Opwerkingsafval Dodewaard terug in Nederland
Een container met hoogradioactief afval van de gesloten kerncentrale Dodewaard is bij de Covra in Vlissingen aangekomen. Dodewaard is in 1997 stilgelegd en in 2000 is de laatste splijtstof vervoerd naar Sellafield. De gebruikte splijtstof van Dodewaard is bij Sellafield in Engeland opgewerkt (het scheiden van in theorie nog bruikbare stoffen). De hoogradioactieve en deels honderdduizenden jaren gevaarlijke splijtingsproducten zijn in glas gegoten, in stalen cilinders verpakt en worden om te beginnen honderd jaar bij Covra opgeslagen. Wat er daarna mee moet gebeuren is onduidelijk.
Volgens een woordvoerder van het RIVM is aan het oppervlak van de container een stralingsdosis van 400 microSievert per uur gemeten. Dit betekent dat een persoon die zich op de container zou bevinden binnen 2,5 uur de maximale wettelijk toegestane stralingdosis voor een jaar oploopt. De Atlantic Sprey heeft twee dagen lang doelloos op de Noordzee gevaren, omdat te veel tijd zat tussen het vertrek uit Engeland en de beoogde aankomst in Vlissingen-Oost.
NRG gaat lekkende afval voorlopig niet verwerken
Nadat een maand eerder problemen zijn bekendgemaakt, ziet NRG nu helemaal af van de bouw van een omvangrijke fabriek voor het sorteren en herverpakken van hoog- en middenhoog radioactief afval dat in Petten ligt opgeslagen (het zgh. 'historisch afval'. De beoogde fabriek werd enkele jaren geleden nog gezien als noodzakelijke faciliteit om het hoog radioactieve afval uit de onderzoeksreactor in Petten gereed te maken voor vervoer naar de COVRA in Borssele. De 1500 vaten zijn opgeslagen in circa 200 ondergrondse betonnen buizen, pluggen genoemd. In de afgelopen periode is tweemaal gebleken dat bij het uit de opslagbuis omhoog halen van geselecteerde vaatjes waarin ook PVC (plastic) is verpakt, deze zijn aangetast en de inventaris in de opslagbuis is terecht gekomen. NRG moet het hoogradioactieve afval scheiden, verwerken, compacteren en herverpakken voordat het aan Borssele kan worden aangeleverd. Er zijn twee alternatieven: de realisering van een sterk afgeslankte unit of uitbesteding van het werk.
In oktober 2008 is voor deze zgn HAVA-verpakkingsunit een vergunning afgegeven.
Opwerkingsverdrag met Frankrijk goedgekeurd
De Tweede Kamer keurt het verdrag met Frankrijk goed die de opwerking en terugzending van kernafval regelt. EPZ -eigenaar van de kerncentrale in Borssele- heeft nog een contract met Areva voor opwerking van brandstof uit de kerncentrale tot 2015. Wat er daarna gaat gebeuren (opwerking of directe opslag) is in theorie nog onduidelijk, maar de EPZ heeft altijd gezegd voorkeur te hebben voor de zeer vervuilende opwerking (waarbij uranium en plutonium gescheiden wordt van de rest). Directe opslag is ook niet mogelijk in de huidige HABOG, het gebouw bij de COVRA voor de tijdelijke opslag van hoogradioactief afval. Nieuwbouw zou minimaal 100 miljoen kosten, volgens demissionair minister van VROM, Huizinga. Door deze goedkeuring kan het aftransporteren van gebruikte splijtstofelementen naar de opwerkingsfabriek La Hague in Frankrijk, dat sinds 2006 stilgelegen heeft, weer hervat worden. Op 7 juni 2011 vindt het eerste transport plaats, begeleid door demonstraties en gehinderd door een aantal blokkades.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2010
In 2010 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 20 'meldingsplichtige' storingen voorgedaan: waarvan 9 in Borssele. NRG/HFR registreerde in 2010 een totaal van vijftien ongewone gebeurtenissen waarvan vijf radiologisch relevant waren. Hiervan zijn twee ongewone gebeurtenissen aan de KFD gemeld. Alleen die 2 gebeurtenissen zijn in het overzicht opgenomen. NRG registreerde in 2010 een totaal van tweeënzeventig ongewone gebeurtenissen in de 'andere installaties' waarvan er achtentwintig radiologische relevant waren. Er hebben zich bij deze installaties twee meldingsplichtige ongewone gebeurtenissen voorgedaan waarover in dit rapport verslag wordt gedaan. Verder 2 bij de Covra en 1 op het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Europese Unie bij de ECN in Petten. Mallinckrodt Medical registreerde in 2010 een totaal van vierentwintig ongewone gebeurtenissen waarvan dertien gevallen radiologisch relevant waren. Er heeft zich bij Mallinckrodt Medical één ongewone gebeurtenis voorgedaan die in het overzicht is opgenomen.
