- HFR/LFR Petten:
- de (Euratom - NRG) Hoge en Lage Flux Reactor op het terrein van RCN/ECN/NRG in Petten
HFR schakelt om: afval kan naar de VS
Uit een brief van de EU (onder druk van Greenpeace openbaar gemaakt) blijkt dat de Verenigde Staten bereid zijn 800 splijtstofelementen naar de VS te vervoeren en daar op te slaan. Daardoor lijkt de opslag bij de Covra in het gebouw voor laag- en middelactief afval overbodig. Er is dan ruimte om te wachten op het gereed komen van het HABOG, het gebouw voor hoogradioactief afval. Het vervoer naar de VS is mogelijk omdat Euratom heeft laten weten de HFR gereed te maken voor het gebruik van laagverrijkt uranium, een eis van de Verenigde Staten van Amerika.
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.
Rapportage storingen kerncentrales 1999
In 1999 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 14 storingen voorgedaan: 8 in Borssele, 1 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 5 storingen geweest bij de HFR, Covra en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1999 van de Kernfysische Dienst publiceert op 18 juli 2000.
Transportvergunning Dodewaard en HFR vernietigd
Door een vormfout vernietigt de Raad van State opnieuw de vergunning die minister Pronk (VROM) in december 1999 heeft afgegeven voor het transport van de splijtstof uit de in 1997 stilgelegde kerncentrale Dodewaard (naar de opwerkingsfabriek in Sellafield) en de HFR. Greenpeace die beroep had aangetekend tegen de vergunning, reageert verheugd; over de Dodewaard splijtstof zegt ze: “het lijkt erop dat de minst slechte oplossing –het afval opslaan in een bunker in Borssele- steeds dichterbij komt. Die bunker is in 2003 klaar.” Pronk reageert als de vermoorde onschuld. Hij luidt de noodklok en geeft binnen een week (op 12 juli) voor de HFR een nieuwe transportvergunning af voor het transport naar de Covra die direct van kracht gaat, omdat naar hij verwacht de reactor anders binnenkort moet sluiten wegens gebrek aan opslagruimte en de reactor volgens hem essentieel is voor de productie van medische isotopen. Milieuorganisaties reageren furieus en zeggen dat er alleen maar een commercieel belang is: bedrijven staan in de rij om die productie over te nemen. Medische isotopen die overigens ook op een alternatieve manier geproduceerd kunnen worden, zie factsheet laka.
Toch transport HFR naar Covra
Nadat in augustus de Raad van State besluit dat de in allerijl afgegeven vergunning geldig is, maakt NRG begin september bekend dat op 20 september het eerste transport naar de Covra plaats zal vinden van HFR-brandstof. Het Amerikaanse Nuclear Control Institute wijst op het feit dat in september een schip met nucleair afval van Europa naar de Verenigde Staten vertrekt waar het Nederlandse afval op had kunnen zitten. Maar de NRG zegt dat praktische problemen dat onmogelijk maken, bijvoorbeeld dat de transportcontainers niet in de VS gecertificeerd zijn (iets wat ze overigens al jaren weten). De directeur van NRG, Versteegh, laat later weten dat de belangrijkste redenen de kosten zijn: door de contracten met de Covra moet ook als het afval naar de VS gaat, de Covra betaald worden.
Zo’n 25 activisten (voornamelijk van de SP) proberen op 20 september op de snelweg bij Rilland (Zeeland) het transport te blokkeren. Maar de enorme overkill aan politie sluit de groep demonstranten op de parkeerplaats naast de snelweg in, op het moment dat het transport in de buurt komt. Tot begin november volgen nog 3 transporten.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2000
In 2000 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 23 storingen voorgedaan: 12 in Borssele, 4 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 7 storingen geweest bij de ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2000 dat de Kernfysische Dienst publiceert op 12 juni 2001.
