- Commissie:
- door de overheid ingestelde groep ‘experts’ voor het geven van advies hetzij structureel of eenmalig, hetzij lokaal of nationaal
Oprichting ILONA voor afvalbeleid
Na het niet doorgaan van proefboringen en het aannemen van een motie (27-2-80) die vraagt om verder onderzoek naar, ook bovengrondse, afvalopslag te doen, kiest de regering voor een gefaseerde, technisch-wetenschappelijke aanpak. Daarbij hoort het opzetten van commissies. In augustus ’81 laat Van Aardenne (Min. EZ) weten dat de Beleidscommissie Integraal Landelijk Onderzoek Nucleair Afval (ILONA) wordt opgericht, die bestaat uit vier optiegebieden (studie-commissies): OPLA (geologische OPslag te LAnd), NORA (Noordzee-zoutkoepels); DORA (Diepzee-opberging) en MINSK (mogelijkheid van interim opslag).
Commissie sluiting bestaande kerncentrales
Voortkomend uit het regeerakkoord komt er een commissie die de financiële gevolgen van sluiting van de kerncentrales moet bestuderen en uiterlijk in april 1982 moet rapporteren. Beek (directeur Unilever) zal de groep gaan leiden. Dit tot ongenoegen van De Brauw, voorzitter van de Stuurgroep Brede Maatschappelijke Discussie, die vindt dat het verwarrend zal werken als er naast de stuurgroep nog een commissie wordt ingesteld. Maar De Brauw ergert zich ook een beetje aan het feit dat Beek “zeer kritisch“ staat tegenover kernenergie.
Commissie eindelijk compleet
In januari, 3 maanden na het instellen van de Commissie naar de gevolgen van sluiting kerncentrales, is alleen de voorzitter (D66’er Beek) nog maar bekend. Het is vrijwel onmogelijk in het huidige klimaat mensen te vinden die noch anti-, noch pro-kernenergie zijn. Zo wordt de door de PvdA genoemde Damveld geweigerd omdat uit publicaties zou blijken dat hij tegen kernenergie is. Er is haast bij de commissie die eigenlijk al voor 15 april had moeten rapporteren.
Maar pas op 13 mei kan (ondertussen demissionaire) minister Terlouw de Kamer meedelen dat de ‘Studiecommissie Bestaande Kerncentrales’ compleet is en voor het einde van het jaar moet gaan rapporteren.
Discussie sluiting bestaande centrales
Als nu wordt besloten tot de sluiting van de centrales in Dodewaard en Borssele zal dat ongeveer 5 miljard gulden kosten. Dat zegt de Studiecommissie Bestaande Kerncentrales (beter bekend als de Commissie Beek) ingesteld door kabinet Van Agt II in 1981 om de gevolgen van sluiting te bestuderen. De Brauw zegt dat het geheim houden van de bronnen waarop de cijfers gebaseerd zijn, een versluierende rol speelt. Er komt meteen al veel kritiek op de cijfers en er onstaat een enorme publieke discussie over de kosten. In mei wordt door commissievoorzitter Beek toegegeven dat het uitbrengen van het rapport een politieke daad was en de onderzoeksopdracht “te beperkt.“ Er werd expliciet opdracht gegeven dat de kosten van kolencentrales als vervanging van de kerncentrales meegenomen moest worden. Door de universiteit van Groningen is er een rapport gemaakt waaruit blijkt dat de sluiting van de bestaande kerncentrales zelfs geld oplevert als de vervanging gebeurt door het gebruikmaken van de huidige overcapaciteit van de aardgas- en oliegestookte centrales.
Centrales blijven open ongeacht uitkomst BMD
De conclusies van de Commissie Beek zijn “verschrikkelijk duidelijk“ en “hoewel er nog geen kabinetsstandpunt is”, verwacht premier Lubbers “geen politieke problemen”: de bestaande kerncentrales blijven gewoon open zei Lubbers al op 21 januari. Dat kabinetsstandpunt komt op 4 februari: wat er ook gebeurt en ongeacht de uitslag van de BMD, de kerncentrales blijven gewoon doordraaien.
