Heimelijk vervroegde dumpingoperatie
De acties tegen de dumpingen zijn door de antikernenergie beweging uitgeroepen tot speerpunt van hun activiteiten. Er zijn al twee demonstraties geweest in Petten en marinehaven Den Helder (omdat van daar het schip zal vertrekken) en al maanden bereiden groepen zich voor op de transporten die voor 1 september aangekondigd worden. Maar, om de “geweldsspiraal te doorbreken", besluit de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, Roel de Wit, de transporten van Petten naar Den Helder in ’t geheim te vervroegen. Op donderdagavond (19 augustus), krijgen zelfs de ME'ers die de transporten moeten begeleiden, te horen dat het om een oefening gaat. Toch zijn er in Den Helder al snel demonstranten aanwezig, blokkades worden gevormd die gewelddadig door de marechaussee worden ontruimd. Hierbij valt een vrouw van een zes meter hoog talud en raakt ernstig gewond, maar in het ziekenhuis is door de geheimhouding niet eens een arts aanwezig. Ook de plaatselijke overheden zijn totaal verrast. Het grootste gedeelte van het afval wordt vrijwel ongestoord vervoerd, maar ’s middags zijn er toch al zo'n 600 mensen actief die blokkades vormen
Een confrontatie is voor een belangrijk deel uit de weg gegaan, maar in de dagen daarna zijn er tientallen kleinere, vaak militante, acties; zo worden vrachtwagens in brand gestoken, wordt het kantoor van de rederij Wagenborg vernielt, is er een demonstratie van 1000 mensen in Amsterdam, zijn er bezettings- en vernielingsacties bij overheidsgebouwen, de ECN, de woning van de staatssecretaris, de Rijksgeologische Dienst èn, op 3 september, van het kantoor van de commissaris van de Koningin, waarbij geheime documenten worden buitgemaakt. Het meest schokkend is de discussie tijdens het opstellen van het draaiboek, over de bevoegdheid van de politie om in gevaarlijke situaties te schieten. De politie is niet gelukkig met de beperkte mogelijkheden die zij heeft om het vuur op een menigte te openen. Zij wil meer bevoegdheden hebben, minder remmen die het vuurwapengebruik tegen moeten gaan. Bijna de gehele vergadering is het met ze eens! Alleen de ambtenaar van Binnenlandse Zaken blijft op de lijn van het Ministerie. De vergadering wordt dan ook door de minister stevig op de vingers getikt: de politie mag pas schieten als “er een levensbedreigende situatie is én als de dader te individualiseren is.“
Op 23 augustus verlaat het schip ‘De Scheldeborg’ de haven en wordt onderweg opgewacht door de ‘Sirius’ van Greenpeace en door Spaanse schepen. Bij het overboord gooien van de vaten wordt een rubberboot van Greenpeace geraakt en slaat om. In een kort geding aangespannen door de ECN wordt het Greenpeace verder verboden actie te voeren tegen de dumpingen.
Ook al zijn veel mensen bang dat er toch weer gedumpt zal gaan worden volgend jaar, blijkt dit de laatste keer te zijn geweest. In augustus 1984 maakt Greenpeace bekend dat een Duits schip die zomer enkele vaten met radioactief afval in hun netten hebben gekregen. Het zou gaan om door Nederland en België gedumpt afval. De vaten waren beschadigd en gaven radioactieve straling af. Ze zijn na onderzoek weer in zee gegooid.
Lambers-Hacquebard laat op 1 september weten dat deze dumping echt de laatste keer was. Desnoods zal ze gebruik maken van de mogelijkheid om via de wet op de ruimtelijke ordening een gemeente te dwingen een locatie in te richten voor de opslag van laag- en middenactief afval.
Afvalopslag in Velsen?
De Staat koopt (voor ongeveer f 4 miljoen) een terrein van 1 hectare op het industrie gebied ‘Meerweiden’ in Velsen voor de opslag van LAVA en MAVA. De burgemeester spreekt van een “volslagen overval.“ Tot de aankoop wordt besloten om te voorkomen dat er weer gedumpt moet gaan worden Er wordt ook meteen een bouwvergunning aangevraagd en de minster spreekt in het Kamerdebat op 25 januari van een ‘bijna zekerheid’ dat dumpen onnodig is. Echter, meteen na het bekend worden van de koop, wordt op 11 december door ongeveer 2000 mensen gedemonstreerd tegen de opslag daar. In de brochure die huis aan huis wordt verspreidt staat dat deze locatie na grondig onderzoek is gekozen “waarbij alternatieven minder geschikt werden bevonden.“ In de brochure wordt niet één keer vermeld dat het meeste afval afkomstig is uit kerncentrales. Tien dagen later valt er volgens minister Winsemius al wel te praten over alternatieve locaties. De gemeente wil via het wijzigen van het bestemmingsplan opslag onmogelijk maken en ook 5 hectare naast het terrein aankopen om uitbreiding te bemoeilijken.
