- Commissie:
- door de overheid ingestelde groep ‘experts’ voor het geven van advies hetzij structureel of eenmalig, hetzij lokaal of nationaal
Twijfels doorgaan onderzoek centrifuges
Ondanks dat de Evaluatiecommissie van het RCN in februari had geadviseerd tot voortzetting van het UC-project (tot aan het stadium waarin de bouw van een proeffabriek op semi-industriële schaal verantwoord zou zijn; 4 jaar zo schatte men, zou dat nog duren) is er veel pessimisme over het doorgaan ervan. In mei 1964 werd al meegedeeld dat de ontwikkeling van de centrifuges moeizamer verliep dan aanvankelijk voorzien. Het vergroten van de draaisnelheid maakt de tollen instabiel en de ene na de andere crasht. EZ verwachtte in 1965 nog dat het hele project op termijn zal stoppen (voor de tweede helft van 1966 is er zelfs geen geld begroot) en ook de Raad van Bestuur van het RCN is niet zo optimistisch. Door die onduidelijkheid over of er wel doorgegaan moet worden met het onderzoek, en omdat niemand de beslissing wil nemen, komt er uiteindelijk een commissie van experts die heel verrassend positief adviseert; bouw een proefopstelling van 150 ‘tollen’. Kosten 17 miljoen gulden. Het waarom van dat advies blijft onduidelijk, maar dat zou te maken kunnen hebben met een (natuurlijk geheime) technische doorbraak in het lab in Duivendrecht, bijv. over de lengte van de centrifuges en de koppelingstechnologie.
Op de RCN-bestuursvergadering eind september wordt uiteindelijk besloten de opstelling in Duivendrecht tot 70 ‘tollen’ te halveren en de kosten op die manier tot f 10 miljoen te beperken.
Advies: sluit LFR en ATHENE
De Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie adviseert de minister (O&W) de Lage Flux Reactor (RCN) en de ATHENE-reactor op de Technische Hogeschool Eindhoven te sluiten. Volgens de WRK dragen de reactoren te weinig bij aan het wetenschappelijk onderzoek om hun bestaan te rechtvaardigen. ATHENE is pas anderhalf jaar in bedrijf. Minister Nelissen (EZ) laat in maart 1971 weten absoluut geen reden te zien om de LFR stop te zetten.
WRK: afval in zoutkoepels opslaan
De WRK publiceert het rapport ‘Vestigingsplaatsen van energiereactoren en de opslag van radio-actief afval’ waarin staat te lezen, dat in Nederland “bewaarplaatsen voor radio-actief afval“ zullen moeten worden ingericht. Men verwacht dat op termijn hoogactief afval uit de opwerkingsfabrieken zal worden teruggestuurd. Al het afval kan in zoutkoepels worden opgeslagen. Kernafval uit opwerkingsfabrieken zal “ingesmolten in en glasmatrix (…) moeten worden opgeslagen in stabiele zoutafzettingen”, zo schrijft de WRK. Ook een werkgroep van de RCN vindt opslag van kernafval in zoutvoorkomens onder het vaste land “reëel en attractief.“
Algemene Energieraad geïnstalleerd
De voorlopige Algemene Energieraad (AER) wordt geïnstalleerd. De AER is in januari 1974 voorgesteld door de Voorlopige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en op 25 februari bij Koninklijk Besluit ingesteld om de minister van EZ “op zijn verzoek of uit eigener beweging” te adviseren over het te voeren energiebeleid. De AER bestaat uit vertegenwoordigers van o.a. consumenten, producenten, wetenschappers, werkgevers en werknemers en zal een belangrijke adviesfunctie krijgen.
85% van energieonderzoek naar kernenergie
De Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RAWB) vindt dat (ook het universitaire) onderzoek naar kernenergie aanzienlijk moet worden afgeslankt. Het totale kernenergieonderzoek kost dit jaar ongeveer f 100 miljoen en dat zal naar verwachting langzaam oplopen naar f 116 miljoen in 1982. Zo’n hoge bijdrage (85% van al het energieonderzoek) kan niet langer verdedigd worden gezien de lage bijdrage van kernenergie aan de energievoorziening en het besluit van het kabinet het kernenergieonderzoek te herprogrammeren.
