ECN-opslag: al 20 jaar niet de juiste vergunning
Als de ECN een vergunning aanvraagt voor de uitbreiding van de opslag van radioactief afval, blijkt dat men helemaal geen Kernenergiewet-vergunning heeft voor de huidige opslag faciliteit. In 1965 is er slechts een hinderwetvergunning afgegeven voor een gebouw voor “opslag van radioactief materiaal”, maar in 1970 toen de kernenergiewet in werking trad, heeft de ECN nooit een nieuwe vergunning aangevraagd. Nu is een uitbreiding van de capaciteit nodig door de productie van molybdeen, waarbij “nogal wat“ (warmteproducerend) radioactief afval ontstaat. Er bestaat op lokaal maar ook op landelijk niveau veel weerstand tegen de uitbreiding voor een Amerikaans commercieel bedrijf: “de winst gaat naar Amerika en wij blijven met het afval zitten.“ Ook vindt EZ dat de tussenopslag (voor 50 jaar) in een bunker op het ECN-terrein niet past in het streven om afvalstromen te scheiden en alles centraal op te slaan bij de Covra. Omdat er nog meer vergunningen verandert moeten worden, besluit ECN een jaar later maar een alles-omvattende ‘complex’vergunning aan te vragen.
Opslag in zout: Isoleren, Beheersen en Controleren
Het kabinetsstandpunt over de Toetsingscriteria Opberging Radioactief afval (TOR) verschijnt. De regering besluit tot nieuwe opslagcriteria: Isoleren, Beheersen Controleren (IBC) met daaraan gekoppeld ‘terughaalbaarheid’, waardoor opslag in zoutkoepels van de baan lijkt. Maar waarom ‘terughaalbaarheid’ moet en wat het precies is, blijft onduidelijk. Aangenomen wordt dat het kabinet eigenlijk vindt dat proefboringen plaats moeten vinden, maar dat de PvdA een dergelijk omstreden standpunt (na het WAO-debat) niet opnieuw durft te nemen. Milieuminister Hans Alders stelt in een reactie dat zout “minder aantrekkelijk“ is voor een “permanent terugneembare berging"; maar “het is niet zinvol één alternatief, nl. zoutmijnen, op voorhand uit te sluiten.“ Zoutkoepels blijven dus in beeld, maar eerst moet verder gestudeerd worden. Op wereldmilieudag, 5 juni, wordt er in Zwolle een openbaar debat ‘Afval in zout? Fout!’ gehouden. Het doel is het aanzwengelen van de discussie en om de oppositie tegen de opslagplannen te bundelen. Alle partijen uit de Provinciale Staten van de drie noordelijke provincies zijn tegen de opslag van radioactief afval in zout en proefboringen.
Nucleaire wasserij
Coevorden krijgt een nucleaire wasserij. Een dochteronderneming van het Amerikaanse INS (Interstate Nuclear Services) namelijk ENS (European Nuclear Services) wil er een fabriek openen waar werkkleding van werknemers van kerncentrales en laboratoria worden gewassen. Coevorden ligt lekker dicht bij Duitsland, dat als voornaamste markt wordt gezien. De gemeente zegt dat ze zich heeft laten voorlichten door ECN en dat “zeker als aan een aantal bouwkundige voorwaarden wordt voldaan“ de risico’s als minimaal ingeschat moeten worden.
OPLA: 7 zoutkoepels geschikt
De OPLA komt met het 'Aanvullend Onderzoek Fase 1'. De totale kosten van het Aanvullend Onderzoek zijn opgelopen tot 29 miljoen gulden (oorspronkelijk was Fase 1 begroot op f 17 miljoen en een looptijd van twee jaar, nu heeft het in totaal bijna 10 jaar geduurd en f 66 miljoen gekost). Een belangrijk thema in dit rapport zijn de rekenmodellen om de veiligheid van de opslag te kunnen berekenen. Van de geleverde kritiek op de modellen, de onzekerheid van model voorspellingen, is weinig in het rapport terug te vinden. Dat, terwijl de conclusie in een RIVM studie (in gewoon Nederlands) is dat veiligheidsmodellen niet kunnen worden getoetst omdat daarvoor dertig tot vijftig procent van de totale opslagtijd van enkele honderdduizenden jaren nodig is.
Een bijlage geeft een nieuwe lijst van geschikte zoutkoepels, gemaakt door het RGD. De algemene voorwaarden waar opslag in zout aan moet voldoen zijn gewijzigd en aan deze eisen voldoen 7 zoutkoepels: Ternaard in Friesland; Zuidwending, Pieterburen, Onstwedde en Winschoten in de provincie Groningen; Schoonlo en Gasselte-Drouwen in Drenthe. Op ambtelijk niveau komt er geen advies om over te gaan tot proefboringen en de Tweede Kamer neemt het OPLA advies voor kennisgeving aan.
