- Politieke partijen:
- verkiezingsprogramma’s, stellingnames en stemgedrag (van specifieke partijen)
Kamer voor openhouden bestaande centrales
Bij de behandeling van de ’Nota over het Kernongeval nabij Harrisburg’ in de Tweede Kamer wordt duidelijk dat een meerderheid voor het openhouden van de centrales in Dodewaard en Borssele zijn en de Nederlandse centrales ‘betrouwbaar’ vinden. Binnen de PvdA is ongeveer 1/3 voor sluiting en D66 is voor openhouden onder bepaalde voorwaarden. Daarmee is een motie van de PPR voor sluiten van de centrales waar later over gestemd zal worden, bij voorbaat kansloos.
Ledencongres voor sluiting kerncentrales
De leden van D66 spreken zich, tegen de uitdrukkelijke wens van het hoofdbestuur, op het partijcongres uit voor de sluiting van de bestaande centrales in Dodewaard en Borssele, zodra de partij deel uitmaakt van een volgend kabinet. Ook de PvdA heeft een strijdpunt gemaakt van de sluiting bij de kabinetsformatie.
Opwerkingscontracten goedgekeurd
Na bijna twee jaar steggelen ("Toekomst kerncentrales op het spel") besluit een Kamermeerderheid (tegen stemden: PvdA, D66, PPR, PSP, CPN; voor: CDA, VVD en DS’70, SGP, GPV en BP) de goedkeuringswetten aan te nemen zonder de onderliggende opwerkingscontracten met BNFL en Cogema in te hoeven zien. De publieke opinie spreekt van een “nederlaag voor de democratie.“ Maar onder druk van de regering en elektriciteitsbedrijven die dreigen dat anders de kerncentrales dicht moeten, gaat een kamermeerderheid toch akkoord. Overigens zijn de installaties waar de Nederlandse splijtstof opgewerkt moet worden, nog niet klaar: zowel de UP-3 in La Hague als Thorp in Sellafield zullen pas, zo verwacht men, eind jaren ’80 klaar zijn. De UP3 in La Hague blijkt in 1990 klaar, maar Thorp blijkt pas in 1994 in bedrijf te komen.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Van Agt II
Grote winnaar van de verkiezingen is D66. De 'grote drie' CDA, PvdA en VVD verliezen. Winnaars zijn verder de RPF, de PSP en de CPN. Door het verlies van CDA en VVD verliest ook de regeringscombinatie haar meerderheid. De formatie resulteert in september in het tweede kabinet-Van Agt, waaraan CDA, PvdA en D66 deelnemen.
Het jaar met de meeste woorden gewijd aan kernenergie in de verkiezingsprogramma’s: het publieke debat staat op scherp.
Het CDA vindt “verdere bouw van kerncentrales (….) thans niet toelaatbaar, D66 wil ook Borssele en Dodewaard zo snel mogelijk gesloten net als PvdA die dat “zo snel als technisch mogelijk“ wil. De VVD wil na zorgvuldige afweging van alle relevante afwegingen snel een beslissing over de uitbreiding van het aantal kerncentrales. Verder vindt ze dat de overheid verantwoordelijk is om “juiste en evenwichtige voorlichting over de kernenergie te bevorderen, zodat onnodige ongerustheid wordt weggenomen.“ Klein-links is tegen en klein-rechts vindt dat er ("helaas" zegt de SGP) niet te ontkomen is aan kernenergie.
Formateurs: sluiting centrales niet in formatie regelen
De kabinetsformateurs komen met het voorstel dat D66 leider Terlouw eerder heeft gelanceerd: de beslissing over het sluiten van de kerncentrales wordt niet in de formatie geregeld, maar zal door een nieuw kabinet worden onderzocht. Hiermee gaat Terlouw in tegen de beslissing van z’n partijcongres en vindt (evenals de formateurs) dat er los van de BMD een beslissing genomen kan worden.
Tweede-kamerverkiezingen, vorming kabinet-Lubbers
Door het al snel vallen van het kabinet Van Agt/DenUyl, schrijft het minderheidskabinet Van Agt vervroegde verkiezingen uit, waarbij de VVD tien zetels wint. De PvdA herstelt zich van een zware nederlaag bij de Statenverkiezingen van maart. Grote verliezer is D66. In november bereiken CDA en VVD een akkoord over de vorming van het eerste kabinet-Lubbers.
