- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
KEMA krijgt vergunning voor ontmanteling
De KEMA krijgt een vergunning voor (o.a.) de ontmanteling van de in 1977 stilgelegde KSTR. Hoewel de KEMA aandrong op een snelle afgifte ("nu werken er nog mensen die weten hoe die in elkaar zit") geven ze nu aan niet snel te beginnen met de afbraak omdat de kosten (geschat op f 10 miljoen) nu niet op te brengen zijn. Het vreemde (hoewel bij de KSTR alles mogelijk blijkt) is dat de splijtstof (en mogelijk onderdelen van de reactor) al december 1979 in het geheim vanaf militaire vliegbasis Deelen naar Oak Ridge in de VS is vervoert.
Deze Kernenergiewet-vergunning is eigenlijk de eerste vergunning die de KEMA krijgt voor “voorhanden hebben van splijtstoffen en radioactieve stoffen”, nadat alle vergunningen in 1978 zijn vernietigd door de Kroon. Feitelijk betekend dat dat de KEMA al zo’n 30 jaar of illegaal kernonderzoek doet, of gedoogd wordt.
De Staat sjoemelt met de Kernenergiewet
Vergunningen voor het gebruik van stralings- of onderzoeksapparatuur zijn gewoon op een nieuwe naam gezet met alleen een publicatie in de Staatscourant achteraf. Zo blijkt de onderzoeksreactor van het Inter Universitair Reactorinstituut opeens op naam van de Technische Universiteit Delft te staan. Volgens de Kernenergiewet moet de nieuwe eigenaar een (nieuwe) vergunning aanvragen, die openbaar is en waartegen bezwaar gemaakt kan worden. In totaal lijkt het al ruim 20 keer voorgekomen te zijn dat dat niet gebeurt, meest bij ziekenhuizen.
Aanvraag opslag splijtstof in LAVA-gebouw
“Begin dit jaar werd duidelijk dat niet langer gerekend mag worden op afvoer van de gebruikte splijtstofelementen van de onderzoeks-reactoren in ons land naar de VS”, zegt minister De Boer (VROM) en daarom is er door de eigenaar van de HFR een vergunning aangevraagd voor de opslag van hoogradioactieve splijtstof (in transportcontainers) in gebouwen van de Covra voor laag- en middenactief afval. De minister weet nog niet of dat acceptabel is: “een oordeel is pas mogelijk als alle elementen die vereist zijn voor de beoordeling (…) beschikbaar zijn.“ Covra zit in financiële problemen door minder afval dan begroot. Op 15 augustus is er een vergunning aangevraagd voor de bouw van een bunker voor de opslag van hoogradioactief afval (de HABOG). Met de bouw is ongeveer 275 miljoen gulden gemoeid.
Vergunning voor conversie IRI-Delft
De TU in Delft vraagt een vergunning aan voor omschakeling van de IRI- reactor op laagverrijkt uranium. Dit is de belangrijkste voorwaarde van de VS, die weigeren hoogverrijkt uranium te leveren en ook het afval terug te nemen. Daardoor is al een probleem ontstaan met de opslag van de brandstof in Delft, maar omdat als een soort noodsituatie de VS in 1994 alsnog 33 elementen terugnamen, hoeft de reactor niet stilgelegd te worden.
Hoogverrijkt uranium is eenvoudig te gebruiken in kernwapens en daarom hebben de VS al sinds 1977 een beleid om onderzoeksreactoren die zij van brandstof voorzien om te laten schakelen naar laagverrijkt uranium. Dat geldt ook voor de HFR.
Vergunning voor hoogactief radioactiefafval bij Covra
De Raad van State beslist dat hoogradioactief afval uit de HFR tijdelijk opgeslagen mag worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval bij de Covra. De Raad van State vindt dat de klagers, w.o. Greenpeace, onvoldoende aan hebben kunnen tonen dat de opslag niet kan.
Greenpeace wees er op dat de MTR-2 containers die gebruikt gaan worden, niet in de VS gecertificeerd zijn. De 400 splijtstofelementen zullen in fases van Petten naar Vlissingen-Oost vervoerd gaan worden. Wanneer Greenpeace in beroep gaat tegen de transportvergunning zegt de landsadvocaat op de zitting eind april dat conversie naar laagverrijkt uranium niets meer uit zal maken: het afval moet hier in Nederland opgeslagen worden. Ook Europa (Euratom) wil dat het afval hier blijft: het heeft namelijk een contract met de Covra afgesloten ter waarde van 90 miljoen gulden. En Covra heeft al met een schadeclaim gedreigd. Minister Pronk stelt het afgeven van de transport-vergunning uit tot oktober, maar zegt dat de HFR in elk geval niet gesloten zal worden, hoewel hij eerder verklaard heeft dat de reactor in juli echt gesloten wordt als er dan geen oplossing is. Hij geeft toestemming splijtstofelementen tijdelijk op te slaan in transportcontainers in het HFR-gebouw. Drie-kwart van de Zeeuwen is tegen de opslag.
