- Nieuwe kerncentrales:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een lokatie-gebonden procedure begint
Energiedebat van de Provinciale Staten van Zeeland
De Provinciale Staten van Zeeland gaan na lang debat akkoord met de vestiging van Borssele-II. Op 2 november had een meerderheid van het college van Gedeputeerde Staten zich al uitgesproken voor de bouw van een tweede kerncentrale. In Middelburg is op 10 november gedemonstreerd tegen de mogelijke bouw. Ruim 300 mensen lopen mee onder het motto 'Zeeuwen loop voor je leven'. Er worden meer garanties voor de veiligheid voor de Zeeuwse bevolking, zowel wat betreft de veiligheid van de centrale als wel van het radioactieve afval, geëist.
Handtekeningen tegen Borssele-II
Door de VMZ (Vereniging Milieuhygiëne Zeeland) worden 3.686 handtekeningen tegen de bouw van een tweede kerncentrale in Borssele aan de voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden. Men vraagt opnieuw een algemeen moratorium op kernenergie, en veel meer geld voor onderzoek naar alternatieve energiebronnen.
Memorie van Antwoord Kernenergiebeleid
Uit een Memorie van Antwoord op het Voorlopig Verslag over de Nota inzake het Kernenergiebeleid van de nieuwe regering (Den Uyl) blijkt dat men er van uit gaat dat het nucleaire vermogen stijgt van "500 thans" naar 4000 in 1985 en 9000MW in 1990. Er wordt ook gesteld dat opslag van afval en veiligheid geen problemen zal opleveren en dat er vooral gekeken zal worden naar de economische factoren. Ook blijkt er al een aantal jaren studie gedaan te worden naar mogelijke locaties voor kerncentrales. Maar het beleidsmatige aspect van kernenergie is zoveel mogelijk achterwege gelaten om die in het kader van de Energienota die later in het jaar zal verschijnen op geïntegreerde wijze aan de orde te kunnen stellen. Daarom beperkt men zich in dit Memorie van Antwoord zoveel mogelijk tot “feitelijke informatie op grond van vragen en opmerkingen.“
Energienota: in 1985 drie nieuwe kerncentrales in bedrijf
Minister Lubbers (EZ) komt met de Energienota. Het is de eerste keer dat energiebesparing als belangrijk doel wordt genoemd en ook wordt energiebeleid niet langer los gezien van milieu en ruimtelijke ordening. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de oliecrisis (1973/74) en het Rapport van de Club van Rome (1972). Op 1 december 1973 heeft Den Uyl zijn befaamde toespraak op tv gehouden met de zinsnede dat het “nooit meer wordt zoals het was”.
De visie van het kabinet (vooral de PvdA) is dat energiebeleid een actieve rol dient te spelen in het kader van de gewenste selectieve en economische groei en dat impliceert ook een sterke en zelfs sturende rol van de overheid. Beperking van energiegebruik moet vooropstaan. De Nota pleit al voor studie over heffing of energieverbruik, want in het algemeen zal “het prijsmechanisme niet altijd voldoende effectief zijn om de noodzakelijke matiging van het verbruik te verwezenlijken.“
Het beleid is gericht op diversificatie van energiebronnen waarin kernenergie speerpunt is. In het hoofdstuk ‘Kernenergie’ komt de regering met het principebesluit om nog vòòr 1985 drie grote kerncentrales van 1000 MW elk te bouwen. Er zijn nog wel een aantal voorwaarden: er moet een organisatiestructuur komen waarin de centrale overheid op essentiële punten een beslissende stem moet krijgen; een risicoanalyse voor de complete splijtstofcyclus; rapporten over gezondheidsaspecten en milieubelasting en veiligheidsaspecten van splijtstofcyclus in Nederland; en nadere bestudering van de vestigingsplaatsen. In de praktijk betekent deze beslissing al een uitstel van de bouw en wordt als compromis gezien tussen ministers Lubbers (ARP) en Trip, Van Doorn (PPR) en Vorrink (PvdA) in het kabinet Den Uyl. Den Uyl verklaart vervolgens dat er niet eerder dan in 1979 gestart zal worden met de voorbereiding van de bouw, terwijl Lubbers zegt dat er in 1976 al begonnen kan worden. Maar dat wordt bijgelegd: 1979 is de uiterste datum als de centrales in 1985 klaar moeten zijn, maar verstandiger is om al in 1976 te beginnen.
Na afloop van het tweedaagse Kamerdebat over de Energienota (22 en 23 oktober) zegt minister Lubbers zo spoedig mogelijk met de bouw van 3 kerncentrales te willen beginnen. Er komen nog een paar deelstudies en de Kamer kan altijd nog toestemming weigeren, maar de minister “wil geen maand verloren laten gaan.“ Volgend jaar, zo zegt hij, moet het algemene structuurschema op tafel liggen.
