klaar zijn, maar de laatste jaren werd uitgegaan van 2001 omdat dan de opwerkingsfabriek in La Hague zegt het afval terug te sturen. De bunker is niet eerder dan 2003 klaar, dus zal gevraagd moeten worden of de opwerkingsfabrieken (naast La Hague ook Sellafield) het afval later terug willen sturen. Het officiële bouwbegin wordt juni 1999 gevierd, maar is dan feitelijk allang begonnen. De bunker wordt 75 meter lang, 45 breed en 20 hoog en gaat 241 miljoen gulden kosten.
Geen afval? Covra dreigt met schadeclaim
De Covra dreigt nu met een schadeclaim als HFR toch besluit de gebruikte splijtstof terug naar de VS te sturen en niet bij de Covra op te slaan. De Covra zegt daardoor veel geld (“een miljoenenschade“) mis te lopen. Het gaat om hoogradioactief afval dat tijdelijk in transportcontainers opgeslagen moet worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval. De Covra is bezig met de bouw van de HABOG, het opslaggebouw voor hoogradioactief afval, maar die is zeker niet op tijd klaar. HFR zit met het afval in de maag, maar de eigenaar Euratom zegt in januari een besluit te gaan nemen over conversie naar laagverrijkt uranium. Als dat zo is lijkt opslag bij de Covra van de baan.
Vergunning voor hoogactief radioactiefafval bij Covra
De Raad van State beslist dat hoogradioactief afval uit de HFR tijdelijk opgeslagen mag worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval bij de Covra. De Raad van State vindt dat de klagers, w.o. Greenpeace, onvoldoende aan hebben kunnen tonen dat de opslag niet kan.
Greenpeace wees er op dat de MTR-2 containers die gebruikt gaan worden, niet in de VS gecertificeerd zijn. De 400 splijtstofelementen zullen in fases van Petten naar Vlissingen-Oost vervoerd gaan worden. Wanneer Greenpeace in beroep gaat tegen de transportvergunning zegt de landsadvocaat op de zitting eind april dat conversie naar laagverrijkt uranium niets meer uit zal maken: het afval moet hier in Nederland opgeslagen worden. Ook Europa (Euratom) wil dat het afval hier blijft: het heeft namelijk een contract met de Covra afgesloten ter waarde van 90 miljoen gulden. En Covra heeft al met een schadeclaim gedreigd. Minister Pronk stelt het afgeven van de transport-vergunning uit tot oktober, maar zegt dat de HFR in elk geval niet gesloten zal worden, hoewel hij eerder verklaard heeft dat de reactor in juli echt gesloten wordt als er dan geen oplossing is. Hij geeft toestemming splijtstofelementen tijdelijk op te slaan in transportcontainers in het HFR-gebouw. Drie-kwart van de Zeeuwen is tegen de opslag.
HFR schakelt om: afval kan naar de VS
Uit een brief van de EU (onder druk van Greenpeace openbaar gemaakt) blijkt dat de Verenigde Staten bereid zijn 800 splijtstofelementen naar de VS te vervoeren en daar op te slaan. Daardoor lijkt de opslag bij de Covra in het gebouw voor laag- en middelactief afval overbodig. Er is dan ruimte om te wachten op het gereed komen van het HABOG, het gebouw voor hoogradioactief afval. Het vervoer naar de VS is mogelijk omdat Euratom heeft laten weten de HFR gereed te maken voor het gebruik van laagverrijkt uranium, een eis van de Verenigde Staten van Amerika.