ECN-opslag: al 20 jaar niet de juiste vergunning
Als de ECN een vergunning aanvraagt voor de uitbreiding van de opslag van radioactief afval, blijkt dat men helemaal geen Kernenergiewet-vergunning heeft voor de huidige opslag faciliteit. In 1965 is er slechts een hinderwetvergunning afgegeven voor een gebouw voor “opslag van radioactief materiaal”, maar in 1970 toen de kernenergiewet in werking trad, heeft de ECN nooit een nieuwe vergunning aangevraagd. Nu is een uitbreiding van de capaciteit nodig door de productie van molybdeen, waarbij “nogal wat“ (warmteproducerend) radioactief afval ontstaat. Er bestaat op lokaal maar ook op landelijk niveau veel weerstand tegen de uitbreiding voor een Amerikaans commercieel bedrijf: “de winst gaat naar Amerika en wij blijven met het afval zitten.“ Ook vindt EZ dat de tussenopslag (voor 50 jaar) in een bunker op het ECN-terrein niet past in het streven om afvalstromen te scheiden en alles centraal op te slaan bij de Covra. Omdat er nog meer vergunningen verandert moeten worden, besluit ECN een jaar later maar een alles-omvattende ‘complex’vergunning aan te vragen.
Uitgebreide inspraak bij MER Modificatie Borssele
Uit een brief van Minster Andriessen (EZ) blijkt dat de regering kiest voor een lange inspraakprocedure en het opstellen van een MER omdat de wijzigingen in Borssele dermate ingrijpend zijn dat ze niet hetzelfde risico wil lopen als met Dodewaard; namelijk vernietiging van de vergunning wegens gebrek aan inspraak. Hierdoor loopt de modificatie (die oorspronkelijk al in 1994 gereed zou zijn) wel verdere vertraging op. De gemeenteraad reageert "teleurgesteld" en de EPZ moet er nog eens over nadenken wat dat betekend; de modernisering is ook bij een korte terugverdientijd in financieel-economisch opzicht verantwoord, volgens directievoorzitter Van Meegen, “al is het kantje boord.“ Als de SEP er op de eerstvolgende vergadering niet uitkomt (de EZH – één van de vier aandeelhouders UNA, EPZ, EPON en EZH- vindt een investering voor een centrale die nog maar zo kort openblijft ‘onverantwoord’), lijkt de toekomst van de centrale ongewis. Ondertussen heeft Siemens in 1992 de order voor de modificatie gekregen.
Opslag in zout: Isoleren, Beheersen en Controleren
Het kabinetsstandpunt over de Toetsingscriteria Opberging Radioactief afval (TOR) verschijnt. De regering besluit tot nieuwe opslagcriteria: Isoleren, Beheersen Controleren (IBC) met daaraan gekoppeld ‘terughaalbaarheid’, waardoor opslag in zoutkoepels van de baan lijkt. Maar waarom ‘terughaalbaarheid’ moet en wat het precies is, blijft onduidelijk. Aangenomen wordt dat het kabinet eigenlijk vindt dat proefboringen plaats moeten vinden, maar dat de PvdA een dergelijk omstreden standpunt (na het WAO-debat) niet opnieuw durft te nemen. Milieuminister Hans Alders stelt in een reactie dat zout “minder aantrekkelijk“ is voor een “permanent terugneembare berging"; maar “het is niet zinvol één alternatief, nl. zoutmijnen, op voorhand uit te sluiten.“ Zoutkoepels blijven dus in beeld, maar eerst moet verder gestudeerd worden. Op wereldmilieudag, 5 juni, wordt er in Zwolle een openbaar debat ‘Afval in zout? Fout!’ gehouden. Het doel is het aanzwengelen van de discussie en om de oppositie tegen de opslagplannen te bundelen. Alle partijen uit de Provinciale Staten van de drie noordelijke provincies zijn tegen de opslag van radioactief afval in zout en proefboringen.