Dan Urenco in Almelo: de radiologische belasting van de omgeving is licht gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Urenco registreerde in 2010 zesenveertig ongewone gebeurtenissen waarbij in dertien gevallen radioactieve stoffen betrokken zijn geweest. In 2010 hebben zich bij Urenco drie meldingsplichtige ongewone gebeurtenissen voorgedaan die opgenomen zijn in het KFD overzicht.
De KFD vindt dat het aantal opgetreden ongewone gebeurtenissen in 2010 bij geen van de Nederlandse nucleaire installaties sterk afwijkt van andere jaren.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de storingen (tegenwoordig: ‘ongewone meldingsplichtige gebeurtenissen’) in de nucleaire installaties in 2010. Het wordt pas op 15 november 2011 door het Kabinet aan de Kamer gestuurd, hoewel de publicatiedatum al september is.
Opnieuw onderzoek naar eindberging radioactief afval
Op 8 juli start het Onderzoeks Programma Eindberging Radioactief Afval (OPERA) met de aanbesteding van onderzoek. Er is bijna twee jaar gewerkt aan de voorbereiding van het vijfjarig programma dat "zal onderzoeken hoe veilige, lange termijn opberging van radioactief afval in Nederland mogelijk is." Tot nu toe is onderzoek naar “diepe geologische eindberging” vooral gericht geweest op zout, waardoor over klei ('Boomse Klei') in Nederland veel minder kennis beschikbaar is. In OPERA zal daarom veel aandacht gegeven worden aan de “onderbouwing van belangrijke veiligheidsrelevante processen”. Nederland gaat in OPERA samenwerken met het Belgische onderzoeksprogramma. België heeft meer dan 30 jaar ervaring met onderzoek aan Boomse Klei.
Al vanaf de vroege jaren '70 van de vorige eeuw wordt geologische eindberging onderzocht, steeds gedeeltelijk of helemaal gefinancierd door de staat. OPERA wordt gefinancierd door de sector (aandeelhouders Delta en Energy Resources Holding BV van EPZ) en het Rijk. De coördinatie van het onderzoek wordt uitgevoerd door de Covra waarvan de Staat 100% aandeelhouder is.
Rapportage storingen in Nederlandse nucleaire installaties
In 2012 hebben zich in de Nederlandse nucleaire inrichtingen 10 ongewone gebeurtenissen voorgedaan die van belang zijn op de nucleaire veiligheid: drie daarvan bij de kerncentrale in Borssele. Bij de overige nucleaire installaties in Nederland waren zeven ongewone gebeurtenissen: 2 in de HFR, 1 in overige NRG-installaties, 1 bij Malinckrodt Medical in Petten, 1 bij de COVRA, 1 bij Urenco en 1 met een transport. Bijzonder is dat er melding wordt gemaakt van 2 zoekgeraakte radioactieve bronnen die verdwijnen tijdens transport naar of in Nederland.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire installaties in 2012. Het wordt op 9 september 2013 door het Kabinet aan de Kamer gestuurd. Het is waarschijnlijk het laatste jaarlijkse overzicht in deze vorm, want, zo staat te lezen: "Het door de overheid actief informeren van burgers maakt ontwikkelingen door. Er is meer transparantie en er wordt sneller gerapporteerd. Daarom worden sinds begin 2013 de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire bedrijven actueel op de website van de ILT geplaatst."
