85% van energieonderzoek naar kernenergie
De Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RAWB) vindt dat (ook het universitaire) onderzoek naar kernenergie aanzienlijk moet worden afgeslankt. Het totale kernenergieonderzoek kost dit jaar ongeveer f 100 miljoen en dat zal naar verwachting langzaam oplopen naar f 116 miljoen in 1982. Zo’n hoge bijdrage (85% van al het energieonderzoek) kan niet langer verdedigd worden gezien de lage bijdrage van kernenergie aan de energievoorziening en het besluit van het kabinet het kernenergieonderzoek te herprogrammeren.
Aankondiging Brede Maatschappelijke Discussie
De aankondiging door de minister van Economische Zaken Gijs van Aardenne tot versnelde uitvoering van de proefboringen én een brede maatschappelijke discussie. Van Aardenne schrijft dat het van belang is binnen afzienbare tijd een beslissing te nemen over de vraag in welke omvang kernenergie zal kunnen worden toegepast. De AER adviseert een maatschappelijke discussie over kernenergie, waaraan drie doelstellingen ten grondslag moeten liggen
1- objectivering en aanvulling van informatie
2- deelneming van bevolking bij meningsvorming,
3- registratie van meningen
De discussie zal twee jaren moeten duren, waarna regering en parlement een beslissing gaan nemen. Aan het eind van ‘t jaar zal een precieze opzet gepubliceerd worden. Van Aardenne schrijft dat door die discussie de bouw van kerncentrales een paar jaar vertraagd zal worden en Nederland niet voor 1990 op grote schaal kernenergie zal kunnen inzetten. Maar daar moet de discussie toch over gaan? Een andere adder onder het gras is dat Van Aardenne versnelde proefboringen wil naar de mogelijkheid om kernafval in zoutkoepels op te slaan, om de resultaten daarvan in de BMD mee te kunnen nemen. Er is veel kritiek op het voorstel: de regering bepaald wat ter discussie staat en kernenergie wordt in het voorstel bij voorbaat onvermijdelijk genoemd.
KEMA: radioactief afval begraven in eigen tuin
In Arnhem verschijnt in De Nieuwe Krant een artikel over radioactief afval op het terrein van de KEMA en sterfgevallen van kinderen die daar mee gespeeld zouden hebben. Een week later, na aanvankelijk alles ontkend te hebben, graaft de KEMA drie kuilen leeg en 18 kilogram radioactief afval op. Aan de hand daarvan concluderen ze dat op het hele terrein 3 kilo uranium en 5 kilo thorium ligt. Al snel blijkt dat het ook om andere radioactieve stoffen gaat, waaronder cesium en kobalt. Een plan zal worden ontwikkeld om alles op te graven. Al in 1973 was bij een aantal ministeries bekend dat er radioactief materiaal (afkomstig van proeven met de nulenergiereactor) op het terrein was begraven in de periode 1956-1972. Verontruste bewoners organiseren zich in de actiegroep ‘KEMA-afkeur’. Op 2 december demonstreren ruim 500 mensen in Arnhem onder het motto 'Geen vergunning KEMA - Stop Kernenergie' De KEMA wil graag een nieuwe vergunning voor het experimenteren met radioactieve stoffen.
Breek Atoomketen Nederland
Tien mensen sluiten de hoofdpoort van de UCN in Almelo en blokkeren de toegang. Ze noemen zich BAN: Breek Atoomketen Nederland. De actievorm en vooral de organisatievorm, worden zeer bepalend voor de strijd tegen kernenergie. BAN groeit snel en wordt gevormd door kleine (vrienden/innen) groepjes; er is geen leiding en besluiten worden genomen met consensus (ieders instemming). BAN is ontstaan uit een gevoel van machteloosheid en teleurstelling, omdat na de grote anti-UCN-demonstratie in maart 1978, het kabinet toch besluit de UCN uit te breiden.
Enorme opkomst demonstratie Gasselte
Opnieuw wordt duidelijk hoe groot de weerstand tegen de mogelijke opslag van kernafval in zoutkoepels in het noorden van het land is. In het kader van de internationale actiedagen tegen kernenergie wordt in het Drentse Gasselte een demonstratie georganiseerd waar ruim 25.000 mensen aan meedoen.