Alternatief voor dumpen in zee
De Commissie Heroverweging Verwijdering Radio-actief Afval (of de Commissie Van Bueren) heeft voorkeur voor “verwijdering van het radio-actief afval in diepe stortholtes in zout“ in plaats van in de Atlantische Oceaan. Maar voor het verwijderen van bepaalde categorieën is ook opslag bovengronds of net onder de oppervlakte voor een periode van 15-150 jaar een bruikbare mogelijkheid. Het rapport ’Studie naar de mogelijkheden voor de verwijdering van uit Nederland afkomstig laag- en middenactief vast afval anders dan door storten in de Atlantische Oceaan’, moet, zoals de titel al zegt, alternatieven aandragen voor de omstreden dumpingen in zee. Scheiding van afvalstromen op bijv. halveringstijden, wordt als belangrijk gezien.
Op zoek naar locatie centrale afvalopslag
De regering concludeert, op basis van advies van MINSK (‘Mogelijkheden van Interimopslag in Nederland van Bestraalde Splijtstof Elementen en/of Kernsplijtingsafval’) het onderzoek naar interim-opslag als afgerond te beschouwen en dat de bouw van een dergelijke faciliteit noodzakelijk is. De Covra zal de realisatie daarvan verzorgen, waarbij uit verschillende opties een keuze gemaakt dient te worden, vooral gebaseerd op technisch-economische overwegingen. Voor de vestigingsplaats zal LOFRA advies uitbrengen. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat al het in Nederland geproduceerde afval (dus ook laag- en middenactief afval) op hetzelfde terrein opgeslagen zal worden onder verantwoordelijkheid van Covra.
Voorrang voor geologische berging met tussenopslag
De op 28 september 1984 ingestelde Commissie OPLA, zo is al eerder door Lubbers meegedeeld, gaat voorrang verlenen aan geologische berging met interim of tussenopslag. De Tweede Kamer stemt nu in met OPLA fase l. Fase 1 is onderzoek dat leidt tot de keuze van een specifieke opbergtechniek, bijv. een opbergmijn of stortholte. De ministers Van Aardenne (EZ) en Winsemius (Milieu) noemen de criteria voor de opslag van 1979 “niet doelmatig“ (dat betekent ws. dat ze niet tot proefboringen hebben geleid). Volgens de criteria uit 1979 vallen alle zoutkoepels af, maar in plaats van af te zien van opslag in zout, gaat de regering de criteria nu aanpassen. Men gaat over naar het ontwikkelen van radiologische criteria in plaats van geologische. De Kamer stemt uitsluitend in met fase 1 en dan zal er opnieuw gedebatteerd moeten worden. Tot proefboringen (voorzien in fase 2) kan nu dus niet meer automatisch worden overgegaan. Fase 1 zal 2 jaar duren en 17,5 miljoen gulden kosten.
“Kernonderzoek bij ECN overbodig en slecht”
De RAWB (Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid) vindt dat kernenergieonderzoek bij het ECN overbodig en kwalitatief minder is dan in het buitenland en maar moet stoppen, zelfs al er nieuwe kerncentrales gebouwd worden. Volgens het adviesorgaan is er in Nederland nauwelijks een industrie die kan profiteren van het onderzoek. De ECN is ‘not amused’ en zegt dat elektriciteitsbedrijven nog steeds geïnteresseerd zijn in "kernenergetisch onderzoek" en er daarnaast ook nog behoefte is aan onderzoek naar de berging van radioactief afval.
12 mogelijke locaties voor afvalopslag
De LOFRA, beter bekend als de in december 1984 ingestelde Commissie Geertsema, maakt een lijst bekend met 12 mogelijke locaties voor de interim-opslag van al het in Nederland geproduceerde radioactief afval. In februari waren dat er na een “globale verkenning“ nog 20 geweest en uiteindelijk moeten er drie overblijven, waar dan een definitieve keuze uit gemaakt moet gaan worden. Hoewel de opslag een normale industriële activiteit is; mag het terrein door de te verwachten risicobeleving niet grenzen aan woonbebouwing; het moet een aaneengesloten terrein van 30 hectare zijn; en de aanwezigheid van oppervlakte water voor lozing en koelwater; verder moet het een goede bereikbaarheid hebben.
Er is veel kritiek op de lijst met 12 locaties, de criteria en procedure. Geertsema reageert verbaasd: “Risico’s zijn er niet, griesmeel kan nog exploderen, maar dit afval niet. Totaal geen risico’s, totaal niet”, laat hij weten. De 12 zijn: Maasvlakte, Sloegebied, Wychen, Drachten, Bergen op Zoom, Klundert (Moerdijk), Oosterhout, Raamsdonk, Veendam, Delfzijl, Vlagtwedde en Hefshuizen.