Iraanse studenten en gevoelige informatie
Al vanaf januari 2008 procederen Iraanse studenten in Nederland tegen de zgh. Wijziging Sanctieregeling die iedereen met de Iraanse nationaliteit toegang verbiedt tot een vijftal nucleaire installaties (de onderzoeksreactoren te Delft en Petten, de kerncentrale te Borssele, Urenco en COVRA) alsook toegang tot bepaalde onderdelen van masteropleidingen aan Technische Universiteiten in Nederland. Nadat de wet nietig was verklaard (omdat het in strijd was met het verbod op discriminatie) werd in 2010 een iets gewijzigde wet opnieuw ingediend. Ook die wordt in allerlei instanties nietig verklaard maar Buitenlandse Zaken gaat, in plaats van een goede wet te maken, in cassatie bij de Hoge Raad. In december 2012 oordeelde de Raad dat Nederland (nog steeds) discrimineert door voor wetenschappers met een Iraanse komaf extra drempels op te werpen.
In mei 2013 laat minister van Onderwijs Bussemaker weten dat nu weten dat er een oplossing is: Nederland zal geen onderscheid meer maken, nu moeten alle studenten of wetenschappers een ontheffing aanvragen voor specialistische vakgebieden met toegang tot gevoelige informatie.
Afvoer 'historisch afval' NRG begint
Op 24 oktober 2013 begint NRG eindelijk met het afvoeren van het historisch afval. Het historisch afval is het afval van de HFR dat in het verre verleden opgeslagen is in vaten in de zgn. pluggenloods (Waste Storage Facility). Bij eerdere pogingen dat op te ruimen kwam men erachter dat vaten kapot zijn en zijn gaan lekken, waarna NRG stopte met de opruimwerkzaamheden. Maar nu gaat het toch beginnen. Het afval moet eerst naar stralingsniveau worden gesorteerd, gescheiden en opnieuw worden verpakt. Het laagactief afval wordt verpakt in transportcontainers en gaat direct naar Covra. Voor het overige niet-laagradioactieve materiaal heeft NRG een nieuwe installatie gebouwd. Vanuit deze beladingsunit gaat het afval naar een gespecialiseerde firma in het buitenland die het radioactief materiaal zal samenpersen om het volume te verkleinen en het daarna in cement giet. De Covra heeft wel zo'n pers-installatie maar alleen voor laag-aktief afval. De transporten naar de Covra zullen tot eind 2017 duren.
Al in 1996 werd duidelijk dat van een aantal vaten in de zogenoemde pluggenloods op het terrein in Petten (officieel: Onderzoekslocatie Petten –OLP) de verpakking gecorrodeerd was en omstreeks die tijd is ook tijdens een publieksavond aan omwonenden beloofd dat het hoogradioactief afval zo spoedig mogelijk naar Covra zou worden afgevoerd. In 2003 kwam de HABOG (de speciale inrichting bij Covra) voor het ontvangen van hoogradioactief afval gereed. Maar pas in 2012(!) gaat ECN/NRG op aandringen van de overheid een “Plan van aanpak” opstellen om het hoogradioactieve afval af te voeren. In septembrr 2012 wordt, in verband met de financiële situatie bij NRG, ook nog 25 miljoen euro door de overheid ter beschikking gesteld voor die afvoer.
Op 26 september 2012 is de definitieve vergunning gepubliceerd. Die is op een aantal belangrijke punten gewijzigd ten opzichte van het ontwerp daarvan. Een van de aanpassingen is dat de termijn waarop het afval moet zijn afgevoerd met 1 jaar is verlengd tot en met 31 december 2017.
Uitbreiding COVRA voor Borssele 2034
COVRA heeft bij het ministerie van Economische Zaken de aanvraag ingediend voor het wijzigen van de Kernenergiewetvergunning. De wijziging bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de uitbreiding van het gebouw voor hoogradioactief afval, het HABOG. Dat gebouw wordt uitgebreid met twee opslagmodules voor warmteproducerend hoogradioactief afval. Deze uitbreiding is noodzakelijk door het langer open blijven van de kerncentrale Borssele. Het tweede deel betreft het opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval, het VOG2. Dat gebouw wordt gerealiseerd op een andere plek op het bestaande bedrijfsterrein en in een andere vorm dan aanvankelijk was voorzien en vergund. Tegelijkertijd zal het reeds vergunde opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval, het COG2, komen te vervallen. Als eerste stap in deze procedure heeft COVRA eind 2011 de aanmeldingsnotitie voor de milieueffectrapportage ingediend. De minister van EZ heeft daarop in 2012 een advies gegeven over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport. Aan de hand van dit advies is het MER opgesteld. Het MER en het veiligheidsrapport zijn nu met de vergunningswijzigingsaanvraag ingediend.