- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
Urenco vergunning vernietigd
De uitbreidingsvergunning van Urenco voor 3500t wordt door de Raad van State vernietigd. De vergunning was in mei 1986 aangevraagd en op 17 maart ‘87 verleend. De milieubeweging juicht: het is de eerste keer dat een juridische procedure tegen een kernenergieinstallatie is gewonnen.
De gronden voor vernietiging zijn onder meer: bij de aanvraag zijn bepaalde stukken geheim gehouden, daardoor was de aanvraag niet volledig; ten onrechte zijn bezwaarschriften van politieke partijen niet ontvankelijk verklaard; onvoldoende motivatie dat de aanvraag aan de Europese richtlijnen over stralingsbescherming voldoet; het bedrijf heeft geen rekening gehouden met recente inzichten over milieu en straling. De UCN woordvoerder reageert en verwacht niet dat de uitspraak consequenties heeft voor de fabriek, en ook EZ verwacht geen sluiting. En ja hoor, op 1 juni geeft de minister van EZ (Andriessen) mede namens VROM en SZ een gedoogvergunning en mag de fabriek gewoon blijven draaien.
Urenco krijgt nieuwe vergunning
Urenco krijgt van de overheid een vergunning voor een capaciteitsverhoging naar 1300 ton. Nadat vorig jaar de vergunning tot 3.500t vernietigd is, maar een gedoogvergunning (voor 1.085 t, de toenmalige productie capaciteit) sluiting voorkwam, diende Urenco in juli vorig jaar een nieuwe aanvraag in voor 1300 ton In de eerste helft van volgend jaar verwacht Urenco en aanvraag in te dienen voor een grotere uitbreiding waarbij ook een nieuwe MER (Milieu Effect Rapportage) zal moeten worden opgesteld. Milieugroepen dienen opnieuw bezwaar in.
Dodewaard-vergunning vernietigd
De Raad van State vernietigt de vergunning van de kerncentrale in Dodewaard. De centrale draait daarom zonder geldige vergunning. Natuur en Milieu (die de procedures heeft gevoerd), eist dan ook het onmiddellijk stilleggen van de reactor. De vernietigde vergunning is een ‘opschoningsvergunning’ uit 1988, die de sterk verouderde oorspronkelijke vergunning uit 1968 plus een wirwar van latere wijzigingen moest vervangen. Natuur en Milieu bestreed de opschoningsvergunning omdat bij de aanvraag de inspraak- en adviesronde werd ontdoken; de aanvraag is niet gepubliceerd en niet bekend gemaakt aan provincie- of gemeentebesturen. Dit bezwaar wordt volledig onderschreven door de Raad van State, temeer omdat het een maatschappelijk zeer omstreden project betreft. De Raad van State stelt ook dat het veiligheidsrapport bij de opschoningsvergunning volstrekt benedenmaats is. Door de motivering van de RvS (dat “de ontwikkelingen in de leer der kernenergie alsmede ongelukken in buitenlandse kerncentrales tot gevolg hebben gehad dat calamiteiten en onregelmatigheden, welke in 1968 nog voor onmogelijk werden gehouden, thans minder onwaarschijnlijk worden geacht”) is het ook duidelijk dat de kerncentrale niet kan terugvallen op de oude vergunning. “De enige conclusie kan dan ook zijn dat de kerncentrale onmiddellijk wordt stilgelegd. Voor een illegaal draaiende kerncentrale is in ons land geen plaats”, concludeert Natuur en Milieu in haar persbericht.
Gedoogvergunning voor Dodewaard
Het Kabinet gaat tot 1995 een gedoogvergunning aan de kerncentrale in Dodewaard geven. Dat deelt ze mee aan de Kamer naar aanleiding van het Kamerdebat en een motie waarin het kabinet verzocht werd bij voorkeur snel maar bovenal zorgvuldig te reageren op de uitspraak van de Raad van State. De Afdeling Geschillen van bestuur van de Raad van State heeft op 29 mei de uit 1988 daterende vergunning van Dodewaard vernietigd. Een meerderheid van de Kamer (CDA en VVD) vindt dat vervolgens weer prima. Een kort geding om de centrale toch te sluiten wordt vervolgens in oktober verloren. Op 12 maart wordt de gedoogvergunning door de Ministers van EZ, VROM en SZ afgegeven. De inspraakprocedure daar voor was op 28 december gestart, maar milieuorganisaties boycotten de inspraak, ze noemen het “een schijnprocedure die het illegaal laten draaien van de kerncentrale een officieel tintje moet geven”.
Een gedoogvergunning is een typisch Nederlandse mogelijkheid van de regering om een rechterlijke beslissing te negeren. Deze mogelijkheid wordt bij kernenergie-installaties vaak gebruikt en maakt het voeren van juridische procedures een vrijwel zinloze en frustrerende exercitie.
ECN-opslag: al 20 jaar niet de juiste vergunning
Als de ECN een vergunning aanvraagt voor de uitbreiding van de opslag van radioactief afval, blijkt dat men helemaal geen Kernenergiewet-vergunning heeft voor de huidige opslag faciliteit. In 1965 is er slechts een hinderwetvergunning afgegeven voor een gebouw voor “opslag van radioactief materiaal”, maar in 1970 toen de kernenergiewet in werking trad, heeft de ECN nooit een nieuwe vergunning aangevraagd. Nu is een uitbreiding van de capaciteit nodig door de productie van molybdeen, waarbij “nogal wat“ (warmteproducerend) radioactief afval ontstaat. Er bestaat op lokaal maar ook op landelijk niveau veel weerstand tegen de uitbreiding voor een Amerikaans commercieel bedrijf: “de winst gaat naar Amerika en wij blijven met het afval zitten.“ Ook vindt EZ dat de tussenopslag (voor 50 jaar) in een bunker op het ECN-terrein niet past in het streven om afvalstromen te scheiden en alles centraal op te slaan bij de Covra. Omdat er nog meer vergunningen verandert moeten worden, besluit ECN een jaar later maar een alles-omvattende ‘complex’vergunning aan te vragen.
