- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
Brandstof uit BARN vervoert
De brandstof uit de begin 1980 stilgelegde BARN-proefreactor op het terrein van het ITAL in Wageningen wordt afgevoerd. De 3940,52 gram hoogverrijkt uranium (89,5% U-235) wordt vervoerd naar de opwerkingsfabriek in Savannah River in de Verenigde Staten. Tegen dit transport is veel verzet, omdat Savannah River Plant een belangrijke schakel is voor de Amerikaanse kernwapenproductie.
Omdat het precieze moment van het transport niet wordt bekend gemaakt, is er vanaf 20 februari een picketline voor het bedrijf en wordt er 's nachts gepost. Op 3 maart komt de vrachtwagen uit West-Duitsland die de splijtstof zal vervoeren, aan. Er wordt snel alarm doorgebeld en 65 mensen komen daar op af. Er volgt een blokkade voor de poort die door de plaatselijke politie vrij hardhandig wordt ontruimd.
Nu de splijtstof is verwijderd zal er door NUCON een ontmantelingsplan voor de reactor worden gemaakt.
KEMA krijgt vergunning voor ontmanteling
De KEMA krijgt een vergunning voor (o.a.) de ontmanteling van de in 1977 stilgelegde KSTR. Hoewel de KEMA aandrong op een snelle afgifte ("nu werken er nog mensen die weten hoe die in elkaar zit") geven ze nu aan niet snel te beginnen met de afbraak omdat de kosten (geschat op f 10 miljoen) nu niet op te brengen zijn. Het vreemde (hoewel bij de KSTR alles mogelijk blijkt) is dat de splijtstof (en mogelijk onderdelen van de reactor) al december 1979 in het geheim vanaf militaire vliegbasis Deelen naar Oak Ridge in de VS is vervoert.
Deze Kernenergiewet-vergunning is eigenlijk de eerste vergunning die de KEMA krijgt voor “voorhanden hebben van splijtstoffen en radioactieve stoffen”, nadat alle vergunningen in 1978 zijn vernietigd door de Kroon. Feitelijk betekend dat dat de KEMA al zo’n 30 jaar of illegaal kernonderzoek doet, of gedoogd wordt.
Ontmanteling KSTR begint
De ontmanteling van het radioactieve deel van de KSTR begint. Het is de eerste ontmanteling van een reactor van dergelijke omvang in Nederland Bij de suspensie reactor hebben zich de splijtingsproducten in het hele primaire leidingsysteem verspreid, wat het veel ingewikkelder maakt (in een gewone kernreactor blijven die producten in de splijtstof). Een deel van het metaal wordt gesmolten en hergebruikt, een ander deel als radioactief materiaal verpakt en afgevoerd. Men verwacht in 1987 klaar te zijn, maar “haast hebben we niet.“
Nieuw reactorvat HFR
De HFR gaat, met het nieuwe reactorvat, weer in bedrijf, na bijna 1,5 jaar buiten gebruik te zijn geweest. Dit kleiner vat maakt meer experimenten mogelijk en er kan een hoger vermogen worden bereikt. De HFR werd in november ‘83 stilgelegd voor de vervanging van het 21 jaar oude aluminium reactorvat. Het vat was bros geworden door jarenlang door hoge flux neutronen te zijn bestraald en de kans op een lek werd daarmee steeds groter. Het nieuwe vat (eigenlijk al het derde) wordt gebouwd door De Schelde, met GCO als opdrachtgever. De installatie ervan begon in juli 1984.
Radioactiviteit vrijgekomen in HFR
Door een “vermindering van koelwater dat door een zgn. rig stroomt, welke gebruikt wordt voor de produktie van radio isotopen voor medische doeleinden“ (volgens het persbericht) komt er radioactiviteit vrij in de hal van de HFR. Volgens de mededeling is de vrijgekomen hoeveelheid radioactiviteit in de atmosfeer ver beneden de toegestane hoeveelheid gebleven.