Ernst ongeluk HFR pas 8 jaar later bekend
Door een enkele alinea in het in november 2009 uitgegeven boek van oud-ECN-directeur Frans Saris (‘Darwin meets Einstein’) krijgt een melding in het Storingsoverzicht van de Kernfysische Dienst over 2001 een heel andere impact. Saris schrijft:
"The nuclear reactor is a research reactor, not a power reactor; it needs electricity to operate, for instance to pump cooling water. The reactor has a back-up cooling system to prevent meltdown of the core in case of a power failure. But this evening the back-up cooling system failed to come into action and the operators did not know what to do. There is an extra safety system by convection cooling for which the operators had to open a valve, but the control room was dark. When they reached for a torch that should have been there, it had been taken away by a colleague to work under his car. Trying their luck the operators put the valve of the convection cooling in what they thought was the 'open' position. But then the lights came back on and the operators discovered they had actually closed the back-up convection cooling system. Had the power failure lasted longer it would have meant meltdown and a major disaster. When I learned about this some months later - they thought they could keep it secret - I did not think I could take responsibility any longer and I resigned from the ECN."
De onthulling krijgt relatief weinig aandacht en de oud-directeur wordt weggezet als een querulant, die de interne richtingenstrijd binnen ECN ('duurzaam of kernenergie') verloor en daarom wraak zoekt.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2001
In 2001 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 18 storingen voorgedaan: waarvan 9 in Borssele, en 1 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 8 storingen geweest bij de ECN, NRG, HFR, Covra, IRI Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2001 die de Kernfysische Dienst publiceert op 20 december 2002.
Pronk: reactor toch stilleggen
Al vanaf oktober 2001 verschijnen er regelmatig berichten over misstanden, onrust onder het personeel, en mededelingen van een klokkenluider dat er bij de HFR met veiligheidsvoorschriften wordt gesjoemeld. Minister Pronk zei op 3 januari naar aanleiding daarvan, dat er weliswaar “interne Veiligheidstechnische Specificaties“ niet zijn nageleefd (en dat ze dat niet gemeld hebben aan de KFD), maar dat de vergunning van de HFR in het kader van de Kernenergiewet nooit is overtreden. Pronk constateert wel dat de veiligheidscultuur en de bedrijfssfeer verziekt zijn en gelast een onderzoek van de KFD.
Op 1 februari kopt het Noordhollands dagblad op de voorpagina 'Scheur in vat kernreactor Petten' . De ‘historische scheur’ zoals die genoemd wordt is 4 cm lang en 2 cm diep. Het schijnt dat de scheur een lasfout is die vanaf de installatie van het vat in 1984 aanwezig is, maar nu groter lijkt te zijn geworden. Interim directeur Schatborn komt in het NOS journaal uitleggen hoe het zit met de scheur en wijst daarbij een totaal verkeerde plaats aan.
Op 3 februari wil Pronk dat de HFR tijdelijk stil gelegd wordt. Niet omdat er “daadwerkelijk een onveilige situatie bestaat,” maar om het bedrijf de tijd te geven de veiligheidscultuur te verbeteren. De directie voelt daar niets voor, maar legt de reactor toch op 18 februari stil.
HFR mag weer opstarten
Het IAEA doet van 2 tot 8 maart onderzoek naar de veiligheidscultuur op de HFR. Op 14 maart publiceert ze de verontrustende conclusies: de directie heeft geen “duidelijk gecommuniceerde betrokkenheid bij de veiligheid“ en “de productie wordt soms belangrijker gevonden dan de veiligheid.” De IAEA concludeert dat “niet iedereen de verantwoordelijkheid voor de veiligheid even goed begrijpt“ en twijfelt aan de onafhankelijkheid van de (interne) reactorcommissie, die de veiligheid in de reactor moet bewaken. Minister Pronk neemt een aantal aandachtspunten van de IAEA over en samen met de directie van de reactor stelt hij een plan op, waarvan 8 actiepunten moeten zijn uitgevoerd voor de reactor weer kan opstarten, de andere punten moeten in de loop van het jaar genomen worden. Aan die 8 punten is niet zo moeilijk te voldoen: het gaat onder meer om het goedkeuren van het onderzoeksrapport, het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid en het trainen van personeel. Er is 1 concreet actiepunt: er moet een bordje in de controlekamer gehangen worden met daarop: ‘Veiligheid heeft zonder uitzondering de hoogste prioriteit’.
Op 22 maart mag de HFR weer opstarten. Hoewel er nog weinig veranderd is, heeft deze datum waarschijnlijk te maken met een rapport van de Inspectie van de Gezondheidszorg dat er tot 22 maart geen leveringsproblemen te verwachten zijn met medische isotopen.