Formele oprichting COVRA BV.
Formele oprichting van de Covra B.V (de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval) die verantwoordelijk wordt voor opslag en beheer van al het in Nederland geproduceerde radioactief afval. Maar omdat de “definitieve vormgeving van deze vennootschap meer voorbereidingstijd vergt“ heeft de minister van VROM (namens EZ, SZ, SZW en F) voorlopig voor een projectmanager en deze vorm (BV) gekozen, zodat er alvast “terwille van een tijdige realisering van de interim-opslagfaciliteit“ (in Velsen, schrijft minister Winsemius) een aanvraag in het kader van de Kernenergiewet ingediend kan worden. De BV houdt in dat de ‘projectmanager’ alle aandelen krijgt min 1, die afgegeven wordt aan het Rijk. Op deze manier is er meer tijd om met de belangrijkste producenten te onderhandelen over deelname in de vennootschap.
Covra moet zich bezig gaan houden met de zorg van radioactieve stoffen nadat de oorspronkelijke gebruiker of producent daarvan afstand heeft gedaan. Die zorg betreft alle milieuhygiënische aspecten van het afval (dus ook eindopslag).
Het eerste Covra personeel begint per 1 april 1984 en per 1 oktober 1984 neemt het de inzamelfunctie (bij ongeveer 300 instellingen –ziekenhuizen, laboratoria, industrie en kerncentrales) van laag- en middenactief afval over van het ECN (die dat sinds 1963 doet) en gaat tevens de loods die voor de opslag op het ECN-terrein in gebruik is, beheren. Een nieuwe aandelenstructuur, waarin ook de producenten participeren, zal pas in 1986 van de grond komen.
Alternatief voor dumpen in zee
De Commissie Heroverweging Verwijdering Radio-actief Afval (of de Commissie Van Bueren) heeft voorkeur voor “verwijdering van het radio-actief afval in diepe stortholtes in zout“ in plaats van in de Atlantische Oceaan. Maar voor het verwijderen van bepaalde categorieën is ook opslag bovengronds of net onder de oppervlakte voor een periode van 15-150 jaar een bruikbare mogelijkheid. Het rapport ’Studie naar de mogelijkheden voor de verwijdering van uit Nederland afkomstig laag- en middenactief vast afval anders dan door storten in de Atlantische Oceaan’, moet, zoals de titel al zegt, alternatieven aandragen voor de omstreden dumpingen in zee. Scheiding van afvalstromen op bijv. halveringstijden, wordt als belangrijk gezien.
Geen dumping maar tijdelijke opslag bij ECN
De gemeenteraad van Zijpe gaat akkoord met opslag van radioactief afval (LAVA en MAVA) op het ECN-terrein voor een periode van 5 jaar, met eventueel mogelijkheid tot verlenging van nog eens 5 jaar. De gemeenteraad had in mei 1981 nog een motie aangenomen de opslag niet verder uit te breiden, maar nadat minister Winsemius en de provincie Noord-Holland, de ECN hadden genoemd als beste locatie, ging de ECN snel akkoord. De gemeente komt hierdoor onder zware druk te staan en gaat uiteindelijk akkoord. Hiermee is het dumpen van het afval in zee definitief van de baan en kan er gezocht worden naar een andere locatie. Velsen valt af. De reguliere raadsvergadering 2 dagen eerder was niet doorgegaan omdat de raadszaal door antikernenergie activisten was bezet.
