- Industrie:
- betrokkenheid en rol van bedrijven
Kamer krijgt zeer gekuiste versie van Khan-rapport
Het rapport over de Affaire Khan wordt door de regering gepubliceerd. Nog steeds wordt geprobeerd de affaire te bagatelliseren: “De werkgroep heeft niet onomstotelijk kunnen vaststellen dat dr. ir. A.Q. Khan, al dan niet met behulp van anderen, geheime UC-gegevens opzettelijk onder zich heeft genomen en/of heeft medegedeeld aan of het ter beschikking heeft gesteld van een buitenlandse mogendheid.“ Al is het, wordt wel meteen gesteld, “aannemelijk dat Pakistan via Khan in het bezit is kunnen komen van gevoelige kennis op het gebied van de verrijkingstechnologie“ en heeft dat Pakistan ‘aanzienlijke tijdwinst’ opgeleverd bij het opzetten van een proefverrijkingsfabriek. De Kamer krijgt echter een gekuiste versie van het geheime rapport van de interdepartementale werkgroep uit oktober 1979, blijkt in 2005 als het VPRO-onderzoeksprogramma Argos het rapport openbaar maakt. Het ambtelijke rapport meldde al in juli 1979 dat Khan op delen van de zeer geavanceerde 4M centrifugetechnologie de hand heeft weten te leggen. De openbare rapportage aan de Kamer rept echter met geen woord over de 4M en is bovendien meer dan terughoudend in het benoemen van wat Khan wel aan kennis en kunde vanuit Nederland naar Pakistan zou kunnen hebben meegenomen. In februari 1981, wordt door justitie meegedeeld dat er tegen een Khan een strafrechtelijk onderzoek zal worden ingesteld. Er wordt geen arrestatiebevel uitgevaardigd omdat uitlevering toch niet mogelijk is. Ook tegen twee bedrijven (Van Doorne’s Transmissie uit Tilburg en FDO uit Amsterdam, en onderneming van VMF/Stork) wordt een vooronderzoek gestart.
Rapport van de Interdepartementale werkgroep belast met het onderzoek ’de zaak Khan’
Onduidelijke financiële situatie UCN
De financiële situatie van de Nederlandse poot van Urenco, de UCN, is erg onduidelijk. Het jaarverslag van 1971 was al niet goedgekeurd door de accountant en vanaf 1975 worden alle jaarrekeningen afgekeurd. Dat is mede vanwege de onduidelijkheid over welke bedragen als lening en welke als subsidie te beschouwen zijn. Het gaat om een bedrag van totaal f 426 miljoen. Nu treedt de ‘machtiging als bedoeld in artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976 tot vergroting van de deelneming’ in de UCN in werking. Het bedrijfsleven (aandeelhouders DSM, Philips, Shell, RSV en VMF-Stork), weigeren al vanaf 1976 leningen of extra aandelen in het UCN-project vanwege de grote financiële risico’s. De staat vergroot het aandelen kapitaal van f 4 miljoen tot f 163 miljoen en op die manier wordt ze voor 98,5 % aandeelhouder. Die f 159 miljoen is een omzetting van leningen voor demonstratiefabrieken. Een bedrag van f 297 miljoen wordt gezien als subsidie.
Maar de uitbreiding van SP4 moet ook betaald worden en dat kan niet door de reguliere kapitaalmarkt verzorgd worden, dus komt er een garantieverplichting van de staat voor f 470 miljoen.
Plafond aan Nederlandse Kalkar-bijdrage
Door de almaar stijgende kosten van de bouw van Kalkar komt er een plafond op de Nederlandse deelname. Nederland (net als België) neemt voor 15% deel in de kosten, maar nu is daar ook een maximumbedrag aan gekoppeld: DM 480 miljoen (ruim 500 miljoen gulden), zijnde 15 % van 3,2 miljard, de geschatte kosten op 1-1-1981. Dat betekent opnieuw 150 miljoen meer, want de vorige beramingen waren een bijdrage van 333 miljoen.
