- Argumenten en twijfel:
- publieke discussie en/of twijfel over veiligheid, straling, broeikas, rampenplannen, proliferatie, aansprakelijkheid, etc. Deze inhoudelijke discussies worden maar minimaal weergegeven in deze chronologie
Drinkwater in gevaar door bouw meer kerncentrales
Verschillende waterleidingsbedrijven in Nederland en België zijn verontrust over een dreigend gebrek aan voorzorgen bij de bouw van kerncentrales aan de Maas en schrijven de regeringen van Frankrijk, België en Nederland daarover. Het kan de drinkwatervoorziening van 5 miljoen mensen in gevaar brengen, schrijven ze.
Nederland werkt mee aan Force de Frappe
Nederland werkt indirect mee aan het Franse kernwapenprogramma door de deelname in de Superphenix, de snelle kweekreactor in Malville. Via de SBK (Kalkar) heeft Nederland een aandeel van 2,4% in een reactor die, zo blijkt uit recente wetenschappelijke publicaties, er zal zijn om Pu-239 te produceren voor de ‘Force de Frappe’. Superphenix zal, zo is de verwachting, in 1984 in bedrijf komen.
Superphenix, met Nederlands plutonium, in gebruik
De snelle kweekreactor Superphenix in Zuid-Frankrijk wordt eindelijk in gebruik genomen. Veel later en duurder dan gepland; de bouw heeft 10 jaar geduurd en heeft 20 miljard franse franc gekost (6,6 miljard gulden). De elektriciteit zal naar verwachting twee keer zo duur zijn als uit een ‘conventionele’ kerncentrale. In januari ’86 wordt de reactor op het elektriciteitsnet aangesloten, en in oktober zijn er dan al 20 noodstops gemaakt.
De discussie over eventueel militair gebruik van het in de Superphenix gekweekte plutonium woedt nog steeds, zo zijn er berichten dat het gebruikt zal gaan worden voor de neutronenbom. De officiële respons is altijd dat het materiaal valt onder de Euratom-safeguards (Frankrijk heeft het NPV nog steeds niet ondertekent). Euratom verbiedt geen militair gebruik, wel een onttrekking van materiaal aan het ‘bestemde’ gebruik. “Niets is nog bekend over de bestemming van het plutonium na gebruik in de Superphenix. Daarom is het niet mogelijk een uitspraak te doen over de vraag of het materiaal onderworpen zal zijn aan veiligheidscontrole”, antwoord minister van BuZa Van der Broek in december 1984. Maar het door Nederland geleverde materiaal voor de kern (ongeveer 240 kg plutonium, volgens de minister) valt onder Euratom controle, zegt hij. Volgens proliferatie-experts kan Frankrijk, als kernwapenstaat, elk moment onttrekken aan IAEA en Euratom controles. In april ’85 wordt in de Tweede Kamer een PvdA-motie verworpen die het zou verbieden dat plutonium van Nederlandse origine direct of indirect wordt gebruikt voor kernwapenproductie.
Alle locaties kerncentrales ongeschikt
Binnenlands Bestuur, het ‘vakblad voor bestuurlijk Nederland’, komt met de opening dat vrijwel alle geselecteerde locaties voor kerncentrales volgens de eigen milieunormen van het Rijk ongeschikt blijken. Dat blijkt uit berekeningen die aan de hand van de methodiek en normering van het IMP (Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer) zijn gemaakt. De enige plaats waar binnen de berekende risico’s wel een kerncentrale gevestigd zou kunnen worden is de Maasvlakte, Maar ook in dat geval zijn de marges minimaal. Conform advies van de Gezondheidsraad is bij de selectie van de vestigingsplaatsen gebruik gemaakt van het systeem van de zogenaamde referentie vestigingsplaats. Bij deze methode wordt uitgegaan van een fictieve vestigingsplaats met daarbij veronderstellingen over de bevolkingsdichtheden op verschillende afstanden van de centrale. Toepassing van de recent door het kabinet vastgestelde IMP-normen leidt tot een veel scherpere selectie.
Tsjernobyl
Om 01.24 uur plaatselijke tijd, ontploft in de Sovjet-Unie (nu Oekraïne) de vierde reactor van het kerncentralecomplex in Tsjernobyl. De reactor was net in bedrijf en een aantal tests moesten nog worden gedaan. Een daarvan leidt tot de grootste kernramp uit de geschiedenis van het nucleaire tijdperk. Op 28 april dringt het nieuws langzaam de rest van de wereld binnen als een verhoging van de in Zweden gemeten radioactiviteit niet van de plaatselijke kerncentrales blijkt te komen, maar van een kerncentrale een paar duizend kilometer verderop.
Nederland is (net als alle andere landen) niet voorbereid: er komt een crisiscentrum en een informatiecentrum en een aantal maatregelen wordt vastgesteld die genomen moet worden in geval de radioactieve wolk Nederland bereikt. Er worden, uitsluitend voor jodium, normen vastgesteld waarboven voedsel en melk niet meer geconsumeerd mag worden: voor groente is dat 1300 becquerel per kilo en voor melk 500 Bq per liter. Ter vergelijking: in de jaren 50 werden de bovengrondse kernproeven stopgezet omdat men bij proeven in voedsel 10 Bq per kilo aantrof! Eind mei komen er in Europees verband ook normen voor cesium: voor groente 600 Bq per kilo en 370 Bq per liter melk. Op 1 januari 1990 gaan nieuwe normen van kracht: in melk mag 500 Bq jodium plus 1000 Bq cesium; in groente 2000 Bq jodium plus 1250 Bq cesium. Deze normen, vastgesteld door de Europese Commissie, terwijl het parlement veel strengere normen wilde, zijn, hoewel met goedkeuring van Nederland genomen, nooit in het Nederlandse parlement besproken.
