Provincies tegen opslag klei of zout
In april 2003 hebben de provincies Groningen, Fryslan, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland, Noord-Brabant en Limburg eensgezind de opslag van radioactief afval in zout of klei in een schrijven aan staatssecretaris Van Geel van Milieu afgewezen. Bij het debat in de Kamer zegt hij “enigszins verbaasd“ te zijn over de brief van de 8 provincies, want “Nederland gaat voorlopig uit van bovengrondse opslag“ en “voorlopig wordt nog acht jaar verder gestudeerd". De Kamer steunt Van Geel in het afwijzen van de Europese Unie richtlijn dat elk land binnen vijf jaar een locatie voor ondergrondse opslag van radioactief afval moet hebben en die in 2018 gerealiseerd moet hebben.
HABOG geopend en ontvangt eerste afval
Koningin Beatrix opent de opslag faciliteit voor hoogradioactief afval, de HABOG op het terrein van de Covra in Borssele. Het opvallend oranje geschilderd gebouw (met E=MC2 op de zijkant) is bedoeld voor de opslag van het afval dat terug komt van de opwerkingsfabrieken waar Borssele en Dodewaard hun splijtstof laten opwerken. Ook de brandstof uit de IRI en HFR zal er opgeslagen worden.
Milieuorganisaties vragen aan de koningin niet te komen en vinden dat er geen reden voor een feestje is: een opslag voor 100 jaar van afval dat 240.000 gevaarlijk blijft kan moeilijk als ‘oplossing’ gezien worden. Verder is het gebouw nu al te klein nu besloten is dat Borssele tot 2013 open blijft, kan er alleen maar opgewerkt afval opgeslagen worden en is juist opwerking enorm vervuilend, en, niet onbelangrijk, wat gebeurt er na die 100 jaar? Ook is er geen opslagmogelijkheid voor het bij de opwerking afgescheiden plutonium.
Eind november komt het eerste transport met hoogactief afval aan van de HFR uit Petten en in mei 2004 wordt het afval dat 4 jaar lang in de loods voor laag- middenactief afval verplaatst naar de HABOG.
Vervolgonderzoek CORA
Van Geel deelt mee dat er een vervolgonderzoek CORA komt over terugneembare berging. Hij zegt dat hoewel Nederland uitgaat van langdurige bovengrondse opslag bij de Covra, de “druk vanuit de Europese Commissie op de lidstaten“ toeneemt om via “Europese regelgeving te komen tot nationale afvalbeheersplannen waarin een concreet tijdspad voor een definitieve oplossing is opgenomen.” Het vervolgonderzoek zal voornamelijk uitgevoerd worden door NRG en bestaan uit “verdieping van uitgevoerde studies (OPLA en CORA) en verificatie van de gebruikte modellen door empirisch onderzoek in een buitenlands ondergronds laboratorium.” Het eerste deel zal duren van 2004 tot 2006 en betaald worden uit het 6de EU Kaderprogramma. Vanaf 2006, zo deelt hij mee, zal het onderzoek “zich concentreren op de experimentele fase in een ondergronds laboratorium.” In totaal zal het onderzoek 8 jaar duren.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2003
In 2003 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 19 storingen voorgedaan: 6 in Borssele en 12 storingen geweest bij de Dodewaard, ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2003 dat de Kernfysische Dienst publiceert op 18 augustus 2004.
Borssele: verlenging opwerkingscontract
Nu Borssele tot 2013 open mag blijven, en er dus een beslissing genomen moet worden over het verlengen van het opwerkingscontract, moet ook de minister toegeven dat dat eigenlijk iets is waar de Regering niets meer over te zeggen heeft: “EPZ heeft mij per brief van 10 februari jl. meegedeeld dat gebruik gemaakt is van die mogelijkheid tot verlenging van de bestaande overeenkomst met Cogema. Het opwerkingscontract betreft een privaatrechtelijke overeenkomst tussen EPZ en Cogema,” antwoord Van Geel op 2 maart 2004 op kamervragen. Dit betekent ook dat er geen gegevens meer komen over Pu-productie en wat er mee gebeurt, als de EPZ dat niet wil..De verlenging van het bestaande contract met Cogema is volgens EPZ “tot ver in het volgende decennium“ (later blijkt 2015). Men besluit tot opwerken omdat “alle aanwezige middelen afgestemd zijn op opwerking”: dat betekent dat het gebouw voor hoogradioactief afval (HABOG) bij de Covra alleen geschikt is voor opwerkingsafval. Greenpeace vindt het een ‘rampzalig’ besluit en ook in strijdt met internationale afspraken (OSPAR) om opwerking te stoppen (België, Duitsland, Spanje, Zwitserland en Zweden hebben dat ondertussen besloten).