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.
Transportvergunning Dodewaard en HFR vernietigd
Door een vormfout vernietigt de Raad van State opnieuw de vergunning die minister Pronk (VROM) in december 1999 heeft afgegeven voor het transport van de splijtstof uit de in 1997 stilgelegde kerncentrale Dodewaard (naar de opwerkingsfabriek in Sellafield) en de HFR. Greenpeace die beroep had aangetekend tegen de vergunning, reageert verheugd; over de Dodewaard splijtstof zegt ze: “het lijkt erop dat de minst slechte oplossing –het afval opslaan in een bunker in Borssele- steeds dichterbij komt. Die bunker is in 2003 klaar.” Pronk reageert als de vermoorde onschuld. Hij luidt de noodklok en geeft binnen een week (op 12 juli) voor de HFR een nieuwe transportvergunning af voor het transport naar de Covra die direct van kracht gaat, omdat naar hij verwacht de reactor anders binnenkort moet sluiten wegens gebrek aan opslagruimte en de reactor volgens hem essentieel is voor de productie van medische isotopen. Milieuorganisaties reageren furieus en zeggen dat er alleen maar een commercieel belang is: bedrijven staan in de rij om die productie over te nemen. Medische isotopen die overigens ook op een alternatieve manier geproduceerd kunnen worden, zie factsheet laka.
Nieuwe vergunning HFR
De HFR heeft de nieuwe vergunning in het kader van de Kernenergiewet en de NRG wordt de nieuwe vergunningshouder. De Europese Unie – Euratom - blijft wel eigenaar van de reactor. De huidige vergunninghouder (GCO – Euratom) en NRG hebben eind december 2003 een aanvraag gedaan voor een nieuwe vergunning. Het gaat om het omschakelen van de reactor van hoogverrijkt uranium naar brandstof met laagverrijkt uranium, financiële garanties voor ontmanteling, een MER en een nieuw veiligheidsrapport.
Voorlopige herstart HFR
Na ruim een half jaar stil gelegen te hebben, wordt de HFR weer opgestart. Weliswaar zonder de reparatie die nodig is om het gasbellen-probleem in het primaire koelsysteem op te lossen, want dat gaat namelijk te lang duren. Omdat een aantal andere productiereactoren voor medische isotopen deze maand stil gelegd worden voor onderhoud, moet volgens exploitant NRG en ook de (zeven!) verantwoordelijke ministers de HFR weer opgestart worden. Hoewel de reactor "niet voldoet aan de vigerende Kernenergiewetvergunning" omdat "de integriteit van het primaire systeem wordt bedreigd" wordt hiervoor een beschikking afgegeven.
De toestemming tot herstart is geldig tot 1 maart 2010 en er zijn voorwaarden aan verbonden. In de beschikking staat dat als er zich "ontwikkelingen ten aanzien van vraag en aanbod op de wereldmarkt voor medische isotopen voordoen waardoor het bedrijf van de HFR minder noodzakelijk is", de vergunninghouder dat onmiddellijk moet melden. Of de reactor dan weer uit bedrijf gaat is niet duidelijk.
In 2010 zal dan de reparatie, waarbij het beton waar de leidingen inzitten weggehakt moet worden, plaatsvinden.
Richtlijnen voor MER Pallas
Ondanks het afbreken van de aanbesteding in februari, gaat de vergunningsprocedure voor de Pallas reactor gewoon door. Nadat de Nuclear Research and consultancy Group (NRG) op 17 november 2009 de startnotitie MER heeft ingediend "ten behoeve van de realisatie van de onderzoeksreactor Pallas ter vervanging van de huidige Hoge Flux Reactor", publiceert het ministerie van VROM (samen met Verkeer en Waterstaat) nu de richtlijnen waar het milieueffectrapport aan moet voldoen.
In de publiciteit wordt als belangrijkste reden voor de nieuwe reactor de productie van medische isotopen genoemd. Uit een in mei 2010 gepubliceerd onderzoeksrapport ('Medical Radioisotope Production Without A Nuclear Reactor') van de Stichting Laka blijkt dat het echter ook mogelijk is om de isotopen die gebruikt worden in de medische sector te produceren met versnellers. Dat is goedkoper en de productie is decentraal en dus niet zoals nu, afhankelijk van een klein aantal productie-reactoren, waardoor de aanvoer veel meer gegarandeerd is. Daarbij komt dat het afval veel minder radioactief is (en minder lang), en zijn een aantal inherente problemen van kernreactoren (c.q. kernenergie) niet aanwezig. Zo is er geen proliferatiegevaar omdat er geen hoogverrijkt uranium nodig is en zijn de veiligheidsproblemen veel geringer.