Defensie en kernonderzeeërs
Al bij de begrotingsbehandeling in september 1957 stelt de Minister van Marine Staf dat de Nederlandse vloot niet zal kunnen ontkomen aan het gebruik van "atomische energie". In september ‘58 wordt zelfs door de kapitein-ter-zee meegedeeld dat de Koninklijke Marine bezig is met de ontwikkeling van een door kernenergie voortgestuwde onderzeeboot. Dat blijkt ietwat overdreven. In juli 1959 zijn vertegenwoordigers van Buitenlandse Zaken en de Koninklijke Marine in Washington om te onderhandelen over de aankoop van een kernonderzeeër, in elk geval een reactor daarvoor. De ambtenaren zijn positief gestemd over de gesprekken (schuchter is er gevraagd of een kernreactor ook “geleend of gehuurd” kan worden, en aan deze vraag wordt met enige gene terug gedacht). Toch, zo wordt benadrukt, is teveel optimisme misschien voorbarig: het Amerikaanse Congres beslist uiteindelijk, hoewel die zich vaak laten leiden door Schout bij nacht Rickover, die, zo gaan de verhalen, de verspreiding van (informatie over) atoomonderzeeërs wil beperken. In oktober deelt de Marine mee dat het zelf bouwen van kernonderzeeboten voorlopig van de baan is. Nu zijn de reactoren nog te duur en wachten op betere en goedkopere reactortypes gaat te lang duren omdat er nu een beslissing genomen moet worden over nieuwe onderzeeboten.
Organisatie voor kernfusie-onderzoek opgericht
De in 1956 gevormde FOM-studiecommissie over de mogelijkheden van kernfusie rapporteert in 1957, met als gevolg daarvan dat er bij FOM de Werkgemeenschap voor Thermonucleair Onderzoek wordt gevormd om voorbereidingen te treffen voor de oprichting van een organisatie voor kernfusie (ook wel thermonucleair genoemd) onderzoek.
In november 1959 wordt dan het Instituut voor Plasmafysica opgericht, dat in Jutphaas (Nieuwegein) op het al in 1958 aangekochte landgoed Rijnhuizen wordt gevestigd. De kosten komen voor rekening van het Ministerie van O&W. Ook in 1959 treedt Nederland als zevende lid toe tot een select groepje landen (Amerika, Rusland, Engeland, Frankrijk, Duitsland en Zweden) dat onderzoek doet naar “het temmen van de waterstofbom“. De verwachtingen zijn groot, maar de moeilijkheden die overwonnen moeten worden ook. Kernfusie is het laten versmelten van het waterstofatoom (zoals de zon) en de warmte die daarbij vrijkomt (net als bij kernsplitsing) gebruiken voor het produceren van elektriciteit.