Rijk dekt verliezen Covra door te weinig afval
In oktober komen de eerste berichten dat de Covra in financiële problemen verkeert, omdat er te weinig radioactief afval wordt aangeboden. “Klanten letten beter op“ zeggen ze: “goed voor Nederland maar slecht voor ons.“ Vooral de hoeveelheid laagafval van de ongeveer 300 klanten is veel minder dan begroot. De tarieven voor opslag zijn al verhoogd en zitten nu op “het maximum dat de markt kan dragen.“ De kerncentrales (de grootste aandeelhouders) hebben de laatste tijd al versneld afval naar de Covra afgevoerd, wat enige miljoenen extra inkomsten oplevert. Maar de Covra denkt dat de toekomst er positief uitziet, omdat de normen verscherpt zijn en er grootte hoeveelheden afval uit de petrochemische en olie-industrie als (‘extra laag-‘) radioactief afval zullen worden aangeboden. In december besluit het Rijk tot een ‘achtergestelde lening“ van 10 miljoen (terug betalen over 20 jaar zonder rente), er moet dan wel binnen een jaar een ‘plan van aanpak’ komen om de bestuurlijke (de directeur is op 1 november uit z’n functie gezet) en financiële problemen op te lossen.
Aanvraag opslag splijtstof in LAVA-gebouw
“Begin dit jaar werd duidelijk dat niet langer gerekend mag worden op afvoer van de gebruikte splijtstofelementen van de onderzoeks-reactoren in ons land naar de VS”, zegt minister De Boer (VROM) en daarom is er door de eigenaar van de HFR een vergunning aangevraagd voor de opslag van hoogradioactieve splijtstof (in transportcontainers) in gebouwen van de Covra voor laag- en middenactief afval. De minister weet nog niet of dat acceptabel is: “een oordeel is pas mogelijk als alle elementen die vereist zijn voor de beoordeling (…) beschikbaar zijn.“ Covra zit in financiële problemen door minder afval dan begroot. Op 15 augustus is er een vergunning aangevraagd voor de bouw van een bunker voor de opslag van hoogradioactief afval (de HABOG). Met de bouw is ongeveer 275 miljoen gulden gemoeid.
Gedoogvergunning voor Covra
Er is weer een gedoogvergunning afgegeven. De ministers van EZ, VROM, SZ en V&W hebben de Covra toestemming gegeven door te draaien hoewel het bedrijf op een aantal onderdelen niet (meer) voldoet aan de in 1989 afgegeven vergunning. Maar de ministers achten het niet wenselijk om de installatie stil te leggen of de “strikt genomen illegale toestand“ stilzwijgend te laten voortduren. De COVRA heeft al wel om een wijziging van de vergunning gevraagd,waarbij de nu gedoogde zaken ‘meegenomen’ zullen worden. Het gaat bij het gedogen o.a. om de opslag van afval dat volgens de vergunning niet opgeslagen mag worden; om meer afval dat verwerkt wordt dan toegestaan en verder blijkt de verwerkingsinstallatie anders uitgevoerd te zijn dan volgens de vergunning zou moeten.
Weer geld naar Covra
Het ‘plan van aanpak’ (dat nu ‘businessplan’ heet) dat de Covra in mei 1995 publiceert om uit de bestuurlijke en financiële problemen te komen komt met een simpele oplossing: het ministerie van VROM moet de komende 10 jaar nog eens 30 miljoen gulden (€13,6m) in de Covra stoppen. Volgens de directie is alleen op deze wijze een debacle te vermijden, “want de verliezen blijven de komende jaren groot.“
Als reactie zet VROM de 10 miljoen gulden (€4,5m) lening die het bedrijf eind 1994 kreeg om in een exploitatiesubsidie en dat is nodig om de verliezen over '94/'95 te dekken. In december '96 wordt bekend dat de ministeries van VROM en EZ in totaal 50 miljoen gulden gaan betalen om het bedrijf gezond te maken. Er is jaarlijks ongeveer een verlies van 6 miljoen gulden. De directeur noemt het “wel riant“ dat het Rijk bij wil springen. Steeds weer wordt genoemd dat de “stagnerende uitbreiding van kernenergie in Nederland" een reden van de verliezen is. Maar met deze injectie, zegt Covra, moet het wel lukken.
Rapportage storingen nucleaire installaties 1996
In 1996 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 33 storingen voorgedaan: 14 in Borssele, 19 in Dodewaard. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1996 van de Kernfysische Dienst. Voor het eerst zijn er ook storingen opgenomen van andere nucleaire installaties: ECN en Covra.
ECN: Tijdelijke opslag in zoutkoepels
Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) houdt een studiedag in kleine kring over ondergrondse opslag en ziet deze dag als het begin van een “zinvolle maatschappelijke discussie.“ Het ECN heeft een nieuw opslagplan: sla het kernafval 25 jaar lang tijdelijk op in zoutkoepels, dan kan daarna de volgende generatie beslissen de opslagmijn open te houden of definitief te sluiten. Dit plan roept natuurlijk weerstand op in het Noorden. Milieuminister M. de Boer stelt hierop in een brief van 24 juli dat het opbergen van kernafval in zout “technisch haalbaar en in principe veilig“ is en “dus een van de mogelijkheden blijft die in het onderzoek wordt betrokken.“ Maar de aanleg van een mijn voor de opslag van kernafval is “thans niet aan de orde.“