- Commissie:
- door de overheid ingestelde groep ‘experts’ voor het geven van advies hetzij structureel of eenmalig, hetzij lokaal of nationaal
‘Kernenergie voorlopig nog te duur’
Eindrapport van de KEMA Commissie Roodenburg stelt dat in principe zowel de PWR als de BWR in aanmerking komen, maar dat kernenergie voorlopig zeker nog 1 a 2 cent per Kwh duurder zal zijn dan elektriciteit uit kolengestookte centrales. De commissie krijgt in totaal 8 offertes voor de bouw van een eerste reactor (bij Geertruidenberg). In oktober besluit de SEP (Samenwerkende Elektriciteits Producenten) hierdoor nog geen kerncentrale te bestellen, tot grote teleurstelling van industrie en EZ. De SEP is in 1949 opgericht door de 10 grootste elektriciteitsproductie bedrijven. Bij die 10 zit niet de PZEM (Provinciale Zeeuwse Elektriciteits Maatschappij). Ook begint de SEP in 1949 dan meteen aan de bouw van een 150 kilovolt koppelnet.
KEMA wil Nederlandse kernreactor
De Raad van Commissarissen van de Samenwerkende Elektriciteits Producenten (SEP) besluiten een Commissie Kernenergiecentrale op te richten (weer onder leiding van Roodenburg) die moet onderzoeken of er toch een mogelijkheid bestaat een kerncentrale economisch verantwoord te bouwen. Maar door verdere daling van de kosten van fossiele brandstof lijkt dat verder weg dan ooit. De KEMA komt met het idee om een kerncentrale helemaal door Nederland en in Nederland te bouwen waardoor kosten (de loonkosten zijn in Nederland 1/3 van de loonkosten in de VS) kunnen zakken. In oktober besluit de SEP de geplande reactor in Geertruidenberg te cancelen wegens “onrendabele top van de kapitaals-investering in een kernenergie-centrale“, al wil Euratom nog wel proberen er geld voor te regelen onder het mom van wetenschappelijk onderzoek.
Commissie en Fonds Nucleaire Industriele Ontwikkeling
De minister van Economische Zaken installeert de ad-hoc Commissie Nucleaire Industriële Ontwikkeling om advies uit te brengen over de mogelijkheden van de toepassing van kernenergie voor de Nederlandse industrie. Die Commissie Tromp (genoemd naar de voorzitter) markeert het begin van een nieuwe periode: in de jaren ‘50 lag het initiatief vooral bij de wetenschap; in de jaren ‘60 vindt er een verschuiving plaats naar de industrie (zie ook de oprichting Neratoom). Ook in de financiering is die verschuiving zichtbaar: in het begin was kernenergie onderdeel van (de begroting van) het Ministerie van Onderwijs, nu zal dat steeds meer veranderen en wordt EZ de leidende kracht.
In 1962 zal als bewijs daarvoor het fonds Nucleaire Ontwikkeling door EZ worden ingesteld om initiatieven uit de industrie te ondersteunen.
Voorontwerp Nederlandse centrale
Een eerste rapport verschijnt van de SEP Commissie Kernenergiecentrale onder leiding van Roodenburg met het advies tot het volgen van een tweesporenbeleid: de KEMA blijft de suspensie-reactor ‘krachtig voortzetten’ en verder zou gekozen moeten worden de bouw (met Amerikaanse hulp) van een geheel in Nederland vervaardigde centrale van een nog nader te bepalen type – BWR of PWR – en vermogen. De Commissie krijgt op de SEP vergadering van 24 mei fl 600.000,- voor fase 1: het maken van een voorontwerp. Fase 2 is dan een definitief plan: bestek, tekeningen en begroting. Fase 3 is dan tenslotte de bouw.
Advies: voortzetting centrifuge onderzoek
De Minister van Economische Zaken, De Pous, heeft de Commissie Tromp (de commissie voor de Nucleaire Industriële Ontwikkeling; de voorloper van de IRK -Industriële Raad voor de Kernenergie) opgedragen een evaluatie van het ultracentrifugeproject te verrichten. Op 28 juli adviseert de Commissie Tromp tot voortzetting van het UC-project. Het project gaat nu het stadium van de technische ontwikkeling in.
Opnieuw nota over kernenergie
De Pous (Min. EZ) publiceert de (tweede) Nota inzake de Kernenergie. In feite is het een bijstelling van die uit 1957 van voorganger Zijlstra, die te optimistisch bleek en eigenlijk nooit behandeld is: “De aanvankelijke verwachting, dat kernenergie in snel tempo en op grote schaal een oplossing zou moeten geven voor het energieprobleem, bleek ongegrond“. De Pous laat zich adviseren door de Commissie Tromp, de ad-hoc Commissie Nucleaire Industriële Ontwikkeling, aangesteld in 1960 om advies uit te brengen over de mogelijkheden van de toepassing van kernenergie voor de Nederlandse industrie. De Pous stelt: “In het kader van de industriële ontwikkeling op kernreaktorgebied neemt het project voor de bouw van een eerste kernenergiecentrale een belangrijke plaats in. (…) Met de eerste fase, het opstellen van een voorontwerp voor een 50MW-centrale, is inmiddels een aanvang gemaakt” Ook gaat de aanvullende nota uitgebreid in op de Kernenergiewet die in ontwikkeling is. Er is geen sprake van oppositie, getuige de opmerking van De Pous bij het Kamer’debat’ in februari 1962: “Mijnheer de Voorzitter! Ik mag konstateren, dat alle sprekers er met mij van overtuigd zijn, dat de kernenergie op de lange termijn gezien, een groot gedeelte van de Nederlandse energiebehoefte zal moeten dekken.”
