- Argumenten en twijfel:
- publieke discussie en/of twijfel over veiligheid, straling, broeikas, rampenplannen, proliferatie, aansprakelijkheid, etc. Deze inhoudelijke discussies worden maar minimaal weergegeven in deze chronologie
Bezinningsnota uitgebracht
De Bezinningsgroep Energiebeleid brengt de Bezinningsnota Kernenergie uit. Geadviseerd wordt om voor een periode van 5 jaar af te zien van besluitvorming over uitbreiding van kernenergie om zo tijd vrij te maken voor onderzoek en bezinning (het moratorium voorstel). Na die periode zou een beslissing dan werkelijk vrij kunnen zijn en volgens de Bezinningsgroep eventueel ook een aanzienlijk programma voor de bouw van kerncentrales kunnen omvatten.
Bijna helft geen mening over kernenergie
45% van de Nederlanders heeft nog nooit van kernenergie gehoord, kan het niet schelen of heeft er geen mening over; 32% is tegen de bouw van meer kerncentrales en 23% voor. Dit blijkt uit een opiniepeiling van NIPO in opdracht van het nauw aan de nucleaire industrie gelieerde bureau Ellens. Het RCN publiceert de uitkomsten toch nog positief met de kop: “Geen meerderheid Nederlandse bevolking tegen kernenergie.“
Rapporten nav Energienota verschijnen
De in de Energienota (van 26 september 1974) aangekondigde rapporten en onderzoeken (als voorwaarden voor de bouw van nieuwe kerncentrales) worden aan de Tweede kamer aangeboden.
- RASIN: Risico Analyse Splijtofcyclus In Nederland. Geschreven door SEP, UCN en Interfuel
- Gezondheidsraad over kerncentrales en gezondheid
- Commissie Reactorveiligheid: advies over de veilgheidsaspecten splijtstofcyclus in Nederland
Volgens de auteurs van de RASIN (drie bedrijven met grote belangen in kernenergie) wordt het risico van de splijtstofcyclus voor zover die zich in Nederland afspeelt, vrijwel geheel bepaald door de kerncentrale. Nevenactiviteiten (zoals verrijking, transport, afvalopslag) zijn daarmee vergeleken zeer gering. De kans op het ernstigste ongeval met een centrale wordt berekend op 2-5 maal per miljoen jaar.
De commissie van de Gezondheidsraad komt tot de conclusie dat een ernstig reactor ongeval zeer onwaarschijnlijk is, maar zo’n ongeval zeer ernstige gevolgen kan hebben. Ze stellen dat daarom het parlement een uitspraak moet doen over de aanvaardbaarheid van die risico’s.
Niet erg verrassend komt de Commissie Reactorveiligheid ook tot de conclusie dat de risico’s van kernenergie klein zijn, en dat het overheidstoezicht op de veiligheid bij ontwerp, bouw en bedrijf van een kerncentrale binnen het kader van de bestaande wetten effectief kan worden uitgevoerd.
In december publiceren wetenschappelijk medewerkers van de TH in Enschede, de RU in Groningen en Utrecht kritiek op de drie veiligheidsrapporten, onder de titel ‘Kernenergie in discussie’. Bekritiseerd worden de gekozen probleemstelling, de gehanteerde veiligheidsfilosofie en de gebruikte criteria. Het rapport levert interne, maar vooral externe kritiek op de studies. Waarbij met name de gekozen probleemstelling, de gehanteerde veiligheidsfilosofie en de gebruikte criteria ter discussie staan. Er wordt ingegaan op “fundamentele en wereldwijde aspecten van kernenergie”, toegespitst op de meer specifieke Nederlandse situatie. Van een aantal punten wordt “de ontoereikendheid van onze huidige kennis voor het evalueren van de invloed van kernenergie op volksgezondheid en milieu“ behandeld. Veel aandacht schenkt men aan de omvang, de lange termijn gevolgen, de maatschappelijke ontreddering en mogelijke oorzaken van ongelukken met kerncentrales.
Werkgelegenheid en kernenergie
De bezinningsgroep Energiebeleid wijst (in haar Tweede Bezinningsnota Kernenergie) erop dat als een industrie zich bezighoudt met de bouw van reactoren voor eigen gebruik, men in uiterst pijnlijke dilemma’s verzeild kan raken. Er zal gekozen moeten worden tussen werkgelegenheid enerzijds en levering van centrales anderzijds, aan landen die men op politieke gronden eigenlijk geen kerncentrales zou mogen toevertrouwen. Men berekent dat door warmte-isolatie en zuiniger apparaten de bouw van een aantal 1000MW kernreactoren overbodig zijn en dat ook nog de werkgelegenheid ten goede komt. Vòòr 1977 hoeft er helemaal geen beslissing genomen te worden, schrijven ze.