Onderzoek naar 'inherent veilige reactor'
Bij de presentatie van het jaarverslag deelt ECN mee dat ze beginnen met onderzoek naar de ‘bijzonder veilige’ Hoge Temperatuur Reactor (HTR). Het gaat, zo zegt Van den Kronenberg, “om een reactor die z’n eigen afval weer verbrandt“ en “ook een hoge graad van veiligheid krijgt.“ De centrale wordt ook veel kleiner dan nu gebruikelijk (80MW). Een demonstratiemodel kan dan begin volgende eeuw in gebruik worden genomen. ECN werkt samen met de centrale in Dodewaard en het Amerikaanse General Electric. ECN zal zelf voorlopig 2 a 3 miljoen gulden per jaar steken in het onderzoek. Er komt snel kritiek, zo nieuw is het type nu ook weer niet, het is al dertig jaar oud en een HTR in Hamm (Duitsland) is zelfs al weer afgebroken na even in bedrijf te zijn geweest en stilgelegd te zijn in 1986 na een ongeluk.
Nucleaire wasserij
Coevorden krijgt een nucleaire wasserij. Een dochteronderneming van het Amerikaanse INS (Interstate Nuclear Services) namelijk ENS (European Nuclear Services) wil er een fabriek openen waar werkkleding van werknemers van kerncentrales en laboratoria worden gewassen. Coevorden ligt lekker dicht bij Duitsland, dat als voornaamste markt wordt gezien. De gemeente zegt dat ze zich heeft laten voorlichten door ECN en dat “zeker als aan een aantal bouwkundige voorwaarden wordt voldaan“ de risico’s als minimaal ingeschat moeten worden.
SEP: KCB door modernisering langer open
Na een voorzetje in de zomermaand van Andriesssen dat de Borssele centrale wel tot 2007 open kan blijven, kopt de SEP de bal in: de modificatie kan alleen doorgaan als de centrale langer de investering (die ondertussen opgelopen is tot f 467 miljoen) terug kan verdienen. Daarom moet de bedrijfsduur tot 2007 verlengd worden. Maar de aandeelhouders zijn verdeeld: de EZH (Z-Holland) vindt dat voor die f 467 miljoen ook een grote, moderne warmtekrachtcentrale is te bouwen die veel langer mee gaat. Ook de UNA (Utrecht en Noord-Holland) vindt dat sluiting geen ramp zou zijn, er staan voldoende nieuwe productie-eenheden opstapel zodat modernisering niet langer perse noodzakelijk is. Daarom zijn er 10 ontbindende voorwaarden aan de goedkeuring, o.a. dat de modernisering in elk geval in 1997 afgerond moet zijn en de kosten niet boven de f 467 miljoen mogen uitkomen, en dat moet duidelijk zijn voor de definitieve beslissing, eind 1994 als de vergunningsprocedures afgerond zijn.
OPLA: 7 zoutkoepels geschikt
De OPLA komt met het 'Aanvullend Onderzoek Fase 1'. De totale kosten van het Aanvullend Onderzoek zijn opgelopen tot 29 miljoen gulden (oorspronkelijk was Fase 1 begroot op f 17 miljoen en een looptijd van twee jaar, nu heeft het in totaal bijna 10 jaar geduurd en f 66 miljoen gekost). Een belangrijk thema in dit rapport zijn de rekenmodellen om de veiligheid van de opslag te kunnen berekenen. Van de geleverde kritiek op de modellen, de onzekerheid van model voorspellingen, is weinig in het rapport terug te vinden. Dat, terwijl de conclusie in een RIVM studie (in gewoon Nederlands) is dat veiligheidsmodellen niet kunnen worden getoetst omdat daarvoor dertig tot vijftig procent van de totale opslagtijd van enkele honderdduizenden jaren nodig is.
Een bijlage geeft een nieuwe lijst van geschikte zoutkoepels, gemaakt door het RGD. De algemene voorwaarden waar opslag in zout aan moet voldoen zijn gewijzigd en aan deze eisen voldoen 7 zoutkoepels: Ternaard in Friesland; Zuidwending, Pieterburen, Onstwedde en Winschoten in de provincie Groningen; Schoonlo en Gasselte-Drouwen in Drenthe. Op ambtelijk niveau komt er geen advies om over te gaan tot proefboringen en de Tweede Kamer neemt het OPLA advies voor kennisgeving aan.
