Uit een brief van Minster Andriessen (EZ) blijkt dat de regering kiest voor een lange inspraakprocedure en het opstellen van een MER omdat de wijzigingen in Borssele dermate ingrijpend zijn dat ze niet hetzelfde risico wil lopen als met Dodewaard; namelijk vernietiging van de vergunning wegens gebrek aan inspraak. Hierdoor loopt de modificatie (die oorspronkelijk al in 1994 gereed zou zijn) wel verdere vertraging op. De gemeenteraad reageert "teleurgesteld" en de EPZ moet er nog eens over nadenken wat dat betekend; de modernisering is ook bij een korte terugverdientijd in financieel-economisch opzicht verantwoord, volgens directievoorzitter Van Meegen, “al is het kantje boord.“ Als de SEP er op de eerstvolgende vergadering niet uitkomt (de EZH – één van de vier aandeelhouders UNA, EPZ, EPON en EZH- vindt een investering voor een centrale die nog maar zo kort openblijft ‘onverantwoord’), lijkt de toekomst van de centrale ongewis. Ondertussen heeft Siemens in 1992 de order voor de modificatie gekregen.