VS: Carter's NPA aangenomen; gevolgen voor HFR
In de VS zijn door president Carter een aantal beleidsbeslissingen genomen, die nu resulteren in de ondertekening van de Nuclear Non-Proliferation Act. Dit houdt onder meer in dat in de VS civiele opwerking verboden wordt en in het algemeen het gebruik van stoffen die gebruikt kunnen worden voor kernwapens moeten worden beperkt. Voor de HFR heeft dat tot gevolg dat a- de HEU-splijtstof niet langer naar Mol (België) gestuurd mag worden voor opwerking, maar naar Savannah River in de VS moet, en b- dat de HFR over moet stappen naar laagverrijkt uranium (ipv. 90% - 20 %), wat minder geschikt is voor kernwapens. Landen die HEU krijgen van de VS hebben twee jaar de tijd om te onderhandelen over andere brandstof, maar moeten wel binnen 30 dagen laten weten te willen onderhandelen. Nederland (& Euratom) doet dat niet en in mei komt het bericht dat de VS gestopt is met levering van brandstof (in de pers wordt ook de relatie gelegd met de Molukse gijzelingsacties en slechte beveiliging). Volgens de ECN is “de VS niet het enige land dat HEU kan leveren“ en hebben ze voorlopig nog voldoende splijtstof. Ook de IRI in Delft krijgt geen splijtstof meer. Maar de uitgewerkte brandstof van zowel de IRI als de HFR wordt vanaf nu wel naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is toch verboden in de VS?
Harrisburg: kan zoiets ook in Borssele?
Naar aanleiding van het ongeluk in de kerncentrale in Harrisburg schrijven de ministers van Sociale Zaken (Albeda) en Volksgezondheid (Ginjaar) dat er geen reden is om de kerncentrales te sluiten, maar dat alle procedures waarbij menselijk handelen een rol speelt, opnieuw zullen worden beoordeeld. Meteen na het ongeluk zei een PZEM woordvoerder over Borssele: “Ik wou dat ik kon zeggen: Hier kan zoiets niet gebeuren.“ Op 7 april demonstreren ongeveer 2000 mensen bij de kerncentrale.
"Bliksemse katers"
Na een vergadering van de EEG regeringsleiders over het energieprobleem zegt premier Van Agt dat Nederland nu ook “als de wiedeweerga, als de bliksemse katers“ de veiligheidsproblemen rond kernenergie moet oplossen. Het klinkt als een bevel, maar lijkt meer een zucht van wanhoop.
KEMA: kinderen kunnen toch met afval gespeeld hebben
De KEMA geeft voor het eerst toe dat het inderdaad mogelijk was voor kinderen om op en in de kuilen met begraven radioactief afval te spelen. B&W van Arnhem blijkt het oneens te zijn met de stelling van de minister van V&M dat er 21 kinderen met afval uit de kuilen gespeeld hebben (waarvan er inmiddels 3 zijn overleden aan kanker) en stellen dat dat er maar 11 waren. Dan is 25% wel een erg hoog percentage, zo stellen ze in een brief aan de minister.
Nederland en het VS-kernwapenprogramma
Minister Van Aardenne (EZ) moet toegeven dat de splijtstof van de Hoger Onderwijs Reactor (HOR) in Delft en die van de HFR in Petten in de VS terecht kan komen in het kernwapenprogramma. De splijtstof wordt namelijk naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is er niet in de VS: dat is sinds een aantal jaren verboden. En de opwerkingsfabriek, Savannah River Plant, is dan ook een militair complex en onderdeel van het Amerikaanse kernwapenprogramma.
In januari publiceerde de ‘Stroomgroep Stop Kernenergie’ Den Haag een onderzoek waaruit bleek dat de brandstof van de HOR en die van de HFR in de VS terecht komt in het kernwapenprogramma. Dat wordt hiermee bevestigd.
Jodiumpillen niet nu al uitgedeeld
De minister van Volksgezondheid vindt niet dat er nu al aan mensen in de buurt van nucleaire objecten jodiumpillen moeten worden uitgedeeld. Volgens hem is daar tijd genoeg voor na een ongeluk. Er zijn verschillende depots in Nederland waar grote hoeveelheden opgeslagen liggen. Jodiumpillen, mits op tijd ingenomen, kunnen de opname van radioactief jodium in de schildklier verminderen.