Weinig gekomen van minder eenzijdig energieonderzoek
De Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RAWB) stelt in haar Jaaradvies 1979 dat het energieonderzoek nog steeds te veel gericht is op kernenergie. Volgens de RAWB is het beleidsvoornemen van begin 1977 (onderzoek minder eenzijdig op kernenergie) in de “verbale fase“ blijven hangen.
"Bliksemse katers"
Na een vergadering van de EEG regeringsleiders over het energieprobleem zegt premier Van Agt dat Nederland nu ook “als de wiedeweerga, als de bliksemse katers“ de veiligheidsproblemen rond kernenergie moet oplossen. Het klinkt als een bevel, maar lijkt meer een zucht van wanhoop.
Bestaande kerncentrales niet onderdeel van Discussie
De regering lijkt in te gaan op de kritiek naar aanleiding van het voorstel voor de BMD uit 1978; het stelt een breed opgezette discussie voor, die ook kan gaan over het sociaal-economisch beleid en waarin niet a-priori uit lijkt te worden gegaan van de onvermijdelijkheid van kernenergie. Het gaat de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid heten. Maar het plan loopt al snel vertraging op omdat “tot op heden nog geen voorzitter van de stuurgroep is gevonden.“ Ook neemt, het publieke debat overziend, het vertrouwen in de bedoeling van de regering bepaald niet toe. In juli 1980 bevestigen de ministers Van Aardenne (EZ) en Ginjaar (V&M) nog weer eens wat iedereen al lang weet: de BMD gaat niet over de bestaande kerncentrales. Het gaat “immers om de toekomstige rol van kernenergie.“ Ze zijn het nog wel oneens in welk tempo die rol moet groeien. In oktober (1980) blijkt een Kamermeerderheid te vinden dat de bestaande kerncentrales wel in de discussie betrokken moeten worden.
Provincie Gelderland tegen sluiting Dodewaard
Een meerderheid van de Gedeputeerde Staten van Gelderland vindt dat de centrale in Dodewaard niet hoeft te worden gesloten. Wel vinden ze dat een “energievoorziening zonder kernenergie zonder meer mogelijk is via een ander energiebeleid, dat gericht is op vermindering van het verbruik, op meer prioriteit voor besparing en op een milieuvriendelijke vorm van steenkool.“ Op 25 juni stemmen ook de Provinciale Staten in meerderheid tegen sluiting.
Ontstaan ‘Dodewaard-gaat-dicht!-beweging
Het 'Pinksterkamp bij het ‘gat van Hagen" (een recreatieplas op ongeveer 7 km van de kerncentrale in Dodewaard) is een initiatief van de Gelderse Stroomgroepen. De bedoeling is een tweedaagse vergadering over het voeren van verdergaande, directe acties tegen kernenergie. Het voorstel is om in oktober over te gaan tot een terreinbezetting van de kerncentrale Dodewaard. Eén van de voorwaarden voor de actie is, dat die openbaar aangekondigd moet worden. Algemeen wordt ingezien, dat met alleen praten en demonstreren de kerncentrales niet dicht zullen gaan. Op het discussiekamp, waar zaterdags 2000 en zondags zelfs 5000 mensen zijn, wordt in kleine groepjes gediscussieerd over het voorstel tot een terreinbezetting. Hoewel de motieven achter het actievoorstel algemene instemming vinden, wordt toch besloten om te gaan blokkeren in plaats van te bezetten, omdat het overgrote deel van de aanwezigen een poging tot terreinbezetting uit ziet lopen op een grote veldslag.
In het actieplan zit nog een ander belangrijk element: basisgroepen en basisdemocratie. Om zoveel mogelijk mensen bij de actie te betrekken en er vanuit gegaan wordt dat iedereen mee moet kunnen praten, wordt er een voorstel gedaan om basisgroepen te vormen: kleine groepjes mensen die elkaar goed kennen. De beweging die dat weekend ontstaat, en die zich Dodewaard Gaat Dicht! noemt, wordt zeer bepalend voor de antikernenergie strijd in de begin van de jaren tachtig en de organisatievorm in basisgroepen wordt door veel andere radicale sociale bewegingen overgenomen.