Vergunningsaanvraag nieuwe locatie Covra
Nadat in maart 1988 de procedure voor een locatie dichter bij het dorp door de enorme protesten door de gemeente Borsele is stilgelegd, vraagt de Covra nu een vergunning aan voor een verwerkings- en opslagfaciliteit voor al het in Nederland geproduceerde radioactief voor de nieuwe locatie op het industriegebied Sloe. Het gaat om een bouwvergunning, een vergunning krachtens de Kernenergiewet en een vergunning krachtens de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.
De Covra verwacht in 1989 alle noodzakelijke vergunningen in haar bezit te hebben, zodat uiterlijk 1990 met de bouw begonnen kan worden. Dit gaat dan om het laag- en middelradioactief afval (dat nu nog tijdelijk opgeslagen ligt op het ECN-terrein). Het zal zoveel mogelijk samengeperst en in stalen 200-liter vaten verpakt die in beton gegoten zullen worden. Ook komen er twee ovens voor de verbranding van met radioactiviteit besmette organische vloeistoffen en kadavers. Vanaf 1998, verwacht men nu, zal ook het warmte-producerende hoogradioactief afval terug kunnen komen van de opwerkingsfabrieken.
Twee maanden later zegt een ambtenaar op en conferentie dat “bij de plannen van de Covra ruimte gereserveerd wordt om uiteindelijk 140.000 kubieke meter afval te bergen.“ Dat houdt een toename van kernenergie met 4000 MW in. Bij de voorziening voor hoogactief afval (de HABOG) gaat men uit van minstens 3.000 MW kernvermogen erbij. Dit is tegelijkertijd een van de bezwaren van de milieubeweging: er wordt vooruitgelopen op een beslissing om nieuwe kerncentrales te bouwen. Daarom wil men een COBRA (Centrale Opslag Bestaand Radioactief Afval). Ook is er weinig inzicht in de stralingsrisico’s bij transport en opslag. Maar een belangrijk bezwaar is ook dat de faciliteit buitendijks gebouwd wordt, terwijl bekend is dat verstrekkende klimaatgevolgen er aan komen die gepaard gaan met zeespiegelstijging, overstromingen en vloedgolven.
OPLA Eindrapport Fase 1: geologische berging
Na twee tussenrapportages en veel later dan verwacht verschijnt het eindrapport van de commissie-OPLA: ‘Onderzoek naar geologische opberging van radioactief afval in Nederland’. Eindrapport Fase 1. De opslag van kernafval in zout is veilig, aldus een van de belangrijkste conclusies van het rapport. Van de in totaal 38 locaties zijn er volgens OPLA 26 geschikt voor opslag van kernafval en daarvan komen 17 in aanmerking voor het aanleggen van een opslagmijn. Dertien locaties liggen in Groningen en Drenthe. De kosten van het onderzoek zijn ondertussen opgelopen tot 37 miljoen gulden en de minister van EZ, Rudolf de Korte (onder wiens verantwoordelijkheid het onderzoek plaatsvindt), schrijft aan de Kamer dat nog een extra fase, fase 1a, nodig is (kosten 12,5 miljoen gulden), “voordat een besluit mogelijk is over het overgaan tot fase 2", d.w.z. tot proefboringen.
Uit de bijlagen bij het rapport blijkt dat een ondergrondse opslag, bovengronds een zwaar bewaakte vesting (van 40 hect.) betekent. Zo zal half Pieterburen moeten worden afgebroken om ruimte te maken voor de bovengrondse vesting, mocht daar de opslag komen. Ook (alleen) in de bijlage wordt over rekenmodellen gezegd dat de betrouwbaarheid niet alleen afhankelijk is van de gebruikte rekenmodellen, maar ook van degene die het model gebruikt: de resultaten worden derhalve ook door de persoonlijke voorkeuren van mensen gekleurd. Sterker nog, in een RIVM deelstudie wordt er op gewezen dat veelal de fundamentele kennis over de optredende geochemische processen ontbreekt.
