- Buitenlands beleid:
- regeringspolitiek ten opzichte van kernenergie(-beleid, -objecten) buiten Nederland; ook beleid in internationale gremia en verdragen
Verhagen over 'verzekerde levering nucleaire brandstof'
De minister van Buitenlandse Zaken, Verhagen, heeft een brief gestuurd aan de Kamer over ‘verzekerde leverantie van nucleaire brandstof’. De Urenco-partnerlanden willen "bijdragen aan het ontwikkelen van (non-discriminatoire) back-up instrumenten voor verzekerde leverantie van nucleaire brandstof". De nadruk in de discussie ligt er "thans vooral op om geïnteresseerde afnemerlanden uitzicht te kunnen bieden op verzekerde leveranties in ruil waarvoor deze landen ertoe zouden moeten worden bewogen af te zien van eigenstandige activiteiten in de brandstofcyclus." Afzien dus van een recht dat landen volgens het Non-Proliferatie Verdrag hebben, en dat vooral om de industriële belangen te verdedigen van Urenco. Het heeft alles te maken met de problemen rond uraniumverrijking in Iran en de pogingen van Westerse staten om verrijking en opwerking weer te monopoliseren in verband met de proliferatie van technologie waarmee kernwapens geproduceerd kunnen worden.
Begin mei 2009, laat minister Verhagen de Kamer weten dat het initiatief is mislukt: "de voorwaarde" (afzien van splijtstofcyclus) "is een gepasseerd station en (…) onhaalbaar gebleken". "Veel landen", moet hij toegeven "zien een dergelijke voorwaarde als discriminerend en een onaanvaardbare aantasting van hun rechten onder het non-proliferatieverdrag."
Samenwerking met België over opslag radioactief afval
NRG en COVRA hebben het initiatief genomen om met België te praten over eindberging van radioactief afval. "Het Nederlands onderzoek naar eindberging concentreert zich voornamelijk op de wetenschappelijke en technische aspecten van veiligheid en haalbaarheid van een eindberging in Nederland." "Aan de maatschappelijke acceptatie van eindberging is nog weinig aandacht gegeven. De relatief kleine hoeveelheid Nederlands afval en complexe en lange voorbereidingstijd voor eindberging, maken een zuiver nationaal onderzoeksprogramma minder aantrekkelijk." België onderzoekt eindberging van afval in diep ondergrondse Boomse klei, een formatie die zowel in Nederland als in België voorkomt. "Ook hebben de Belgen ervaring met het creëren van draagvlak en het betrekken van de lokale bevolking bij het besluitvormingsproces voor een eindbergingsfaciliteit", aldus NRG.
Nederland meest repressief tegen Iraanse studenten
Van alle VN-landen neemt Nederland de meest vergaande maatregelen tegen Iraanse studenten. Vijf locaties en negen studierichtingen waar mogelijk nucleaire kennis kan worden opgedaan, zijn tot "verboden gebieden" verklaard. Het gaat om locaties met nucleaire installaties en studierichtingen binnen natuurwetenschap en techniek. Nederlanders die Iraniërs, ook degenen met een dubbele nationaliteit, toelaten of onderwijzen in de verboden gebieden, kunnen strafrechtelijk worden vervolgd. Dit geldt ook voor Nederlanders die in het buitenland onderwijs aanbieden. Begin januari was bekend geworden dat de universiteiten in Twente en Eindhoven geen studenten en medewerkers uit Iran meer toe laten. Dit naar aanleiding van een "klemmend beroep via een niet-openbare brief uit september 2007”, van de Nederlandse overheid op alle Nederlandse universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen om te voorkomen dat Iraniërs onderwijs krijgen over kernwapens. Het Nederlandse besluit is gebaseerd op resolutie 1737 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties tegen Iran, uit 2006. Staten wordt daarin gevraagd om de verspreiding van nucleaire technologie naar Iran tegen te gaan. In de resolutie staat echter geen specifieke eis om Iraniërs toegang te ontzeggen tot onderwijsinstellingen en nucleaire locaties.
Iraanse studenten winnen rechtszaak tegen Staat
De rechtbank in Den Haag heeft vonnis gewezen in een, door een aantal Iraanse studenten aangespannen civiele procedure tegen de Staat, over de Wijziging Sanctieregeling Iran 2007 en die "onverbindend verklaard". Deze Wijziging Sanctieregeling verbiedt iedereen met de Iraanse nationaliteit toegang tot een vijftal nucleaire installaties (de onderzoeksreactoren te Delft en Petten, de kerncentrale te Borssele, Urenco en COVRA) alsook toegang tot bepaalde onderdelen van masteropleidingen aan Technische Universiteiten in Nederland. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Wijziging Sanctieregeling in strijd is met het verbod van discriminatie (zoals neergelegd in artikel 26 van het IVBPR) omdat voor het maken van onderscheid naar Iraanse nationaliteit een "objectieve en redelijke rechtvaardiging ontbreekt".
Op 12 juli wordt de regeling, met een onderdeel iets aangepast, opnieuw ingediend door BZ. Hiermee hoopt de regering tegemoet te komen aan de reden voor vernietiging (waartegen de Staat in beroep is gegaan) namelijk het feit dat het generiek om een bepaalde nationaliteit gaat. De wijzigingen betreffen het niet langer noemen van de locaties die verboden gebied zijn en het moeten "expliceren van de weigeringsgrond".
De staat verliest in juli 2011 ook in hoger beroep maar minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) zegt niet van plan te zijn het beleid te wijzigen en gaat in cassatie.
Iraanse studenten en gevoelige informatie
Al vanaf januari 2008 procederen Iraanse studenten in Nederland tegen de zgh. Wijziging Sanctieregeling die iedereen met de Iraanse nationaliteit toegang verbiedt tot een vijftal nucleaire installaties (de onderzoeksreactoren te Delft en Petten, de kerncentrale te Borssele, Urenco en COVRA) alsook toegang tot bepaalde onderdelen van masteropleidingen aan Technische Universiteiten in Nederland. Nadat de wet nietig was verklaard (omdat het in strijd was met het verbod op discriminatie) werd in 2010 een iets gewijzigde wet opnieuw ingediend. Ook die wordt in allerlei instanties nietig verklaard maar Buitenlandse Zaken gaat, in plaats van een goede wet te maken, in cassatie bij de Hoge Raad. In december 2012 oordeelde de Raad dat Nederland (nog steeds) discrimineert door voor wetenschappers met een Iraanse komaf extra drempels op te werpen.
In mei 2013 laat minister van Onderwijs Bussemaker weten dat nu weten dat er een oplossing is: Nederland zal geen onderscheid meer maken, nu moeten alle studenten of wetenschappers een ontheffing aanvragen voor specialistische vakgebieden met toegang tot gevoelige informatie.