- HFR/LFR Petten:
- de (Euratom - NRG) Hoge en Lage Flux Reactor op het terrein van RCN/ECN/NRG in Petten
Leveringsovereenkomst VS verrijkt uranium
De (al op 18 juli in Washington feestelijk ondertekende) overeenkomst met de VS voor de levering van verrijkt uranium treedt in werking nadat het door het Nederlandse Parlement in oktober is goed gekeurd. De overeenkomst (voor 5 jaar –en het eerste van de VS met een ander land hierover) regelt de levering van 6 kilo (maximaal 20%) verrijkt uranium, trainingsfaciliteiten en technologische overdracht. De levering op korte termijn van een onderzoeksreactor wordt niet opgenomen maar ook niet uitgesloten. Ondertussen wordt er al over een tweede, meer algemene overeenkomst onderhandeld. Door dit akkoord zal uiteindelijk worden afgezien van de zwaarwater techniek en worden gekozen voor de Hoge Flux Reactor met als brandstof hoogverrijkt uranium.
Contract voor HFR; RCN in Petten
Nadat in september 1955 door FOM aan 13 Amerikaanse bedrijven gevraagd was een offerte te maken, wordt op 16 mei het contract getekend met het Amerikaanse ACF voor de bouw van de Hoge Flux Reactor. Volgens een vertrouwelijke mededeling van de directeur van het RCN, Milatz, kost de HFR volgens het contract US$1.991.250,-. Een dollar is dan ongeveer 3 gulden en 60 cent. De Amerikaanse overheid ‘schenkt’ in juni overigens een bedrag van 350.000 dollar voor de reactor.
Een locatie voor de reactor is er echter nog niet. In oktober is er een lijst met 30 mogelijke locaties; op de Waddeneilanden, de Veluwe en de Zeeuwse eilanden. Op 14 december komt er een aanbeveling om het Reactor Centrum Nederland te vestigen in de duinen ten noorden van Petten. Het gebied is in handen van Staatsbosbeheer en 25 ha (met een optie op nog eens 50) wordt in erfpacht verkregen.
Bouw Hogefluxreactor begint
Nadat 2 dagen eerder de vergunningen zijn afgegeven, beginnen graafmachines nu met werkzaamheden voor de bouw van het HFR-complex. Aannemer is de Bataafse Aannemings Maatschappij en de stalen hal waarin de reactor komt wordt gebouwd door De Vries Robbe (Gorinchem). De reactor zelf is gekocht van het Amerikaanse A.C.F. Industries. In de kern zal 3,8 kilo splijtstof met hoogverrijkt uranium zitten in 35 splijtstofelementen. Iedere drie weken, zo wordt gesteld, moet de helft van de splijtstof vervangen worden, die, na koeling, “verstuurd kunnen worden naar de fabriek voor opwerking“. Men verwacht dat men (onder-)delen van de reactor al in 1958 zal kunnen gaan testen. Dat zal nog tegenvallen.
LFR voor het eerst kritisch
De Lage Flux Reactor (LFR) wordt op het terrein van het RCN voor het eerst kritisch. Nadat op 24 september 1959 was besloten een kleine reactor te kopen, als aanvulling op de HFR, eind 1959 besloten was dat het een Engels Argonaut-type zou worden, was op 4 maart 1960 het contract voor de bouw van de JASON reactor ondertekend. De reactor wordt eigenlijk gekocht om het moreel van het RCN-personeel op te vijzelen, door problemen met de bouw van de HFR. De reactor (maximaal 10KW) wordt heel goedkoop aangeboden (’n half miljoen gulden), omdat het reactortype (Argonaut, genaamd JASON) niet goed verkoopt. In iets wat eigenlijk niet meer dan een schuurtje is wordt de LFR snel in bedrijf gesteld, want “er waren wel projecten te bedenken die beter met zo’n eenvoudige reactor konden worden gedaan dan met de HFR” en ook was de reactor bedoeld als onderwijsreactor, ‘fool and professor proof’ en zou goed van pas komen bij opleiding van HFR-personeel. Dit is in feite Neerlands’ eerste reactor. De LFR komt in augustus 1962 in z’n definitieve behuizing in het Fermi-gebouw. De reactor gebruikt splijtstof met 90% U-235.
HFR wordt Euratom-reactor
Nederland tekent een overeenkomst met Euratom om de HFR over te dragen aan Euratom als GCO (Gemeenschappelijk Centrum Onderzoek). De reactor zal worden overgedragen zodra het reactorvat (dat afgekeurd is, maar waar de reactor wel mee zal worden opgestart) is vervangen en de goede werking van het nieuwe vat is aangetoond. Op grond van een civielrechtelijke overeenkomst met Euratom blijft RCN belast met de bedrijfsvoering van de reactor.
HFR: kritisch met afgekeurd reactorvat
De Hoge Flux Reactor (HFR) bij het RCN in Petten wordt voor de eerste keer kritisch. De reactor heeft een maximum vermogen van 45 MW en gebruikt splijtstof met een percentage van 90% U-235. Het reactorvat is afgekeurd vanwege de slechte lassen, maar wordt wel gebruikt. Gevolg is dat de reactor niet op vol vermogen komt en het vat open blijft.
HFR overgedragen aan Euratom
De HFR is op 25 april opnieuw kritisch geworden met het nieuwe reactorvat dat vanaf januari is gemonteerd. Als blijkt dat alles goed is verlopen wordt de HFR op 1 november overgedragen aan Euratom. Voor het bedrijfspersoneel verandert er niets, ze blijven gewoon in dienst van het RCN want die neemt de bedrijfsvoering op zich.
Opwerking van HFR-brandstof
Euratom tekent een contract met Eurochemic voor de opwerking van brandstof uit de HFR in Petten. Het gaat om een contract samen met de BR-2 reactor in Mol in totaal om ongeveer 4000 kg uranium en aluminium. De Eurochemic fabriek in Mol zal in juli in bedrijf komen. Het opwerkingsafval blijft achter in Mol, maar het is onduidelijk wat er met het plutonium gebeurt; het komt in ieder geval niet voor in de opgaves van de Nederlandse regering over plutonium-productie.
Ongeluk HFR Petten
Een “ongeval” (zoals het vermeld werd) in de HFR. De reactor wordt gestart terwijl splijtstof-experiment Ellas-2 in ingereden positie klaar staat zonder het benodigde koelwater. Bij 15 MW smelt de capsule. Het is een menselijke fout: het blijkt dat “een slede waarop de capsule zich bevond in de richting van de reactorkern is verplaatst, terwijl deze van de reactorkern verwijderd had moeten worden”. De reactor wordt gestopt en de reactorhal geëvacueerd i.v.m. het vrijkomen van splijtingsproducten. Gevolg: jodiumactiviteit in het (koel)water en er wordt actief edelgas geloosd door de schoorsteen en de meters tikken flink. Na een paar dagen kan het element weggehaald worden.
Advies: sluit LFR en ATHENE
De Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie adviseert de minister (O&W) de Lage Flux Reactor (RCN) en de ATHENE-reactor op de Technische Hogeschool Eindhoven te sluiten. Volgens de WRK dragen de reactoren te weinig bij aan het wetenschappelijk onderzoek om hun bestaan te rechtvaardigen. ATHENE is pas anderhalf jaar in bedrijf. Minister Nelissen (EZ) laat in maart 1971 weten absoluut geen reden te zien om de LFR stop te zetten.