- Afval decentraal:
- opslag (vaak laag-actief) afval op eigen terrein; geen splijtstof; geen centrale opslag
Afvalbunker op terrein Borssele in gebruik genomen
Eindelijk wordt het op het terrein van de kerncentrale het gebouw (‘bunker’) voor de opslag van laag- en middenactief vast afval in gebruik genomen. Er is plek voor 5000m3 afval, uitsluitend uit de ‘eigen’ reactor. Dat is genoeg voor ongeveer tien jaar en PZEM hoopt dat er voor die tijd een ‘definitieve’ oplossing is gevonden zodat het minder lang hoeft te worden opgeslagen.
Begraven KEMA-afval in strijd met toen-geldende regels
De minister antwoordt op nadere vragen dat het begraven van verrijkt uranium op het KEMA-terrein in strijd was met de toen geldende interne voorschriften en regels van de KEMA, en het OM heeft ook geconstateerd dat door het begraven overtredingen van de Kernenergiewet hebben plaatsgevonden, maar strafvervolging is niet mogelijk door verjaring van de overtredingen. Hiermee is voor regering en KEMA de kous af.
Toch zijn er nog steeds wat opmerkelijke kanten, zo blijkt uit een persbericht van de ‘Vrienden van de KEMA’: belastende vondsten zijn niet doorgegeven aan de officier van justitie en de radium-vondst en de gevonden zak met 77 x de toegestane stralingsdosis zijn uit het verhaal van de minister verdwenen.
Vergunning verbrandingsoven Dodewaard
De centrale in Dodewaard krijgt van het verantwoordelijke ministerie een vergunning voor de bouw en ingebruikname van een verbrandingsoven voor laagradioactief afval. Het is bedoeld voor afval dat ontstaat in de kerncentrale “alsmede afval dat t.z.t. bij de afbraak van de centrale zal ontstaan.“ De oven zal ongeveer 60 dagen per jaar in bedrijf zijn. Later blijkt dat het om een experimentele verbrandingsoven te gaan waarmee de GKN “eerst proefjes gaat doen om te kijken of de installatie wel aan de verwachtingen voldoet.“ De vergunning wordt al van kracht verklaard nog voor de bezwarentermijn afgelopen is. Er wordt beroep aangetekend tegen de vergunning, o.a. omdat een rapport van de Gezondheidsraad uit 1982 stelt dat bij storingen omvangrijke lozingen kunnen ontstaan.
Vergunning voor al in bedrijf zijnde verbrandingsoven
Met een Koninklijk besluit wordt de vergunning afgegeven voor de verbrandingsoven voor lichtradioactief afval op het terrein van de kerncentrale in Dodewaard. Alle bezwaren zijn door de Raad van State afgewezen. Meteen na het afgeven van de vergunning in oktober 1985, werd daar bezwaar tegen ingediend. Omdat die bezwaren geen schorsende werking hebben werd meteen begonnen met de bouw, zodat nu de vergunning definitief is, de installatie al gebouwd is en al een paar maanden in bedrijf is.
‘Problemen overlaten aan slimmere generaties na ons’
De ECN directeur Van den Kroonenberg schrijft dat we “niet te veel hulpbronnen moeten bewaren voor later”; de toekomstige generaties kunnen (moeten) zelf hun energie problemen wel oplossen. Ook het probleem van de opslag van radioactief kunnen we gerust over laten aan toekomstige ‘slimmere’ generaties, zegt hij in een interview in De Ingenieur.
ECN-opslag: al 20 jaar niet de juiste vergunning
Als de ECN een vergunning aanvraagt voor de uitbreiding van de opslag van radioactief afval, blijkt dat men helemaal geen Kernenergiewet-vergunning heeft voor de huidige opslag faciliteit. In 1965 is er slechts een hinderwetvergunning afgegeven voor een gebouw voor “opslag van radioactief materiaal”, maar in 1970 toen de kernenergiewet in werking trad, heeft de ECN nooit een nieuwe vergunning aangevraagd. Nu is een uitbreiding van de capaciteit nodig door de productie van molybdeen, waarbij “nogal wat“ (warmteproducerend) radioactief afval ontstaat. Er bestaat op lokaal maar ook op landelijk niveau veel weerstand tegen de uitbreiding voor een Amerikaans commercieel bedrijf: “de winst gaat naar Amerika en wij blijven met het afval zitten.“ Ook vindt EZ dat de tussenopslag (voor 50 jaar) in een bunker op het ECN-terrein niet past in het streven om afvalstromen te scheiden en alles centraal op te slaan bij de Covra. Omdat er nog meer vergunningen verandert moeten worden, besluit ECN een jaar later maar een alles-omvattende ‘complex’vergunning aan te vragen.