Op 1 juli neemt de Kamer een motie aan waarin de minister wordt gevraagd het onmogelijk te maken dat in de toekomst een opwerkingscontract afgesloten kan worden zonder dat de politiek zich daar over uit kan spreken. Dit zal in de Randvoorwaarden en de Kernenergiewet geregeld moeten worden.
Eerste opwerkingsafval terug naar Nederland
Voor het eerst krijgt Nederland een deel van het afval terug dat sinds de jaren 70 opgeslagen ligt bij de opwerkingsfabrieken in Frankrijk en Engeland. Een trein met een 112 ton wegende container met 28 stalen cilinders vol in glas gegoten kernsplijtingsafval afkomstig uit Borssele komt terug uit La Hague en brengt het afval naar de Covra. Greenpeace-activisten bezetten in de nacht voor de aankomst het dak van de HABOG en laten daar een groot spandoek zakken. Begin november komt het eerste transport van splijtstof uit de IRI (Delft) aan.
Rapportage storingen in nucleaire installaties 2004
In 2004 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 19 storingen voorgedaan: 8 in Borssele en 13 storingen geweest bij Dodewaard, ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales van de Kernfysische Dienst.
Energierapport "Nu voor later'
Minister Brinkhorst (EZ) publiceert ‘Nu voor later’ het Energierapport 2005, waarin kernenergie een bescheiden rol speelt (1,5 pagina), met als conclusies: meer energiebesparing, groter aandeel duurzame energie; meer innovatie en spreiding van energiebronnen zijn noodzakelijk. “Naast kolen is kernenergie in Europa van blijvende betekenis ter overbrugging naar een duurzame energiehuishouding. Bouw van nieuwe centrales in Nederland ligt om diverse redenen niet voor de hand.” “Maar gelet op de voorzieningszekerheid op langere termijn kan het kabinet een toename van het gebruik van kernenergie niet uitsluiten". En stelt heel duidelijk dat “het initiatief aan de marktpartijen“ is. Verder zal het nucleaire onderzoek op peil worden gehouden, omdat “het kabinet hecht aan het behoud van de bestaande nucleaire expertise.” Er worden “randvoorwaarden“ aangekondigd zodat “glashelder“ is waar “eventueel“ te bouwen kerncentrales in de toekomst aan moeten voldoen, waarbij de aandacht in het bijzonder uit gaat naar financiële zekerheid van de “afvalproblematiek en de nazorg.” Intussen wil de regering wel de zeggenschap over de bodem naar zich toetrekken. Zo staat het in de Mijnbouwwet. Maar het Noorden eist dat de Kamer dit tegenhoudt. Dit gebeurt in maart 2006.
Nu voor later. Energierapport 2005 [pdf]
EC houdt vast aan tijdschema ondergrondse opslag
Na veel kritiek op de EC richtlijn uit januari 2003 dat elk land in 2008 een locatie moet aanwijzen voor de ondergrondse opslag van kernafval, stelde de EC op 8 september 2004 voor dat elke lidstaat “de mogelijkheid moet bestuderen om de voorkeur te geven aan de oplossing van de diepe ondergrondse opslag.” Elke lidstaat moet - als er nog geen ondergrondse opslag is - in een tijdtabel aangeven wanneer een vergunning voor het onderzoek van de gekozen opslagplaats afgegeven zal worden én wanneer de vergunning voor het begin van de opslag verwacht wordt. In november 2005 laat de Europese Commissie weten aan dit plan vast te houden. Finland wil in de 2e helft van 2006 (wanneer het voorzitter is) dit plan weer oppakken en afronden. Er is echter nog steeds geen gekwalificeerde meerderheid voor een verplichtende richtlijn om deze kwestie te regelen (een aantal lidstaten wil dat niet via een richtlijn). Als het plan toch onveranderd aangenomen wordt, moet dus ook de Nederlandse regering weer gaan studeren op opslag in zoutkoepels en kleilagen. Ook kan er vanuit de EC grote druk komen om nu eindelijk eens over te gaan tot proefboringen in de zoutkoepels en ander onderzoek. Niet voor niets houden de plannen immers “een verplichte verhoging van de onderzoeks- en ontwikkelingsinspanning terzake“ in.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2005
In 2005 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 23 storingen voorgedaan: waarvan 13 in Borssele, 2 bij de Covra, 6 bij NRG, (w.o. HFR) en 2 bij de verrijkingsfabriek Urenco in Almelo. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de nucleaire installaties in 2005 dat de Kernfysische Dienst gepubliceert in augustus 2006.