Aankondiging Brede Maatschappelijke Discussie
De aankondiging door de minister van Economische Zaken Gijs van Aardenne tot versnelde uitvoering van de proefboringen én een brede maatschappelijke discussie. Van Aardenne schrijft dat het van belang is binnen afzienbare tijd een beslissing te nemen over de vraag in welke omvang kernenergie zal kunnen worden toegepast. De AER adviseert een maatschappelijke discussie over kernenergie, waaraan drie doelstellingen ten grondslag moeten liggen
1- objectivering en aanvulling van informatie
2- deelneming van bevolking bij meningsvorming,
3- registratie van meningen
De discussie zal twee jaren moeten duren, waarna regering en parlement een beslissing gaan nemen. Aan het eind van ‘t jaar zal een precieze opzet gepubliceerd worden. Van Aardenne schrijft dat door die discussie de bouw van kerncentrales een paar jaar vertraagd zal worden en Nederland niet voor 1990 op grote schaal kernenergie zal kunnen inzetten. Maar daar moet de discussie toch over gaan? Een andere adder onder het gras is dat Van Aardenne versnelde proefboringen wil naar de mogelijkheid om kernafval in zoutkoepels op te slaan, om de resultaten daarvan in de BMD mee te kunnen nemen. Er is veel kritiek op het voorstel: de regering bepaald wat ter discussie staat en kernenergie wordt in het voorstel bij voorbaat onvermijdelijk genoemd.
Nieuwe criteria voor zoutkoepels
De ICK komt in haar ‘Rapport over de mogelijkheden van opslag van radioactieve afvalstoffen in zoutvoorkomens in Nederland’ met nieuwe criteria voor de opslag van kernafval in zoutformaties. Op pagina 39 en 40 van het rapport worden er in totaal 14 opgesomd, voor een deel verduidelijkingen van de "geologische bergingsvoorwaarden" uit 1975, maar voor een deel roepen ze ook nieuwe vragen op.
Tijdens een controversiële zitting in het kader van de BMD in 1982 zegt iemand van de Rijksgeologische Dienst dat volgens de criteria uit 1979 niet alleen alle zoutkoepels onder de Noordzee, maar ook die onder het vasteland afgekeurd zouden moeten worden. Een van de criteria is immers dat er de laatste 20 miljoen jaar geen enkele beweging mag hebben plaatsgevonden in de zoutkoepel en daar voldoet geen enkele zoutkoepel aan.
Weinig gekomen van minder eenzijdig energieonderzoek
De Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RAWB) stelt in haar Jaaradvies 1979 dat het energieonderzoek nog steeds te veel gericht is op kernenergie. Volgens de RAWB is het beleidsvoornemen van begin 1977 (onderzoek minder eenzijdig op kernenergie) in de “verbale fase“ blijven hangen.
Onderzoek naar alternatief voor dumpen
Minister V&M (Ginjaar) zegt dat hij een commissie gaat instellen die voor het dumpen van radioactief afval in zee “dat op kortere termijn gezien uit milieuhygiënisch oogpunt verantwoord is, met het oog op de lange termijn geen alternatief zou moeten worden gevonden“ Deze Commissie Heroverweging Verwijdering Radioactief Afval moet er voor 1 oktober zijn. Maar dat lukt (weer eens) niet: pas in maart 1981 wordt de commissie ingesteld, en zal ook de bestuurlijke uitvoerbaarheid van de methoden onderzoeken.
Formateurs: sluiting centrales niet in formatie regelen
De kabinetsformateurs komen met het voorstel dat D66 leider Terlouw eerder heeft gelanceerd: de beslissing over het sluiten van de kerncentrales wordt niet in de formatie geregeld, maar zal door een nieuw kabinet worden onderzocht. Hiermee gaat Terlouw in tegen de beslissing van z’n partijcongres en vindt (evenals de formateurs) dat er los van de BMD een beslissing genomen kan worden.