Gemeenten tegen kerncentrale Maasvlakte
Rotterdam en Rijnmond wijzen voorlopig de bouw van een kerncentrale op de Maasvlakte af. Ze vinden dat de bewoners van het Rijnmondgebied door de concentratie van zware industrie al zwaar genoeg is belast. Eerder (april) hadden de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zich uitgesproken voor een kerncentrale, daarmee een advies van de PPD (Provinciale Planologische Dienst) tegen de komst naast zich neerleggend. Provinciale Staten vinden de stellingname van GS voorbarig zonder dat er in de PS is over gesproken en hebben (eind april) een motie aangenomen tegen de komst.
Provincie nu ook tegen locatie Maasvlakte
De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is nu tegen de komst van een kerncentrale en weigert mee te werken aan de bouw. Dat laat ze de vaste Kamercommissie van EZ weten: “Zolang de problemen ten aanzien van thermische vervuiling, afvalstoffen en beveiliging in het algemeen niet afdoende zijn opgelost, zullen we niet meewerken aan de bouw van kerncentrales.“ GS sluit zich hiermee aan bij de Gemeente Rotterdam en de Rijnmond-raad die dat eerder al hadden besloten. De Maasvlakte is een van de mogelijke locaties voor de nieuwe kerncentrales.
Fusie voor kerncentrale
Er blijken fusieplannen te zijn tussen PZEM, PNEM en PLEM die de bouw van een tweede kerncentrale in Zeeland makkelijker moeten maken. De motieven worden nooit duidelijk genoemd, maar worden wel duidelijk als januari 1976 de fusieplannen worden gestaakt nadat het kabinet Den Uyl besloten heeft om voorlopig geen kerncentrales te bouwen.
B&W Dodewaard tegen Dodewaard-II
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dodewaard zijn tegen de bouw van een tweede kerncentrale in Dodewaard. Dit laat ze de gemeenteraad weten na vragen. Volgens B&W zijn Nijmegen en Lelystad veel geschiktere plaatsen. In januari 1974 werd in het Personeelsblad van de Gelderse elektriciteitsmaatschappij PGEM gesteld dat de Waal “misschien toch wel“ voldoende koelwater bevat voor een tweede kerncentrale. In 1971 stond bij een overzicht ‘Uitbreidingsplannen productiemiddelen’ van de SEP nog een centrale van 600 MW in Dodewaard genoemd die in 1978 klaar zou moeten zijn.
Beslissing nieuwe centrales uitgesteld
Onder druk van een mogelijke regeringscrisis stelt de Ministerraad de beslissing over de bouw van kerncentrales weer uit. De energiesituatie is toch niet zo slecht als gedacht, zo is het argument. Wel worden de in de Energienota aangekondigde onderzoeken verder uitgevoerd, maar begin van de bouw in 1977 is volgens Lubbers “niet wel denkbaar”, maar de formulering “in of omstreeks 1985” uit de Energienota kan volgens Lubbers “nog wel gehandhaafd blijven”. Het zal nu een zaak van het volgend kabinet gaan worden en dus, zo verwacht men, een rol in de verkiezingen gaan spelen. Het is een overwinning van de kleinste regeringspartij, de PPR. Wel wordt besloten de ASEV (Aanvullend Structuurschema Elektriciteitsvoorziening) door te laten gaan waarbij vooral de nadruk komt te liggen op mogelijke vestigingsplaatsen van de kerncentrales en de PKB (Planologische Kernbeslissing) te laten volgen.
Op 31 januari staat er een paginagrote advertentie in de landelijke dagbladen waarin 1200 wetenschappers hun bezorgdheid uitspreken over kernenergie. “Leden van de 2de Kamer, geef ons het voordeel van de twijfel!”.
Op 3 februari gaat de Kamer met grote meerderheid akkoord met het uitstel van de kabinetsbesluit tot uitstel tot na de verkiezingen: PvdA. D66, PPR, KVP, ARP en CHU stemmen voor uitstel; VVD, DS70 en GPV tegen.
"Plaatsen voor kerncentrales"
De Ministeries van EZ en Volkshuisvesting gaan gewoon door met de procedures om vestigingsplaatsen voor kerncentrales te vinden. De brochures ‘Plaatsen voor kerncentrales’ en het ‘Aanvullend Structuurschema Elektriciteitsvoorzieningen’ (ASEV) worden gepubliceerd. De milieubeweging acht de voorlichting in de brochures “eenzijdig, onvolledig, onjuist en onduidelijk”.