Op 2 mei komt de Tsjernobyl-wolk Nederland binnen drijven. Op 3 mei moeten de koeien uit de wei, omdat het gras te radioactief is, op 9 mei mogen ze weer terug de wei in. Van 7 tot 10 mei wordt de spinazie doorgedraaid, mensen worden aangeraden die uit hun eigen tuin ook te vernietigen. Maar de cesiumwolk komt niet boven Nederland. “we hebben al met al veel geluk gehad”, zegt Landbouw minister Braks.
Het ongeluk gebeurt 3 weken voor de Tweede Kamerverkiezingen en heeft onmiddellijk invloed op de partijstandpunten, maar ook op de besluitvormingsprocedure rond nieuwe kerncentrales. De (al gevorderde) plannen gaan de la in en er komt een ‘herbezinning’ op kernenergie.
Een uitgebreide chronologie van de gebeurtenissen
Ook Dodewaard geen veiligheidsomhulsel
Na het ongeluk in Tsjernobyl staat de veiligheid van de kerncentrale in Dodewaard ter discussie omdat ook die geen tweede veiligheidsomhulsel heeft. Het ontbreken daarvan is een van de kritiekpunten van westerse kernfysici op de veiligheid van de Russsische centrales. De burgermeester schrikt en vraagt om een onderzoek en B&W van Amsterdam willen (weer) de sluiting aan de orde stellen bij de aandeelhouders van de GKN.
Werkplan Afwikkeling Tsjernobyl
Winsemius komt met het Werkplan Afwikkeling Tsjernobyl, waarin vermeld wat er sinds Tsjernobyl is gedaan en welke activiteiten er de komende jaren nog ondernomen worden. Het kabinet zal op korte termijn een aantal onderzoeken laten doen: naar de lange termijn gevolgen van radioactieve besmetting; de gevolgen van de bestaande alarmregelingen en naar de veiligheid van de bestaande kerncentrales. Het gaat daarbij vooral om de houdbaarheid van het veiligheidsomhulsel bij ernstige ongelukken.
OSART-Borssele aangeboden
Het rapport van de OSART-missie wordt aan de Tweede Kamer aangeboden. Het IAEA Operational Safety Review Team heeft naar aanleiding van Tsjernobyl van 6 tot 24 oktober 1986 de veiligheid van Kerncentrale Borssele onderzocht. Volgens het persbericht zijn er alleen kleine tekortkomingen gesignaleerd, die deels al verholpen zijn. Als gevolg van het rapport wordt de centrale eerder stilgelegd voor het jaarlijkse onderhoud en er worden extra mensen in dienst genomen.
Het concept–rapport van het OSART dat onmiddellijk na de inspectie naar de PZEM (en overheid) is gestuurd is, al door Vrij Nederland in december geciteerd en was een stuk minder positief over de veiligheids. Het rapport wordt na druk van de Kamer openbaar gemaakt waardoor de verschillen met het officiële Nederlandse rapport goed duidelijk worden. Een van de aanbevelingen die OSART doet is een op afstand bedienbaar beleidscentrum waarmee de centrale uit bedrijf kan worden genomen.
Dat was ook al een aanvullende eis van de Kroon bij het afwijzen van de bezwaren op 13 september 1979(!) tegen de inwerkingstelling van de centrale. Een motie van de PvdA over het langdurig stilleggen van de kerncentrale totdat alle gebreken verholpen zijn (zoals ook B&W van Middelburg wil), wordt door de Kamer op 2 februari verworpen. Alleen PvdA, D66, PPR en PSP stemmen voor. Ook een motie waarin opgeroepen wordt de bestaande kerncentrales mee te nemen in de herbezinning over kernenergie wordt verworpen met dezelfde stemverhouding. De centrale wordt op 25 maart, na twee maanden stil gelegen te hebben, weer opgestart.
Ministerie start voorlichtingscampagne
Het ministerie van Milieubeheer start een voorlichtingscampagne Straling/Radioactief afval. De primaire doelstelling is “het vermeerderen van kennis bij het Nederlandse publiek op het gebied van straling en radioactief afval.“ Verder maakt de campagne het mogelijk dat iedere Nederlander zich een mening vormt over deze onderwerpen door de verschillende opvattingen die in het voorlichtingsmateriaal naar voren worden gebracht met elkaar te vergelijken. Maar de brochure mag volgens Nijpels niet leiden tot een nieuwe maatschappelijke discussie, het gaat maar over een aspect. En zo “wordt de discussie over nut of overbodigheid van kerncentrales uit de weg gegaan.“ Niet iedereen is even tevreden, zo lijkt Nederland op de voorkant afgebeeld “als eiland in een zee van straling. Waar eens een Belgisch atoomcentrum was, speelt nu een kind met radioactief afval”, volgens een briefschrijver in de Volkskrant.
Te weinig deskundig personeel voor nieuwe centrales
De ECN neemt een simulator in gebruik voor de opleiding en bijscholing van bedieningspersoneel van een kernreactor. Men klaagt erover dat er een tekort dreigt aan deskundig personeel: dat aantal is in de afgelopen 10 jaar teruggelopen van 1000 naar 100 mensen. Daarom is het bouwen van nieuwe kerncentrales in Nederland onverantwoord en kunnen instanties die zich met controle en veiligheid bezighouden een uitbreiding niet verhapstukken, zegt Versteegh van het ECN. De Kernfysische Dienst (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) reageert dat er voldoende personeel is en ook een evt uitbreiding mogelijk is: “maar men moet dan volstaan met bestaande en beproefde concepten voor nieuwe kerncentrales. Dus men moet niet zelf een nieuw concept gaan ontwikkelen.“