Uitgebreide inspraak bij MER Modificatie Borssele
Uit een brief van Minster Andriessen (EZ) blijkt dat de regering kiest voor een lange inspraakprocedure en het opstellen van een MER omdat de wijzigingen in Borssele dermate ingrijpend zijn dat ze niet hetzelfde risico wil lopen als met Dodewaard; namelijk vernietiging van de vergunning wegens gebrek aan inspraak. Hierdoor loopt de modificatie (die oorspronkelijk al in 1994 gereed zou zijn) wel verdere vertraging op. De gemeenteraad reageert "teleurgesteld" en de EPZ moet er nog eens over nadenken wat dat betekend; de modernisering is ook bij een korte terugverdientijd in financieel-economisch opzicht verantwoord, volgens directievoorzitter Van Meegen, “al is het kantje boord.“ Als de SEP er op de eerstvolgende vergadering niet uitkomt (de EZH – één van de vier aandeelhouders UNA, EPZ, EPON en EZH- vindt een investering voor een centrale die nog maar zo kort openblijft ‘onverantwoord’), lijkt de toekomst van de centrale ongewis. Ondertussen heeft Siemens in 1992 de order voor de modificatie gekregen.
Nieuwe vergunning voor nieuwe rechtspersoon: Urenco NL BV
De minister van EZ geeft Urenco de op 26 maart aangevraagde vergunning voor een capaciteitsuitbreiding tot 2.500 ton (scheidingsarbeid per jaar). Met deze vergunning mag Urenco de al bestaande SP4 uitbreiden tot 1500 (was 1085) en een nieuwe fabriekshal bouwen (de SP5) met een maximale capaciteit van 1000 ton. Ook zijn met deze nieuwe vergunning de “voorheen apart bestaande vergunningen“ voor de verrijkingsfabrieken (op naam van Urenco Nederland vof) en het laboratorium (van UCN NV) samengevoegd. Dit heeft te maken met het feit dat alles vanaf 31 augustus over gegaan is naar een nieuwe rechtspersoon: de Urenco NL BV.
Urenco Nederland BV is nu 1 van de vier 100% dochters van de Britse holding Urenco Ltd.: de andere drie zijn Urenco UK Ltd, Urenco Deutschland GmbH, en LES (Louisiana Energy Services). Urenco NL is natuurlijk nog wel voor 98,9 % eigendom van de Nederlandse Staat.
Vergunningsaanvraag modificatie Borssele
De ‘vergunningaanvraag inclusief milieueffectrapportage inzake wijziging van de kernenergiecentrale Borssele’ wordt door EZ gepubliceerd. Het gaat o.a. “om het onderbrengen van veiligheidssystemen in een speciaal gebouw, inclusief een reserve-regelzaal(…); het aanbrengen van een speciaal drukontlastsysteem voor het containment met filter.“
Urenco: vergunning voor vernietigde vergunning vernietigd
De op 13 januari 1992 aan Urenco afgegeven vergunning voor 1300 ton wordt door de Raad van State vernietigd. Die (eigenlijk tijdelijke) vergunning was afgegeven toen Urenco op een gedoogvergunning draaide omdat op 18 april ‘91 de vergunning voor 3500 t door de Raad van State vernietigd was. Een nieuw succes voor de milieubeweging na 7 jaar juridische strijd. Omdat de recent afgegeven vergunning voor 2500 ton is geschorst heeft Urenco nu alleen een vergunning uit 1981 voor 1000 ton, terwijl het nu een feitelijke capaciteit heeft van 1500 ton De milieubeweging waarschuwt dat nieuwe juridische stappen niet uit te sluiten zijn en dat een nieuwe gedoogvergunning uit den boze is. Urenco Nederland vraagt wel meteen een nieuwe aan en deelt aan de ministers mee dat de fabriek laten draaien op de maximale capaciteit gedekt door de vergunning uit 1981 (1000 ton) "minstens een miljoen per week" kost. B&W van Almelo zijn in ieder geval niet van plan te vragen om sluiting van (een deel) van de verrijkingsfabriek. “Op 7 maart hebben wij aan Urenco NL BV te Almelo een gedoogbeschikking toegezonden”, delen de ministers van EZ, VROM en SZ op 7 maart laconiek mee. Op 11 april wijst de Raad van State de schorsing van de vergunning voor 2500 ton af (en wordt de voorlopige schorsing opgeheven). Op 29 januari 1996 verliezen de milieuorganisaties uiteindelijk de bodemprocedure. Daarmee heeft Urenco NL een definitieve vergunning voor een maximale capaciteit van 2500 ton.
RvS: gedogen Dodewaard mag
De Raad van State oordeelt dat het gedogen van de centrale in Dodewaard gerechtvaardigd is en dat de kerncentrale open mag blijven tot er een nieuwe vergunning is. Natuur en Milieu en Milieudefensie waren in beroep gegaan tegen het gedogen in 1992 nadat de vergunning was vernietigd.