"U kunt wel gaan"
C.D. Andriesse, werkzaam bij de KEMA en hoogleraar elektriciteitsleer in Utrecht, wordt te kennen gegeven dat hij beter een andere baan kan zoeken en andere financiering van zijn hoogleraarschap (nu nog betaald door de VDEN). Dat heeft te maken met zijn kritische blik op kernenergie. Hoewel hij altijd voorstander is geweest van kernenergie, komt hij de laatste tijd in het nieuws met uitspraken over de mogelijkheid dat ook de kern van een lichtwaterreactor (zoals Dodewaard en Borssele) kan smelten. Dat wordt ’m niet in dank afgenomen. “Zowel KEMA als de VDEN is een onderdeel van de atoomlobby”, zegt hij.
‘Dossier’ als bouwsteen besluitvorming volgend kabinet
"Daar het kabinet al in een vroegtijdig stadium heeft laten weten tijdens haar zittingsperiode geen initiatieven te zullen nemen die gericht zijn op eventuele besluitvorming over nieuwe kerncentrales is dit aspect in dit dossier niet aan de orde. Ook wordt niet ingegaan op de relatie tussen de kernenergie en de bredere beleidsproblematiek van de elektriciteitsvoorziening en de energievoorziening meer in het algemeen. Deze zogenaamde veiligheidsaspecten met betrekking tot kernenergie zijn immers pas relevant, wanneer ten principale de vraag is beantwoord of uitbreiding van de nucleaire capaciteit in ons land wel mogelijk is.“
Met als doel “bouwstenen aan te reiken voor de besluitvorming over kernenergie“ voor het volgend kabinet, publiceert minister Andriessen (EZ) samen met de ministers van VROM (Alders), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de Vries), en Buitenlandse Zaken (Kooijmans) het 'Dossier Kernenergie'.
Belangrijke conclusies uit de achterliggende onderzoeken zijn o.a.
- de nu leverbare Westerse reactoren zijn veilig genoeg (al is er misschien een aanpassing noodzakelijk bij het omhulsel -containment);
- de geavanceerde “passief veilige“ reactoren van de “tweede generatie“ die “omstreeks 1995“ op de markt komen, voldoen zeker aan de Nederlandse veiligheidseisen;
- opberging van radioactief afval in zoutvoorkomen is “technisch haalbaar“ en kan naar verwachting “op veilige wijze“ geschieden. Maar maatschappelijk verzet maakt dat “definitieve opberging in steenzout thans niet zonder meer binnen bereik ligt.“
- milieu en proliferatie bezwaren van kernenergie zijn volgens het ‘Dossier’ niet noemenswaardig.
De Algemene Energieraad (AER) komt eind januari met een ‘Advies naar aanleiding van het dossier kernenergie’ dat stelt dat een snel besluit over nieuwe kerncentrales helemaal niet noodzakelijk is: ingebruikname van kerncentrales voor 2010 zou, mede gezien de plannen voor warmte-kracht-koppeling, zelfs tot overcapaciteit leiden.
Nieuwe vergunning voor nieuwe rechtspersoon: Urenco NL BV
De minister van EZ geeft Urenco de op 26 maart aangevraagde vergunning voor een capaciteitsuitbreiding tot 2.500 ton (scheidingsarbeid per jaar). Met deze vergunning mag Urenco de al bestaande SP4 uitbreiden tot 1500 (was 1085) en een nieuwe fabriekshal bouwen (de SP5) met een maximale capaciteit van 1000 ton. Ook zijn met deze nieuwe vergunning de “voorheen apart bestaande vergunningen“ voor de verrijkingsfabrieken (op naam van Urenco Nederland vof) en het laboratorium (van UCN NV) samengevoegd. Dit heeft te maken met het feit dat alles vanaf 31 augustus over gegaan is naar een nieuwe rechtspersoon: de Urenco NL BV.
Urenco Nederland BV is nu 1 van de vier 100% dochters van de Britse holding Urenco Ltd.: de andere drie zijn Urenco UK Ltd, Urenco Deutschland GmbH, en LES (Louisiana Energy Services). Urenco NL is natuurlijk nog wel voor 98,9 % eigendom van de Nederlandse Staat.