De Staat sjoemelt met de Kernenergiewet
Vergunningen voor het gebruik van stralings- of onderzoeksapparatuur zijn gewoon op een nieuwe naam gezet met alleen een publicatie in de Staatscourant achteraf. Zo blijkt de onderzoeksreactor van het Inter Universitair Reactorinstituut opeens op naam van de Technische Universiteit Delft te staan. Volgens de Kernenergiewet moet de nieuwe eigenaar een (nieuwe) vergunning aanvragen, die openbaar is en waartegen bezwaar gemaakt kan worden. In totaal lijkt het al ruim 20 keer voorgekomen te zijn dat dat niet gebeurt, meest bij ziekenhuizen.
Explosie in HFR
In de nacht van 26 op 27 november vindt er opnieuw en ongeluk plaats in de HFR. Pas veel later wordt bekend dat er zich om 2 minuten over half een een explosie voordoet, gevolgd door een drukgolf die in het hele reactorgebouw te voelen is. Twee capsules TeO2 (telluriuimoxide) exploderen. Er scheurt een buis volledig open. Een rek en twee experimenten worden volledig vernield. Conform de veiligheidsspecificaties schakelt de reactor zich automatisch uit, maar na uitsluitend een summiere visuele inspectie van het reactorvat 11 minuten later al weer opgestart. Het incident wordt ook niet gemeld aan de Kernfysische Dienst uit vrees voor een startverbod, de KFD komt er na verloop van tijd zelf achter. Mede naar aanleiding hiervan komt er later een meldingsplicht voor dergelijke incidenten. Volgens het Noordhollands Dagblad op 1 februari 2002 komt er “weinig radioactiviteit vrij". In 2002 wordt een scheur in het reactorvat in verband gebracht met deze explosie maar blijkt toch een “historische” lasfout te zijn die er vanaf het begin al zit.
Mariniers binnen 7 minuten bij brandstof-kluis
Op verzoek van EZ, gaat het Korps Mariniers de beveiliging van de HFR testen. Enkele tientallen mariniers nemen deel aan de ‘terreuractie’ en zijn binnen 7 minuten bij de kluizen met het hoogverrijkt uranium in het hart van de HFR. Het HEU van de HFR wordt vaker genoemd als belangrijk doelwit van terroristen die op zoek zijn naar splijtstof. De VS pleit al veel langer voor conversie naar laagverrijkt uranium, dat veel minder geschikt is voor kernwapens. Nederland is daar nog steeds niet van plan dat te gaan doen. In eerste instantie spreekt de minister van een ‘routine’ controle, maar een overval van met zware wapens voorziene mariniers (en waarbij zware ruiten met bijlen worden ingeslagen) is nog nooit eerder gebeurd.
Begroting 1991: posten voor kernenergie
Uit de antwoorden op Kamervragen blijkt dat de KEMA jaarlijks ongeveer f 10 miljoen uitgeeft aan kernenergie-onderzoek. Dit betreft eigen onderzoek als wel participatie in –internationaal- experimenteel onderzoek.
Ook blijkt uit de begroting van EZ dat het ministerie vrijwel alle kosten van kernenergie betaald (ongeveer 10% wordt door andere departementen betaald; o.a. universitair onderzoek). In 1991 wordt f 55 miljoen besteed aan: onderzoek radioactieve straling (3 mln.); kernsplijting (23,7 mln.); kernfusie (7,4 mln.) en Aanvullend Programma HFR (18,7 mln.)
Ontmanteling KSTR afgerond
De ontmanteling van de KSTR is afgerond. Veel later dan gepland en ook twee keer zo duur (verwachte kosten 10 miljoen gulden; volgens een rapport uit 2003 betreft het 10 miljoen euro). Dertien jaar is er over gedaan, om de kleine 1MW-testreactor waarmee van 1974 tot 1977 een aantal tests zijn gedaan af te breken. De totale kosten van het KSTR-onderzoek worden op enkele honderden miljoenen guldens geschat, iets wat, zo staat in het KSTR-eindrapport uit 1983, “eigenlijk voor Nederland, laat staan voor de elektriciteitsbedrijven, te groot is geweest.“ Het kernlab, waarin de reactor was gebouwd, staat er nog, maar de KEMA zal langzaam haar zelfstandig nucleair onderzoek afbouwen.