Maar de schatting van de totale kosten van Kalkar zijn nu al opgelopen tot 4,7 miljard DMark en de oplevering van de reactor, oorspronkelijk voorzien in 1979, zal nu plaatsvinden eind 1985. Er is nogal wat oppositie om het bedrag te verhogen, maar de minister zegt dat eruit stappen fl 200 miljoen duurder zal zijn door schadevergoedingen.
Kalkar kost Nederland een miljard
Volgens een uitzending van de IKON heeft Kalkar Nederland veel meer gekost dan afgesproken en bekend. In juni 1981 is er een plafond (maximum) voor de kosten afgesproken: 480 miljoen. Volgens de uitzending is er ongeveer een miljard uitgeven, ruim twee keer zoveel. Er breekt paniek uit op het ministerie als men lucht krijgt van de uitzending en de minister van EZ krijgt een brief (‘Spoed en vertrouwelijk’) van z’n hoogste ambtenaar, waarin de minister wordt voorbereid “op grond van het feit dat u hierover gevraagd zou kunnen worden.“ De teneur: het klopt maar is zeker niet “onder de tafel gehouden.“ Naast de bouwkosten (480 miljoen) is er het natrium-programma (Stork, 155 miljoen), en de kosten van R&D (ECN, TNO en Neratoom, 325 miljoen) en nog wat kleine dingetjes. “De bewering dat Kalkar aan ons land in totaal dus f 1 miljard gaat kosten is dus korrekt.“
Op 2 oktober is in Kalkar de (wat de organisatoren noemen) “laatste vreedzame betoging“ tegen de kweekreactor, waar ongeveer 20.000 mensen aan deelnemen. In de nacht ervoor ontploffen een aantal bommen bij toeleveringsbedrijven in Duitsland.
Stork sluit natriumproject
De 50Mwth vloeibaar natrium-installatie bij Stork in Hengelo wordt gesloten. De installatie is vanaf 1969 in bedrijf en test de natrium-koeling zoals die in de kweekreactor in Kalkar moet gaan functioneren. Tot 1979 heeft er onderzoek plaatsgevonden, daarna heeft er “tot 1982 zogenaamd minimum bedrijf plaatsgevonden.“ De bouwkosten waren fl. 50 miljoen, maar de exploitatiekosten bedragen ook nog eens fl. 50 miljoen, en dan is er nog het natrium-vervolg-programma geweest waarvan de kosten fl. 55 miljoen bedroegen. Eind 1981 is al door EZ besloten het 50Mw circuit te ontmantelen, maar er is “toentertijd evenwel verzuimd hieromtrent overleg te voeren“ met de partners. In januari 1983 blijkt nog weer eens dat de industrie “geen enkele interesse“ heeft in het circuit: “O.i. rest ons dan niets anders dan afronden, dan de reiniging en de sloop”, schrijft de directeur-generaal aan de minister.
Nieuw reactorvat HFR
De HFR gaat, met het nieuwe reactorvat, weer in bedrijf, na bijna 1,5 jaar buiten gebruik te zijn geweest. Dit kleiner vat maakt meer experimenten mogelijk en er kan een hoger vermogen worden bereikt. De HFR werd in november ‘83 stilgelegd voor de vervanging van het 21 jaar oude aluminium reactorvat. Het vat was bros geworden door jarenlang door hoge flux neutronen te zijn bestraald en de kans op een lek werd daarmee steeds groter. Het nieuwe vat (eigenlijk al het derde) wordt gebouwd door De Schelde, met GCO als opdrachtgever. De installatie ervan begon in juli 1984.