De ILONA geeft naar aanleiding (en bij aanbieding) van het rapport een advies aan de regering: haast is niet nodig door de “beschikbaarheid van langdurige interimopslag“ bij de Covra, meer onderzoek voor er proefboringen kunnen volgen en “een inhoudelijk regeringsstandpunt behoeft niet te worden ingenomen”.
Gemeente Borsele akkoord met Covra
De gemeenteraad van Borsele stemt in met de komst van de Covra (10 voor, 4 -PvdA- tegen). Voor de vergadering hadden demonstranten zich in de gang op de grond gevlijd, met spandoek: “Loopt de raad over ons heen...?.“ De raad doet dat figuurlijk wel maar letterlijk niet en laat de politie de zaak ontruimen.
Bouw Covra begint
De Raad van State heeft op 19 maart besloten dat de Covra mag beginnen met de bouw van de opslagplaats. Een verzoek om de bouwvergunning te schorsen wordt afgewezen. Er kan nog wel een bodemprocedure worden gestart maar in het geval de vergunning dan vernietigd wordt heeft de Covra laten weten dat risico te nemen en de kapitaalvernietiging te dragen. Op maandag 7 mei gaat de bouw echt beginnen. Het terrein waar de Covra-opslag gebouwd moet worden is omheind. Vanaf vrijdagmiddag wordt er geprobeerd het terrein te bezetten, maar door een overmacht aan politie is dat onmogelijk. Wel wordt een tentenkamp getolereerd buiten de hekken van de Covra. Maandagmorgen wordt om zes uur met een blokkade begonnen van het bouwverkeer. Dat verkeer wordt door de politie op een afstand gehouden en om half acht vertrekken de actievoerders naar Middelburg om het Covra-kantoor daar te blokkeren. In december blijkt dat nog steeds 81,6% van de inwoners van de dorpskernen Borssele, ’s Heerenhoek en Nieuwdorp tegen de Covra-vestiging te zijn. Uiteindelijk besluit de Raad van State in de bodemprocedure in augustus 1992, als de Covra al 7 maanden in bedrijf is, dat de vergunningen niet vernietigd worden.
Eerste afval naar nieuwbouw Covra
Nadat het een dag eerder door mist werd verhinderd vindt nu het eerste transport plaats met laag- en middenactief afval van Petten naar de eerste net gereed gekomen Covra-hal. De Covra gaat de komende jaren met 2 vrachtwagens elke dag in totaal 15.000 vaten overbrengen van Noord-Holland naar Zeeland. Verder is het terrein nog volop in aanbouw.
Eerste fase bouw Covra afgerond
De eerste fase van de bouw van de Covra in Borssele is afgerond: de bouw van het kantoor- en voorlichtingscomplex, afvalverwerkingsgebouw en drie opslagloodsen voor laag- en middenactief afval, elk met een capaciteit van 7000m3 in vaten verpakt afval. Vanaf nu gaat dan ook al het laag- en middelactief van ongeveer 300 klanten rechtstreeks naar de Covra. Tot nu toe ging het onverwerkt afval eerst nog naar de Covra-vestiging op het ECN-terrein. In april ’93 wordt het laatste daar opgeslagen afval naar Borssele vervoerd, waarna die vestiging langzamerhand ontmanteld wordt.
Fase twee is de bouw van twee gebouwen voor de opslag van hoogradioactief afval en het kernsplijtingsafval dat terugkomt van de opwerkingsfabrieken. De eerste fase heeft ongeveer f 100 miljoen gekost en de prijs voor opslag van een 100-liter vat ligt tussen de 1000 en 1500 gulden. Daar zitten dan ook de (onbekende) kosten van de (onbekende) eindopslag in.
Vanaf januari ’93 begint naar verwachting de verwerking (persen en versnijden), het schoonmaken van vloeistoffen en de verbranding van kadavers en vloeistoffen op het complex. Dan moet de vestiging ook officieel geopend worden, maar dat zal vertraagd en uitgesteld worden tot eind ’93. De HABOG (de bunker voor hoog-actief afval) kan naar verwachting 1998 in gebruik worden genomen.