Er is ook nog een Nota inzake het aardgas van de Pous uit 1962, waarin wordt aangegeven hoe de overheid zich voorstelt de gasbel in Groningen te exploiteren: overlaten aan de markt.
Dodewaard locatie eerste kernenergiecentrale
De elektriciteitsbedrijven in de SEP en de PZEM (dat geen lid van de SEP is) gaan akkoord met de conclusies uit het rapport Roodenburg. In juni had de Commissie Roodenburg haar tweede rapport over de bouw van een kernenergiecentrale gepubliceerd. Voornaamste conclusie is dat men kiest voor een 50 MW reactor (een BWR van General Electric, maar daar was al in een eerder stadium voor gekozen) en dat de kosten rond de fl 95 miljoen zullen liggen. Dodewaard (en niet Geertruidenberg) wordt, om vier redenen, als beste locatie aangeduid: voldoende koelwater door de snelstromende Waal; dicht bij een onderstation van het 150kV-koppelnet; dicht bij Arnhem (thuishonk van de elektriciteitsbedrijven); en het betreft een "minder bevolkt gebied" en ook nog streng gereformeerd. SEP stemt in met een maximale investering van f 95 miljoen als ook EZ en Euratom meebetalen. Ze stellen f 12,5 miljoen beschikbaar voor Fase 2; het opstellen van een definitief plan: bestek, tekeningen en begroting van totale bouwkosten.
Deel Kernenergiewet in werking
Nadat de Commissie voor de Atoomenergie in 1955 al is begonnen met het ontwerpen van de kernenergiewet en de Wet in 1957 in de Kernenergienota wordt aangekondigd, wordt de wet in 1960 aangeboden aan en besproken in de Kamer. In februari 1963 treedt de Kernenergiewet dan in werking. Dat wil zeggen, slechts Hoofdstuk II, betreffende de Adviesinstanties. De hele wet zal pas op 1-1-70 in werking treden.
De KeW heeft twee doelen: “de bevordering van goede ontwikkeling op het gebied van het vrijmaken van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en straling uitzendende toestellen” en “de bescherming van mens en milieu tegen de hieraan verbonden gevaren”.
Voor deze wet zijn al 3 adviescolleges opgericht:
- IRK: Industriële Raad voor de Kernenergie, was al opgericht in 1962 en moet de belangen van de industrie bij de overheid behartigen. Brengt vaak het advies uit om alles te financieren. Het IRK wordt in 1983 omgevormd tot de IREM: Industriele Raad voor Energie en Milieu-technologie, maar al enkele jaren later opgeheven als de Algemene Energieraad ingesteld wordt.
- WRK: De Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie, met als taak: het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van adviezen over (inter)nationale aspecten (ook politieke en organisatorische) van kernenergie. De WRK wordt per 1 maart 1976 op non-actief gesteld.
- CRK: Centrale Raad voor de Kernenergie. Deze heeft een tweeledige taak: adviseren bij wettelijke regelingen tot de inwerkingtreding van het tweede gedeelte van de KeW (dat zal pas in 1970 gebeuren) en het coördineren van de andere drie adviesorganen. De CRK heft zichzelf uiteindelijk in 1974 op als haar eerste taak is volbracht. Het is niet in staat geweest een samenhangend beleid te voeren tussen wetenschappelijke, industriële en gezondheidsaspecten.
- De Gezondheidsraad, al veel eerder opgericht, krijgt een nieuwe taak erbij, maar alleen al het feit dat deze raad pas advies uitbrengt over gezondheidsaspecten nadat de beslissing tot de bouw van een installatie is genomen, en de werkzaamheden al vaak zijn gestart, zegt al voldoende over het feitelijk gewicht van deze raad.
Militaire aangelegenheden
Als door de Centrale Raad voor de Kernenergie (CRK) over militaire aangelegenheden wordt gesproken, wordt afgesproken, dat vertegenwoordigers van defensie de vergaderingen kunnen bijwonen. Het bijzondere is dat Defensie zelf mag bepalen wat "militaire aangelegenheden" zijn en voor haar van belang is.
Scheepsreactor te duur
Precies een jaar nadat de CRK adviseert om het Proteus-project (prototype scheepsreactor) uit te voeren, en er een Commissie Scheepsreactor (hoewel nog niet zeker is of het een land- of zeereactor wordt) geformeerd wordt, komt die commissie onder leiding van Latzko met haar eindadvies: de ontwikkeling van een scheepsreactor wordt negatief geadviseerd: te duur. Door ernstige rekenfouten van het RCN was de toekomst al twijfelachtig geworden. Door dit advies is de bouw van Proteus en daarmee zelfs het gehele NERO-project onwaarschijnlijk geworden.