- Instituten:
- onderzoeksinstituten
Productie splijtstofelementen
Philips stopt met haar kernenergieactiviteiten, maar maakt een uitzondering voor UCN, waar ze aandeelhouder van blijft. Directe aanleiding is de beslissing van de PZEM om de order voor de kerncentrale in Borssele niet aan Nederlandse bedrijven te gunnen (hoewel ze 70 % van de werkzaamheden gaan doen) en de productie van splijtstofelementen daarvoor door een bedrijf in het buitenland gebeurt. Verder zijn er problemen met de GKN/SEP over de tweede levering van elementen voor Dodewaard. GKN besluit tot een open inschrijving daarvoor en een Engels bedrijf (in plaats van Philips) gaat met de order strijken.
De RCN neemt een deel van de fabricageapparatuur van Philips over en wil een productielijn opzetten met genoeg capaciteit voor de jaarlijkse herladingen van de Dodewaard en Borssele centrales.
Eerste 'media-event' kernenergie
De Vaste kamercommissie voor kernenergie houdt een hoorzitting waarvoor veel media belangstelling is. Het is eigenlijk de eerste keer dat kernenergie zo in de belangstelling staat. Bij de critici van kernenergie die spreektijd krijgen is ook een ‘Maatschappij Kritische Klub van medewerkers van het RCN’ die pleit voor een tienvoudige verlaging van de toegestane stralingsdosis voor grote bevolkingsgroepen en een stop op de bouw van kerncentrales omdat er nog niet voldoende onderzoek is verricht naar de toepassing van kernenergie.
Ongeluk RCN
Bij het demonteren van een in de HFR bestraalde capsule in een hot cel (bij het ontkoppen wordt op de verkeerde plaats gezaagd)komt radioactiviteit vrij. De ruimte in het reactorgebouw “zal enige maanden” niet gebruikt kunnen worden, maar, zo deelt RCN mee ”daar de vrijgekomen radioactiviteit zich geheel bevindt binnen de hermetisch gesloten cel is geen besmetting van personeel of gebouw opgetreden.”
Voorstel: verbreding RCN tot ECN
Terwijl minister van EZ Lubbers nog 3 kerncentrales wil bouwen, besluit het Kabinet Den Uyl tot verbreding van het onderzoeksterrein van het RCN met allerlei andere "alternatieve" energieonderwerpen. De Ministerraad bespreekt een voorstel van minister Trip (PPR -Wetenschappen) en de LSEO (in 1974 ingestelde Landelijke Stuurgroep Energie Onderzoek olv Van Gool) om te komen tot een Energieonderzoek Centrum Nederland.
Kernfusie-onderzoek niet naar ECN
Het voorstel van de RCN/ECN en de FOM om het kernfusie-onderzoek onder te brengen bij de ECN, wordt door de regering niet overgenomen. FOM is zeer verbolgen (“Bij het lezen van een degelijke tekst vragen wij ons af of ‘t land wel helemaal goed wordt bestuurd”, lezen we in een interne communicatie). Wil men nu “op energie-productie gericht kernfusie-onderzoek” (en de regering wil dat!) dan zou het toch logisch zijn dat het onderzoek onder verantwoordelijkheid komt van het ECN, vindt men. Maar, zo staat in het regeringsstandpunt, “gezien haar hierboven omschreven visie (…) acht de overheid opneming van het Instituut voor Plasmafysica in het ECN niet gewenst”. Achterliggende reden blijkt dat Lubbers (EZ) vind dat kernfusie nog niet praktisch realiseerbaar en dus geen energie-onderzoek is en daarom maar onder O&W moet (blijven) vallen.
RCN wordt ECN
Een jaar nadat het voorstel door de ministerraad werd behandeld, treden nu de nieuwe statuten in werking van het Energie Centrum Nederland en komt hiermee een einde aan het Reactor Centrum Nederland. Het bestuur van het RCN wordt voor een fait accompli gesteld; het is een politieke beslissing het onderzoeksterrein te verbreden en de naam te veranderen. Het feit dat het RCN het onderzoek naar alternatieven wordt opgedrongen is van grote betekenis. Het onderzoek had ook ergens anders kunnen worden ondergebracht, of er had een aparte organisatie voor op gericht kunnen worden, maar op deze manier wordt het nucleaire onderzoeksinstituut als het ware van binnenuit uitgehold. “Ons geloof in kernenergie mogen wij natuurlijk houden”, zegt de technisch directeur Pelser nog.
KEMA: radioactief afval begraven in eigen tuin
In Arnhem verschijnt in De Nieuwe Krant een artikel over radioactief afval op het terrein van de KEMA en sterfgevallen van kinderen die daar mee gespeeld zouden hebben. Een week later, na aanvankelijk alles ontkend te hebben, graaft de KEMA drie kuilen leeg en 18 kilogram radioactief afval op. Aan de hand daarvan concluderen ze dat op het hele terrein 3 kilo uranium en 5 kilo thorium ligt. Al snel blijkt dat het ook om andere radioactieve stoffen gaat, waaronder cesium en kobalt. Een plan zal worden ontwikkeld om alles op te graven. Al in 1973 was bij een aantal ministeries bekend dat er radioactief materiaal (afkomstig van proeven met de nulenergiereactor) op het terrein was begraven in de periode 1956-1972. Verontruste bewoners organiseren zich in de actiegroep ‘KEMA-afkeur’. Op 2 december demonstreren ruim 500 mensen in Arnhem onder het motto 'Geen vergunning KEMA - Stop Kernenergie' De KEMA wil graag een nieuwe vergunning voor het experimenteren met radioactieve stoffen.