ECN-opslag: al 20 jaar niet de juiste vergunning
Als de ECN een vergunning aanvraagt voor de uitbreiding van de opslag van radioactief afval, blijkt dat men helemaal geen Kernenergiewet-vergunning heeft voor de huidige opslag faciliteit. In 1965 is er slechts een hinderwetvergunning afgegeven voor een gebouw voor “opslag van radioactief materiaal”, maar in 1970 toen de kernenergiewet in werking trad, heeft de ECN nooit een nieuwe vergunning aangevraagd. Nu is een uitbreiding van de capaciteit nodig door de productie van molybdeen, waarbij “nogal wat“ (warmteproducerend) radioactief afval ontstaat. Er bestaat op lokaal maar ook op landelijk niveau veel weerstand tegen de uitbreiding voor een Amerikaans commercieel bedrijf: “de winst gaat naar Amerika en wij blijven met het afval zitten.“ Ook vindt EZ dat de tussenopslag (voor 50 jaar) in een bunker op het ECN-terrein niet past in het streven om afvalstromen te scheiden en alles centraal op te slaan bij de Covra. Omdat er nog meer vergunningen verandert moeten worden, besluit ECN een jaar later maar een alles-omvattende ‘complex’vergunning aan te vragen.
Rijk dekt verliezen Covra door te weinig afval
In oktober komen de eerste berichten dat de Covra in financiële problemen verkeert, omdat er te weinig radioactief afval wordt aangeboden. “Klanten letten beter op“ zeggen ze: “goed voor Nederland maar slecht voor ons.“ Vooral de hoeveelheid laagafval van de ongeveer 300 klanten is veel minder dan begroot. De tarieven voor opslag zijn al verhoogd en zitten nu op “het maximum dat de markt kan dragen.“ De kerncentrales (de grootste aandeelhouders) hebben de laatste tijd al versneld afval naar de Covra afgevoerd, wat enige miljoenen extra inkomsten oplevert. Maar de Covra denkt dat de toekomst er positief uitziet, omdat de normen verscherpt zijn en er grootte hoeveelheden afval uit de petrochemische en olie-industrie als (‘extra laag-‘) radioactief afval zullen worden aangeboden. In december besluit het Rijk tot een ‘achtergestelde lening“ van 10 miljoen (terug betalen over 20 jaar zonder rente), er moet dan wel binnen een jaar een ‘plan van aanpak’ komen om de bestuurlijke (de directeur is op 1 november uit z’n functie gezet) en financiële problemen op te lossen.
Aanvraag opslag splijtstof in LAVA-gebouw
“Begin dit jaar werd duidelijk dat niet langer gerekend mag worden op afvoer van de gebruikte splijtstofelementen van de onderzoeks-reactoren in ons land naar de VS”, zegt minister De Boer (VROM) en daarom is er door de eigenaar van de HFR een vergunning aangevraagd voor de opslag van hoogradioactieve splijtstof (in transportcontainers) in gebouwen van de Covra voor laag- en middenactief afval. De minister weet nog niet of dat acceptabel is: “een oordeel is pas mogelijk als alle elementen die vereist zijn voor de beoordeling (…) beschikbaar zijn.“ Covra zit in financiële problemen door minder afval dan begroot. Op 15 augustus is er een vergunning aangevraagd voor de bouw van een bunker voor de opslag van hoogradioactief afval (de HABOG). Met de bouw is ongeveer 275 miljoen gulden gemoeid.
Gedoogvergunning voor Covra
Er is weer een gedoogvergunning afgegeven. De ministers van EZ, VROM, SZ en V&W hebben de Covra toestemming gegeven door te draaien hoewel het bedrijf op een aantal onderdelen niet (meer) voldoet aan de in 1989 afgegeven vergunning. Maar de ministers achten het niet wenselijk om de installatie stil te leggen of de “strikt genomen illegale toestand“ stilzwijgend te laten voortduren. De COVRA heeft al wel om een wijziging van de vergunning gevraagd,waarbij de nu gedoogde zaken ‘meegenomen’ zullen worden. Het gaat bij het gedogen o.a. om de opslag van afval dat volgens de vergunning niet opgeslagen mag worden; om meer afval dat verwerkt wordt dan toegestaan en verder blijkt de verwerkingsinstallatie anders uitgevoerd te zijn dan volgens de vergunning zou moeten.