- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
Arnhem: hinderwetvergunning kernlab
B&W van Arnhem geeft een (op 24 januari 1956 aangevraagde) hinderwet vergunning (art.2) af voor het in bedrijf stellen van een kernreactorlaboratorium met een reactorinstallatie (dat wordt heel kleine subkritische suspensie reactor die geen energie levert –nulenergie-reactor) op het KEMA-terrein. In het kader van de hinderwetprocedure wordt er ook een hoorzitting gehouden, daar komt niemand op af omdat er weinig bekendheid aangegeven is. De voorlopige vergunning houdt in dat de “inrichting moet zijn voltooid en in werking gebracht binnen 2 jaar nadat dit besluit onherroepelijk is geworden“. De gemeente laat pas in 1962 aan de KEMA weten dat ze de installatie als voltooid beschouwen, waarvoor de KEMA zich “zeer erkentelijk” toont. Maar zo simpel zal het niet zijn.
Opening Arnhem's kernlab
Feestelijk opening van een aantal nieuwe laboratoria en van uitbreiding bestaande labs van de KEMA in Arnhem door Prins Bernhard: “Nu staan wij voor het kernreaktorlaboratorium met de daarbij behorende kernreaktorhal, waarin met behulp van het Reactor Centrum Nederland onderzoekingen inzake de ontwikkeling van een eigen Nederlands type kernreactor, de suspensiereactor, zullen worden gedaan”. De uitbreiding “voor vredelievend atoom-onderzoek” heeft ongeveer 7,5 miljoen gulden gekost.
Bouwbegin reactor Delft
Begin van de bouw van de Hoger Onderwijsreactor (HOR) en de laboratoria van het IRI (Interuniversitair Reactor Instituut) in Delft. Het is de bedoeling de 2MW reactor te gebruiken die in 1957 op Schiphol in de tentoonstelling ‘Het Atoom’ functioneerde, maar die blijkt helemaal niet geschikt. De bouwkosten worden begroot op f 8,9 miljoen en het moet in 1961 klaar zijn.
LFR voor het eerst kritisch
De Lage Flux Reactor (LFR) wordt op het terrein van het RCN voor het eerst kritisch. Nadat op 24 september 1959 was besloten een kleine reactor te kopen, als aanvulling op de HFR, eind 1959 besloten was dat het een Engels Argonaut-type zou worden, was op 4 maart 1960 het contract voor de bouw van de JASON reactor ondertekend. De reactor wordt eigenlijk gekocht om het moreel van het RCN-personeel op te vijzelen, door problemen met de bouw van de HFR. De reactor (maximaal 10KW) wordt heel goedkoop aangeboden (’n half miljoen gulden), omdat het reactortype (Argonaut, genaamd JASON) niet goed verkoopt. In iets wat eigenlijk niet meer dan een schuurtje is wordt de LFR snel in bedrijf gesteld, want “er waren wel projecten te bedenken die beter met zo’n eenvoudige reactor konden worden gedaan dan met de HFR” en ook was de reactor bedoeld als onderwijsreactor, ‘fool and professor proof’ en zou goed van pas komen bij opleiding van HFR-personeel. Dit is in feite Neerlands’ eerste reactor. De LFR komt in augustus 1962 in z’n definitieve behuizing in het Fermi-gebouw. De reactor gebruikt splijtstof met 90% U-235.
Hoogverrijkt uranium voor KEMA
KEMA koopt 3 kilo 90% verrijkt uranium van het Amerikaanse bedrijf Mallinckrodt. Dit hoogverrijkt uranium is voor de subkritische nulenergie-reactor (een uitgebreide lab-opstelling) de vanaf 1957 functioneert. In eerste instantie gebruikt men hiervoor een suspensie van natuurlijk uranium en natuurlijk thorium, maar vanaf 1959 is men overgestapt op 20% verrijkt uranium. Vanaf 1963 gaat men het onderzoek uitvoeren met het hoogverrijkt uranium.
Twijfel over veiligheid KSTR
Er heerst ernstige twijfel bij Neratoom over de veiligheid van de te bouwen suspensiereactor op het KEMA-terrein, maar gezien (mogelijke orders voor) de komende bouw van de 50 MW reactor acht men “tegenwerking van de SEP ongewenst“. In de aandeelhouders vergadering van Neratoom wordt door de afgevaardigde van de Marine gezegd dat de bouw van een dergelijke reactor in zo’n dicht bevolkte omgeving, gezien de ongelukken met een dergelijke reactor in het Amerikaanse Oak Ridge “levensgevaarlijk” is.
ITAL Europees onderzoeksinstituut
Door het ITAL in Wageningen wordt een samenwerkingscontract met Euratom getekend voor de duur van 20 jaar. ITAL wordt een Europees onderzoeksinstituut en 2/3 van de kosten (oa. van de BARN-reactor) worden door Euratom gedragen.
HFR wordt Euratom-reactor
Nederland tekent een overeenkomst met Euratom om de HFR over te dragen aan Euratom als GCO (Gemeenschappelijk Centrum Onderzoek). De reactor zal worden overgedragen zodra het reactorvat (dat afgekeurd is, maar waar de reactor wel mee zal worden opgestart) is vervangen en de goede werking van het nieuwe vat is aangetoond. Op grond van een civielrechtelijke overeenkomst met Euratom blijft RCN belast met de bedrijfsvoering van de reactor.
HFR: kritisch met afgekeurd reactorvat
De Hoge Flux Reactor (HFR) bij het RCN in Petten wordt voor de eerste keer kritisch. De reactor heeft een maximum vermogen van 45 MW en gebruikt splijtstof met een percentage van 90% U-235. Het reactorvat is afgekeurd vanwege de slechte lassen, maar wordt wel gebruikt. Gevolg is dat de reactor niet op vol vermogen komt en het vat open blijft.
Defensie betaald reactoronderzoek
RCN tekent een 4-jarig associatiecontract met Euratom voor de uitvoering van het door RCN ontwikkelde NERO reactor concept. NERO (Nederlands Eerste reactor Ontwerp) is een drukwaterreactor voor scheepsaandrijving. NERO wordt de komende jaren bepalend voor de werkzaamheden van het RCN. Euratom betaald 40%, Defensie de andere 60%. Hiervoor moeten de statuten van RCN wel aangepast worden: het ontwerp wijkt namelijk af van wat voor civiel gebruik wenselijk is en het is onduidelijk of de zinsnede in de statuten “ten behoeve van vredesdoelen” alleen het maken van kernwapens uitsluit of alle werkzaamheden voor defensie-doeleinden.