Centrale opslag voor al het radioactief afval
De Nota Radioactief Afval wordt naar de tweede Kamer gestuurd. Hierin wordt het regeringsbeleid uiteengezet inzake het radioactief afval. Men besluit dat er ‘binnen Nederland’ een centrale opslagplaats moet komen voor al het in Nederland geproduceerde afval, dus ook het hoogradioactieve afval dat terugkomt van opwerking, of bestraalde splijtstofstaven als van opwerking wordt afgezien. “Mede op grond van financieel-economische overwegingen dient nu de voorkeur te worden gegeven aan opslag op land.“ Na deze periode, “men moet daarbij denken aan een opslagtermijn in de orde van 100 jaar”, kan een deel van het afval “dat voldoende vervallen is (…) als niet-radioactief afval worden afgevoerd.“ De Nota vervolgt: “Gedurende de periode van opslag kunnen opties voor de definitieve verwijdering verder worden bestudeerd, kunnen internationale ontwikkelingen worden gevolgd en kan mogelijk zelfs aansluiting worden gezocht bij een eventuele internationale bergingsfaciliteit.“
Op zoek naar locatie centrale afvalopslag
De regering concludeert, op basis van advies van MINSK (‘Mogelijkheden van Interimopslag in Nederland van Bestraalde Splijtstof Elementen en/of Kernsplijtingsafval’) het onderzoek naar interim-opslag als afgerond te beschouwen en dat de bouw van een dergelijke faciliteit noodzakelijk is. De Covra zal de realisatie daarvan verzorgen, waarbij uit verschillende opties een keuze gemaakt dient te worden, vooral gebaseerd op technisch-economische overwegingen. Voor de vestigingsplaats zal LOFRA advies uitbrengen. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat al het in Nederland geproduceerde afval (dus ook laag- en middenactief afval) op hetzelfde terrein opgeslagen zal worden onder verantwoordelijkheid van Covra.
Voorrang voor geologische berging met tussenopslag
De op 28 september 1984 ingestelde Commissie OPLA, zo is al eerder door Lubbers meegedeeld, gaat voorrang verlenen aan geologische berging met interim of tussenopslag. De Tweede Kamer stemt nu in met OPLA fase l. Fase 1 is onderzoek dat leidt tot de keuze van een specifieke opbergtechniek, bijv. een opbergmijn of stortholte. De ministers Van Aardenne (EZ) en Winsemius (Milieu) noemen de criteria voor de opslag van 1979 “niet doelmatig“ (dat betekent ws. dat ze niet tot proefboringen hebben geleid). Volgens de criteria uit 1979 vallen alle zoutkoepels af, maar in plaats van af te zien van opslag in zout, gaat de regering de criteria nu aanpassen. Men gaat over naar het ontwikkelen van radiologische criteria in plaats van geologische. De Kamer stemt uitsluitend in met fase 1 en dan zal er opnieuw gedebatteerd moeten worden. Tot proefboringen (voorzien in fase 2) kan nu dus niet meer automatisch worden overgegaan. Fase 1 zal 2 jaar duren en 17,5 miljoen gulden kosten.
12 mogelijke locaties voor afvalopslag
De LOFRA, beter bekend als de in december 1984 ingestelde Commissie Geertsema, maakt een lijst bekend met 12 mogelijke locaties voor de interim-opslag van al het in Nederland geproduceerde radioactief afval. In februari waren dat er na een “globale verkenning“ nog 20 geweest en uiteindelijk moeten er drie overblijven, waar dan een definitieve keuze uit gemaakt moet gaan worden. Hoewel de opslag een normale industriële activiteit is; mag het terrein door de te verwachten risicobeleving niet grenzen aan woonbebouwing; het moet een aaneengesloten terrein van 30 hectare zijn; en de aanwezigheid van oppervlakte water voor lozing en koelwater; verder moet het een goede bereikbaarheid hebben.
Er is veel kritiek op de lijst met 12 locaties, de criteria en procedure. Geertsema reageert verbaasd: “Risico’s zijn er niet, griesmeel kan nog exploderen, maar dit afval niet. Totaal geen risico’s, totaal niet”, laat hij weten. De 12 zijn: Maasvlakte, Sloegebied, Wychen, Drachten, Bergen op Zoom, Klundert (Moerdijk), Oosterhout, Raamsdonk, Veendam, Delfzijl, Vlagtwedde en Hefshuizen.
Moerdijk krijgt 20 miljoen voor opslag
Terwijl het CDA in de Kamer pleit voor een “verantwoorde opslag“ heeft CDA-staatssecretaris Van Amelsvoort dan al in een vertrouwelijke brief de Commissie LOFRA (die daarvoor aangesteld is) buitenspel gezet door het Havenschap Moerdijk f 20 miljoen te bieden en te pressen akkoord te gaan met een vergunning voor de tijdelijke opslag terwijl er over milieueffecten niet gepraat wordt. De brief wordt op 21 juni bekend: Winsemius, die met de locatiekeuze bezig is voor die interim-opslag reageert erg boos omdat dat op z’n minst de indruk wekt dat de LOFRA niet serieus genomen wordt. Maar uit stukken de nacht erna ontvreemd uit het ministerie van EZ blijkt dat Winsemius wel degelijk van de brief op de hoogte was en dat een deel van het geld zelfs van z’n eigen ministerie afkomstig is! Politiek en maatschappelijk gezien is Moerdijk hierdoor wel een moeilijke keuze geworden...