Khan wegens vormfout vrijgesproken van atoomspionage
Nadat Khan in eerste instantie op 14 november 1983 bij verstek tot 4 jaar cel wordt veroordeeld wegens de poging geheime gegevens over centrifugetechnologie te bemachtigen, wordt hij nu in hoger beroep wegens een vormfout vrijgesproken: het is onduidelijk of hij de dagvaarding heeft ontvangen. Het OM beslist in juni 1986, dat hij niet opnieuw vervolgd gaat worden; de feiten zijn te lang geleden en daarom verliest een nieuwe strafvervolging “opportuniteit.“ Hij wordt wel tot persona non grata veroordeeld, maar blijft ook daarna Nederland clandestien bezoeken en krijgt ook minstens 3 keer officieel ‘op humanitaire gronden’ toestemming om Nederland te bezoeken. Zo wordt hij in december 1988 aangehouden en het land uitgezet.
Ondertussen zijn Van Doorne’s Transmissie en FDO in respectievelijk september en november 1984 vrijgesproken. In september 1987 komt FDO opnieuw onder vuur als bekend wordt dat 2 Tsjechische stagiaires vanaf 1968 ook toegang gehad kunnen hebben tot al het geheime ultracentrifuge onderzoek. Op 2 juli 1985 wordt Khan’s Nederlandse zakenpartner en vriend Slebos tot 12 maanden cel veroordeelt wegens illegale uitvoer en hulp aan het Pakistaanse atoomprogramma.
Industrie: geen investeringen, wel opdrachten
Onder de naam Dutch Scientific en op initiatief van FOM en NIKHEF, hebben ongeveer 30 Nederlandse bedrijven zich aangesloten om een grotere industriële bijdrage te kunnen leveren aan het internationale kernfusie-onderzoek. In Hengelo (bij Stork) komt een coördinatiecentrum van het samenwerkingsverband. In het overzicht van het Wetenschapsbudget 1982 bleek dat de industrie geen cent investeerde in fusie-onderzoek. Nu hoopt men op opdrachten. Het consortium lukt het de eerste jaren voor ongeveer 20 miljoen per jaar opdrachten binnen te slepen, maar na 1993 komt de klad er in.
Advies: bouw kerncentrales door buitenlands bedrijf
Het Zwitserse bureau Motor Columbus (MC) heeft in opdracht van EZ onderzocht wie de nieuwe kerncentrales moet bouwen. Dat zou een buitenlands bedrijf moeten worden en de voorkeur gaat uit naar KWU-Siemens, andere kandidaten: ASEA, Framatome en Westinghouse. Wel kan, afhankelijk van welk bedrijf het wordt, het aandeel van de Nederlandse industrie oplopen tot 75%; het kabinet gaat uit van 65%. De kosten van een centrale (tussen 900-1300MW) wordt door MC geraamd op f 3,1 miljard, met daarbij nog de bouwrente (f 375 miljoen) en de ontmantelingskosten (f 170 miljoen). Naar aanleiding hiervan ontstaat er een grote lobby van Canada (AECL opent zelfs een kantoor in Den Haag) om het Candu-type als mogelijkheid aan te bieden. Er wordt zelfs gefluisterd dat Canada in ruil dan onderzeeërs in Nederland wil bestellen.
Bouwbureau kerncentrales opgeschort
Het Gemeenschappelijk Bouwbureau Kerncentrales (een samenwerkingsverband van 4 Zuid-Nederlandse elektriciteitsbedrijven) dat de bouw van nieuwe kerncentrales voorbereidt, stopt met haar werkzaamheden, nu het kabinet de plannen voor nieuwe kerncentrales na het ongeluk in Tsjernobyl heeft uitgesteld. Het bureau heeft tot nu toe 5 miljoen gulden uitgegeven en zou deze maand de eerste aanvragen voor offertes de deur uitdoen. De 35 werknemers gaan terug naar de elektriciteitsmaatschappijen waar ze vandaan komen. Volgens de hoofddirecteur van PNEM hoeven we niet in paniek te raken als de bouw van kerncentrales niet door gaat: “Als het doek voor kernenergie in Nederland valt, komen andere energieopties op tafel.“