- Instituten:
- onderzoeksinstituten
- ECN:
- nucleair gerelateerde activiteiten van het Energie Centrum Nederland in Petten, 1976 tot 1998 (daarvoor RCN, daarna NRG) Zie HFR voor Hoge Flux Reactor
Voorstel: verbreding RCN tot ECN
Terwijl minister van EZ Lubbers nog 3 kerncentrales wil bouwen, besluit het Kabinet Den Uyl tot verbreding van het onderzoeksterrein van het RCN met allerlei andere "alternatieve" energieonderwerpen. De Ministerraad bespreekt een voorstel van minister Trip (PPR -Wetenschappen) en de LSEO (in 1974 ingestelde Landelijke Stuurgroep Energie Onderzoek olv Van Gool) om te komen tot een Energieonderzoek Centrum Nederland.
Kernfusie-onderzoek niet naar ECN
Het voorstel van de RCN/ECN en de FOM om het kernfusie-onderzoek onder te brengen bij de ECN, wordt door de regering niet overgenomen. FOM is zeer verbolgen (“Bij het lezen van een degelijke tekst vragen wij ons af of ‘t land wel helemaal goed wordt bestuurd”, lezen we in een interne communicatie). Wil men nu “op energie-productie gericht kernfusie-onderzoek” (en de regering wil dat!) dan zou het toch logisch zijn dat het onderzoek onder verantwoordelijkheid komt van het ECN, vindt men. Maar, zo staat in het regeringsstandpunt, “gezien haar hierboven omschreven visie (…) acht de overheid opneming van het Instituut voor Plasmafysica in het ECN niet gewenst”. Achterliggende reden blijkt dat Lubbers (EZ) vind dat kernfusie nog niet praktisch realiseerbaar en dus geen energie-onderzoek is en daarom maar onder O&W moet (blijven) vallen.
RCN wordt ECN
Een jaar nadat het voorstel door de ministerraad werd behandeld, treden nu de nieuwe statuten in werking van het Energie Centrum Nederland en komt hiermee een einde aan het Reactor Centrum Nederland. Het bestuur van het RCN wordt voor een fait accompli gesteld; het is een politieke beslissing het onderzoeksterrein te verbreden en de naam te veranderen. Het feit dat het RCN het onderzoek naar alternatieven wordt opgedrongen is van grote betekenis. Het onderzoek had ook ergens anders kunnen worden ondergebracht, of er had een aparte organisatie voor op gericht kunnen worden, maar op deze manier wordt het nucleaire onderzoeksinstituut als het ware van binnenuit uitgehold. “Ons geloof in kernenergie mogen wij natuurlijk houden”, zegt de technisch directeur Pelser nog.
Formele oprichting COVRA BV.
Formele oprichting van de Covra B.V (de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval) die verantwoordelijk wordt voor opslag en beheer van al het in Nederland geproduceerde radioactief afval. Maar omdat de “definitieve vormgeving van deze vennootschap meer voorbereidingstijd vergt“ heeft de minister van VROM (namens EZ, SZ, SZW en F) voorlopig voor een projectmanager en deze vorm (BV) gekozen, zodat er alvast “terwille van een tijdige realisering van de interim-opslagfaciliteit“ (in Velsen, schrijft minister Winsemius) een aanvraag in het kader van de Kernenergiewet ingediend kan worden. De BV houdt in dat de ‘projectmanager’ alle aandelen krijgt min 1, die afgegeven wordt aan het Rijk. Op deze manier is er meer tijd om met de belangrijkste producenten te onderhandelen over deelname in de vennootschap.
Covra moet zich bezig gaan houden met de zorg van radioactieve stoffen nadat de oorspronkelijke gebruiker of producent daarvan afstand heeft gedaan. Die zorg betreft alle milieuhygiënische aspecten van het afval (dus ook eindopslag).
Het eerste Covra personeel begint per 1 april 1984 en per 1 oktober 1984 neemt het de inzamelfunctie (bij ongeveer 300 instellingen –ziekenhuizen, laboratoria, industrie en kerncentrales) van laag- en middenactief afval over van het ECN (die dat sinds 1963 doet) en gaat tevens de loods die voor de opslag op het ECN-terrein in gebruik is, beheren. Een nieuwe aandelenstructuur, waarin ook de producenten participeren, zal pas in 1986 van de grond komen.
