Fase 2 Noors-Nederlandse samenwerking
Het Joint Committee (het 'dagelijks bestuur') van de Noors-Nederlandse samenwerking besluit formeel tot Fase 2: de bouw van een onderzoeksreactor in Nederland. Men kiest voor de NUPOP: Natural Uranium Power Only Pile.
Geschatte kosten (in miljoen gulden):
- fl. 9 bouwkosten
- fl.12 voor 14 ton zwaarwater
- fl. 2 voor eerste splijtstoflading
KEMA octrooi voor suspensiereactor
Eerste octrooiaanvraag in Arnhem door de KEMA op het gebied van suspensiereactoren. Het bijzondere van de suspensiereactor schuilt in de manier waarop splijtstof word gebruikt: als kleine uraniumbolletjes die met water een suspensie vormen. Het idee is dat de bij splijting van uranium ontstane splijtingsproducten uit de bolletjes in het omringende water schieten, waaruit ze vervolgens gemakkelijk verwijderd kunnen worden. Vervanging en opwerking van splijtstof is op deze manier niet nodig. Het zou dan mogelijk moeten zijn om de splijtstof volledig te versplijten. Daarnaast is het de bedoeling in de bolletjes nieuwe splijtstof aan te maken of te ‘kweken’. Daartoe worden de bolletjes samengesteld uit een mengsel van uraniumoxide en thoriumoxide. Uit thorium moet dan het splijtbare isotoop 233U worden gevormd: nieuwe splijtstof. De waterige suspensie is vloeibaar en moet in de reactor worden rondgepompt. Kettingreacties moeten de suspensie in het reactorvat, die de grootte van een voetbal heeft, opwarmen. Deze warmte zal vervolgens in een warmtewisselaar moeten worden afgestaan en de splijtingsproducten zullen uit de suspensie moeten worden verwijderd. Daarna zou de suspensie weer naar het reactorvat worden gepompt.
Eerste verrijkte uranium
De eerste hoeveelheid (10 milligram), in de fabriek aan de Hoogte Kadijk in Amsterdam 8% verrijkt uranium, wordt trots aangeboden door J. Kistemaker aan het bestuur van FOM. Dit is een doorbreken van het VS-embargo op verrijkt uranium. Er worden voorzichtig banden aangeknoopt met Frankrijk en Duitsland. Op 10 september 1954 geeft FOM toestemming om het verrijkte uranium a f 350,- per milligram te verkopen aan de Franse CEA, voor onderzoek in Saclay.
‘Atoms for Peace’ speech
Voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties houdt VS-president Eisenhower een toespraak die de geschiedenis in zal gaan als de ‘Atoms for Peace’ speech. Eisenhouwer kondigt aan dat de VS haar monopolie op het gebied van kerntechnologie (noodgedwongen) opgeeft en bied aan landen te voorzien van reactoren en technologie. Kerntechnologie moet niet langer gebruikt worden voor het voeren van oorlog, maar in dienst staan van de mensheid (“the United States pledges before you, and therefore before the world, its determination to help solve the fearful atomic dilemma - to devote its entire heart and mind to finding the way by which the miraculous inventiveness of man shall not be dedicated to his death, but consecrated to his life“) Tevens roept hij op tot de oprichting van een controle-instantie die moet voorkomen dat landen met de technologie kernwapens maken: dit zal leiden tot de oprichting van de IAEA. Vanaf 1954 wordt de markt overspoeld met (vaak goedkopere) technologie maar vooral materialen uit de VS.
Luister hier naar de originele opname van de speech
Wet tot financiering en bouw kernreactor
De wet tot ‘financiering van de bouw en inrichting van een kernreactor in Nederland’ treedt in werking, nadat het door de Eerste Kamer is goedgekeurd (met alleen de CPN tegen). De ministers OK&W, EZ en Financiën dienden het wetsontwerp (voor een reactor en geen ‘reactorcentrum’) op 4 maart in.
De staat zal 50% financieren. Bij de behandeling in de Tweede Kamer op 14 juli stemt ook alleen de CPN tegen. Bij dat debat belooft de minister van OK&W na druk uit de Kamer dat er toch een aparte zelfstandige organisatie wordt opgezet voor bouw en bedrijf van de kernreactor, alhoewel een paar maanden daarvoor een door de ministers van OK&W, EZ en Financiën op 4 maart 1953 geïnstalleerde Adviescommissie voor Kernfysica (de commissie Kluyver) geadviseerd heeft het bij FOM te laten. De Commissie moet adviseren over de rol van de FOM nu kernonderzoek steeds meer toegepaste wetenschap wordt en dat buiten de taak van FOM (fundamenteel onderzoek) zal gaan vallen. Het belangrijkste advies is dat er geen aparte stichting moet komen waarin het reactorproject zou moeten worden ondergebracht; dat moet bij FOM blijven. Op 31 mei gaat de ministerraad akkoord met dit voorstel. Het blijkt een Pyrrus-overwinning van FOM te zijn.