Afvalbeleid van EZ naar VROM
Tot nu toe is de primair verantwoordelijke voor het onderzoek op het gebied van radioactief afval het ministerie van EZ. Dat is “te begrijpen vanuit het historisch gezichtspunt, waarbij Economische Zaken pleitbezorger was van de introductie van nucleair elektriciteitsvermogen.” Maar dat gaat nu veranderen: “Inmiddels kan geconstateerd worden dat Economische Zaken –zeker na de liberalisering van de elektriciteitsmarkt- niet langer een brandstofinzetbeleid voor de elektriciteitsproductiesector kent en daarmee ook niet langer pleitbezorger is voor de inzet van nucleair vermogen. Daarmee is het radioactief afvalbeleid –net als het overige afvalbeleid- er veeleer een geworden dat primair dient te vallen onder de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.” EZ blijft echter wel primair verantwoordelijk voor het energiebeleid en dus ook voor kernenergie.
NRG krijgt faciliteit voor behandeling hoog radioactief afval
Milieuminister Cramer wil NRG in Petten vergunning verlenen voor de bouw en inrichting van een verpakkingsunit voor hoog radioactief afval. Circa 1500 vaten met hoog radioactief afval zullen in de nieuwe nucleaire faciliteit uitgesorteerd en herverpakt worden en vanaf 2010 vanuit Petten over de weg naar Borssele getransporteerd worden. NRG denkt tot en met 2015 in totaal 85 transporten naar Zeeland nodig te hebben. Het hoog radioactieve afval is de erfenis van 40 jaar nucleair onderzoek en ligt al tientallen jaren in Petten opgeslagen. Een deel van de vaten verkeert in matige tot slechte conditie.
NRG gaat lekkende afval voorlopig niet verwerken
Nadat een maand eerder problemen zijn bekendgemaakt, ziet NRG nu helemaal af van de bouw van een omvangrijke fabriek voor het sorteren en herverpakken van hoog- en middenhoog radioactief afval dat in Petten ligt opgeslagen (het zgh. 'historisch afval'. De beoogde fabriek werd enkele jaren geleden nog gezien als noodzakelijke faciliteit om het hoog radioactieve afval uit de onderzoeksreactor in Petten gereed te maken voor vervoer naar de COVRA in Borssele. De 1500 vaten zijn opgeslagen in circa 200 ondergrondse betonnen buizen, pluggen genoemd. In de afgelopen periode is tweemaal gebleken dat bij het uit de opslagbuis omhoog halen van geselecteerde vaatjes waarin ook PVC (plastic) is verpakt, deze zijn aangetast en de inventaris in de opslagbuis is terecht gekomen. NRG moet het hoogradioactieve afval scheiden, verwerken, compacteren en herverpakken voordat het aan Borssele kan worden aangeleverd. Er zijn twee alternatieven: de realisering van een sterk afgeslankte unit of uitbesteding van het werk.
In oktober 2008 is voor deze zgn HAVA-verpakkingsunit een vergunning afgegeven.
Afvoer 'historisch afval' NRG begint
Op 24 oktober 2013 begint NRG eindelijk met het afvoeren van het historisch afval. Het historisch afval is het afval van de HFR dat in het verre verleden opgeslagen is in vaten in de zgn. pluggenloods (Waste Storage Facility). Bij eerdere pogingen dat op te ruimen kwam men erachter dat vaten kapot zijn en zijn gaan lekken, waarna NRG stopte met de opruimwerkzaamheden. Maar nu gaat het toch beginnen. Het afval moet eerst naar stralingsniveau worden gesorteerd, gescheiden en opnieuw worden verpakt. Het laagactief afval wordt verpakt in transportcontainers en gaat direct naar Covra. Voor het overige niet-laagradioactieve materiaal heeft NRG een nieuwe installatie gebouwd. Vanuit deze beladingsunit gaat het afval naar een gespecialiseerde firma in het buitenland die het radioactief materiaal zal samenpersen om het volume te verkleinen en het daarna in cement giet. De Covra heeft wel zo'n pers-installatie maar alleen voor laag-aktief afval. De transporten naar de Covra zullen tot eind 2017 duren.
Al in 1996 werd duidelijk dat van een aantal vaten in de zogenoemde pluggenloods op het terrein in Petten (officieel: Onderzoekslocatie Petten –OLP) de verpakking gecorrodeerd was en omstreeks die tijd is ook tijdens een publieksavond aan omwonenden beloofd dat het hoogradioactief afval zo spoedig mogelijk naar Covra zou worden afgevoerd. In 2003 kwam de HABOG (de speciale inrichting bij Covra) voor het ontvangen van hoogradioactief afval gereed. Maar pas in 2012(!) gaat ECN/NRG op aandringen van de overheid een “Plan van aanpak” opstellen om het hoogradioactieve afval af te voeren. In septembrr 2012 wordt, in verband met de financiële situatie bij NRG, ook nog 25 miljoen euro door de overheid ter beschikking gesteld voor die afvoer.
Op 26 september 2012 is de definitieve vergunning gepubliceerd. Die is op een aantal belangrijke punten gewijzigd ten opzichte van het ontwerp daarvan. Een van de aanpassingen is dat de termijn waarop het afval moet zijn afgevoerd met 1 jaar is verlengd tot en met 31 december 2017.