Geen dumping maar tijdelijke opslag bij ECN
De gemeenteraad van Zijpe gaat akkoord met opslag van radioactief afval (LAVA en MAVA) op het ECN-terrein voor een periode van 5 jaar, met eventueel mogelijkheid tot verlenging van nog eens 5 jaar. De gemeenteraad had in mei 1981 nog een motie aangenomen de opslag niet verder uit te breiden, maar nadat minister Winsemius en de provincie Noord-Holland, de ECN hadden genoemd als beste locatie, ging de ECN snel akkoord. De gemeente komt hierdoor onder zware druk te staan en gaat uiteindelijk akkoord. Hiermee is het dumpen van het afval in zee definitief van de baan en kan er gezocht worden naar een andere locatie. Velsen valt af. De reguliere raadsvergadering 2 dagen eerder was niet doorgegaan omdat de raadszaal door antikernenergie activisten was bezet.
“Kernonderzoek bij ECN overbodig en slecht”
De RAWB (Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid) vindt dat kernenergieonderzoek bij het ECN overbodig en kwalitatief minder is dan in het buitenland en maar moet stoppen, zelfs al er nieuwe kerncentrales gebouwd worden. Volgens het adviesorgaan is er in Nederland nauwelijks een industrie die kan profiteren van het onderzoek. De ECN is ‘not amused’ en zegt dat elektriciteitsbedrijven nog steeds geïnteresseerd zijn in "kernenergetisch onderzoek" en er daarnaast ook nog behoefte is aan onderzoek naar de berging van radioactief afval.
Verdeling aandelen Covra
Het parlement gaat na veel discussie akkoord met een staatsaandeel van 10% in de Covra. De andere 90% zijn gelijkelijk verdeeld over de GKN, PZEM en de ECN.
De in december 1982 als BV opgerichte Covra, is nu in feite een samenwerkingsverband tussen de belangrijkste producenten van het afval. Aandeelhouders zijn de GKN (30%), PZEM (30%) en de ECN (30%) en de Nederlandse Staat voor de resterende 10%. De inbreng van de Staat lijkt beperkt, maar de instemming is nodig van de regeringscommissaris voor alle besluiten die essentieel zijn voor de taakuitvoering dus de eindverantwoordelijkheid ligt bij het Rijk. De risico’s ook, overigens. Het afval moet tijdelijk (gedurende 50-100 jaar) opgeslagen worden, waarna eindberging plaats moet vinden. Waar, wat en hoe is onduidelijk. Een ingenieursbureau heeft wel berekend dat langdurige ondergrondse opslag f 2792 miljoen zal kosten. Dit bedrag zal voortaan altijd genoemd worden. In het Kamerdebat zegt Minister Nijpels (VROM) dat Frankrijk heeft laten weten het opwerkingsafval vanaf 1992 terug te sturen.
Te weinig deskundig personeel voor nieuwe centrales
De ECN neemt een simulator in gebruik voor de opleiding en bijscholing van bedieningspersoneel van een kernreactor. Men klaagt erover dat er een tekort dreigt aan deskundig personeel: dat aantal is in de afgelopen 10 jaar teruggelopen van 1000 naar 100 mensen. Daarom is het bouwen van nieuwe kerncentrales in Nederland onverantwoord en kunnen instanties die zich met controle en veiligheid bezighouden een uitbreiding niet verhapstukken, zegt Versteegh van het ECN. De Kernfysische Dienst (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) reageert dat er voldoende personeel is en ook een evt uitbreiding mogelijk is: “maar men moet dan volstaan met bestaande en beproefde concepten voor nieuwe kerncentrales. Dus men moet niet zelf een nieuw concept gaan ontwikkelen.“
ECN/Euratom: geen conversie HFR
De ECN en Euratom zijn niet van plan de HFR om te bouwen zodat de reactor ook op laagverrijkt uranium kan draaien. Dit zeggen ze nog weer eens naar aanleiding van vragen in het Europees Parlement. De VS heeft als beleid dat het gebruik van HEU zoveel mogelijk beperkt moet worden, en volgens Amerikaans onderzoek is het mogelijk dat de HFR omschakelt. De ECN en Euratom vinden van niet: het kan niet en kost te veel geld, zeggen ze. En verder moeten ze dan nieuwe vergunningen aanvragen waar bezwaar tegen gemaakt kan worden. De VS levert nog wel HEU, maar is sinds eind 1988 gestopt met terugname van splijtstof, voornamelijk wegens problemen met de vergunning van Savannah River. Er is onduidelijkheid over wat dat betekent voor de ruimte in het koelbassin.
‘Problemen overlaten aan slimmere generaties na ons’
De ECN directeur Van den Kroonenberg schrijft dat we “niet te veel hulpbronnen moeten bewaren voor later”; de toekomstige generaties kunnen (moeten) zelf hun energie problemen wel oplossen. Ook het probleem van de opslag van radioactief kunnen we gerust over laten aan toekomstige ‘slimmere’ generaties, zegt hij in een interview in De Ingenieur.
- 1
- 2
- 3
- 4
- volgende ›
- laatste »