De positie van de partijen in dit kabinet dat in 1985 zal besluiten tot de bouw van kerncentrales is verschillend, maar niet bepaald uitgesproken pro-kernenergie. CDA “verdere bouw van kerncentrales achten wij thans niet toelaatbaar“ en de VVD vindt dat, gezien de energiebehoefte en de uitslag van de BMD (die nog lang niet afgelopen is), zo snel mogelijk een beslissing moet worden genomen “over het al dan niet uitbreiden van het aantal kerncentrales.“ Alle andere partijen die zich over kernenergie uitspreken (behalve de SGP) zijn tegen. Zo vindt de PvdA dat de kerncentrales “zo snel als technisch mogelijk“ gesloten moeten worden.
"Hypotheek op de toekomst"
Twee dagen (17-18 juni) debatteert de Tweede Kamer over het voornemen van de regering minstens twee kerncentrales te bouwen. De VVD en CDA stellen als voorwaarde dat er een ‘verantwoorde oplossing’ gevonden wordt voor het kernafval en de locatie voor die tijdelijke bovengrondse opslag (wat een ‘verantwoorde oplossing’ wordt gevonden) in 1988 (als de definitieve vergunning voor de centrales verleend moet worden) bekend is. Ze gaan er van uit dat later (in de jaren 90) oplossingen voor definitieve ondergrondse opslag gevonden zullen vonden. Volgens de PvdA is daarmee “de hypotheek van de regeringspartijen op de toekomst volledig.“ Er zal een verkorte inspraakprocedure komen van drie maanden voor de vestigingsplaatsen van de kerncentrales die dan 1 november afgerond moet worden en dan kan het kabinet in februari 1986 een besluit nemen waar de centrales gebouwd gaan worden. In 1995 moeten die dan stroom gaan leveren. Uiteindelijk gaan de regeringspartijen CDA (met 3 tegenstemmende ‘dissidenten’) en VVD en klein rechts op 27 juni akkoord met de bouw van 2 kerncentrales, de linkse oppositie (PvdA, D66, PPR, PSP, EVP en CPN) stemt tegen.
PvdA: "sluiting zo snel als technisch mogelijk"
Het PvdA-kongres scherpt de zinsnede die in het verkiezingsprogramma komt over kernenergie iets verder aan: nu komt er “sluiting zo snel als technisch mogelijk“ in. De fractie vraagt een nieuw onderzoek naar de kosten van sluiting.
'Stem tegen kernenergie'
Onder het motto ‘Stem tegen Kernenergie’ wordt in Utrecht een grote landelijke actie begonnen. Aanleiding hiertoe is het besef dat met het CDA/VVD-kabinet geen enkele mogelijkheid bestaat voor een andere energiepolitiek. Hoewel men niet de illusie heeft dat met een CDA/PvdA-kabinet alles bereikt is, heeft men hoop dat daar, met enige druk van buitenaf, standpunten te veranderen en te beïnvloeden zijn. Ondanks het feit dat de actie door het ongeluk in Tsjernobyl (26 april) flink opleeft, heeft het toch niet het gewenste resultaat. Na de Tweede Kamerverkiezingen op 25 mei komt er een nieuw CDA/VVD-kabinet. Door vlak na Tsjernobyl hun pro-kernenergie standpunten af te zwakken, nemen ze de ‘Stem tegen Kernenergie’ actie flink wind uit de zeilen.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Lubbers II
Bij deze verkiezingen een kleine maand na het ongeluk in de kerncentrale in Tsjernobyl behaalt het CDA onder aanvoering van premier Lubbers een grote overwinning. Regeringspartner VVD verliest daarentegen flink.. Van de oppositiepartijen winnen PvdA en D66. Met 52 zetels behaalt de PvdA zelfs het op één na beste resultaat uit haar geschiedenis ('de overwinningsnederlaag'). Net als in 1977 gaat de winst van de PvdA ten koste van 'klein links': In juli wordt het tweede kabinet-Lubbers (CDA en VVD) geformeerd.
Na het ongeluk in Tsjernobyl is kernenergie in de verkiezingscampagne prominent aanwezig. De milieubeweging was al voor Tsjernobyl een ‘Stem tegen kernenergie’ campagne begonnen. Hoewel het eerste Kabinet Lubbers een jaar eerder nieuwe kerncentrales aankondigde gaan die plannen snel de ijskast in. Maar de programma’s waren al gedrukt. De regeringspartijen CDA en VVD zijn voor nieuwe kerncentrales, hoewel beiden vinden dat het afvalprobleem nog opgelost moet worden. GPV en SGP zijn voorzichtig voor, de rest is zeer uitgesproken tegen.