Vooral de PvdA wil dat de regering “het heft in handen houdt“. De Kamer weet op dat moment nog niet precies welk ontwerp er bedoeld wordt: Er wordt namelijk onderzoek gedaan naar 3 ontwerpen, allen gebaseerd op natuurlijk uranium en zwaarwater. Totale kosten van het reactorcentrum worden op f 28 miljoen geschat. Voor 1954 wordt door de regering een bedrag uitgetrokken van maximaal f 8,5 miljoen en voor de 2 jaren daarna samen f 5,5 miljoen, mits de industrie een zelfde bedrag betaalt. De helft daarvan wordt echter betaald door de KEMA, dat wil zeggen, de elektriciteitsbedrijven, dat wil zeggen, de ‘consument’. Een groot aantal bedrijven betalen samen dus een kwart.
Overleg over 'reactorcentrum'
Overleg start over het opzetten van een zelfstandige organisatie voor bouw en bedrijf van ‘een reactorcentrum’ door 2 vertegenwoordigers van FOM, Staat, KEMA (elektriciteitsmaatschappijen) en industrie, daarom heet dit ook wel de ‘Commissie van Acht’. De Reactor Commissie (de Nederlandse tak van de Noors-Nederlandse samenwerking) moet terzijnertijd opgaan in de nieuwe stichting. Meteen blijken er grote verschillen te bestaan over bijv. reactorontwerp dat door de Noors-Nedelandse samenwerkingscommissie was gekozen.
Start ultracentrifuge?
In de herfst woont Dr. Kistemaker tijdens een bezoek aan Hamburg een colloquium bij over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van ultracentrifuge, waar interessante en nieuwe ontwikkeling besproken worden op het gebied van het scheiden van xenon-isotopen. Hij vindt dat, dat perspectief biedt voor de uraniumverrijking en brengt die onder de aandacht van FOM en van Werkspoor N.V. (Amsterdam). In december start Kistemaker in het FOM-lab in Amsterdam (in samenwerking met Werkspoor) met de ontwikkeling van de ultracentrifuge. Dit is, volgens de officiële geschiedschrijving, het begin van het ultracentrifuge onderzoek in Nederland. In het FOM jaarverslag over 1954 wordt voor het eerst melding gemaakt van contacten van FOM-medewerkers met andere (buitenlandse) onderzoekscentra waar gewerkt wordt aan de ontwikkeling van centrifugale methoden voor de ontwikkeling van isotopen. Dr. Kistemaker wordt op 1 januari 1955 directeur van het FOM-laboratorium voor Massaspectrografie.
Begin van einde Noors-Nederlandse samenwerking
Noors-Nederlandse Joint Committee vergadering. De nieuwe partijen in het FOM (de ‘Commissie van Acht’ die nu aan tafel zitten in plaats van de Reactor Commissie) vinden dat gemeenschappelijk beheer van de Noors-Nederlandse reactor niet doelmatig kan zijn; heel versluierd wordt min of meer deze bilaterale samenwerking opgezegd en wordt het Reactor Centrum Nederland als alternatief genoemd. Door het nieuwe ‘Atoms for Peace’ beleid van de VS is verrijkt uranium makkelijker verkrijgbaar (oa. van de VS en VK) en dus ligt de keus van het Noors-Nederlandse Joint Committee voor het Nupop ontwerp (natuurlijk uranium en zwaarwater) minder voor de hand.
Slechte aankopen
Ondanks de bedenkingen over de Nupop tekent FOM een contract met Norsk Hydro voor levering van 8 ton zwaarwater (160 vijftig-liter-vaten), plus een optie op nog eens 6 ton. Slechts 100 kilo (2 vaatjes) van het gekochte zwaarwater, komen in Nederland aan, waar ze in Petten af en toe gebruikt worden in het lab. De rest wordt doorverkocht aan Zweden. Ondertussen is de VS beginnen te strooien met verrijkt uranium, maar ook met zwaarwater voor minder dan de helft van de Norsk Hydro prijs.
Eerste nota over kernenergie-onderzoek
De ministers van OK&W, Cals, en EZ, Zijlstra, bieden de Kamer de ‘Nota inzake het in Nederland te verrichten onderzoek op het gebied van kernreactoren en hun toepassingen’ aan. De nota gaat vrijwel uitsluitend over (de oprichting van) het RCN. De eerste constatering is dat het zwaartepunt zich steeds meer zal bewegen van Onderwijs naar Economische Zaken en de minister van EZ zal dan ook als eerste verantwoordelijke optreden. In feite is dit het eindadvies van de Commissie van Acht, bewerkt door een interdepartementale commissie ad hoc.
In het laatste deel van de nota (‘VI, Uitvoering der plannen’) staat: “De plannen, welke het uitgangspunt vormden bij de opzet van de samenwerking en welke in eerste instantie de bouw van de z.g. Nupop met een warmteproductie van 10 000kW beoogden, zijn in belangrijke mate gewijzigd“. Vervolgens wordt voor het eerst melding gemaakt van besprekingen met de VS over de bouw van een ‘materials testing reactor’ te komen. De RCN zal zich gaan richten op de Suspop, maar “de eerste fase van de Suspop-ontwikkeling zal door de RCN aan de KEMA worden toevertrouwd“. De Suspop is de suspensiereactor die de KEMA al in ontwikkeling heeft.
Bij de behandeling is er weinig kritiek, wel vraagt de PvdA zich af of er niet een kamerbrede adviescommissie voor kernenergie moet komen. Minister Zijlstra is echter dermate door atoomenergie gefascineerd dat hij het beleid in handen wil houden en niets voelt voor een "regeringscommissariaat". De nota wordt in december voor kennisgeving aangenomen.