- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
Hoorzitting KSTR
Na enkele malen uitgesteld te zijn vindt de langverwachte hoorzitting over de vergunning van de KSTR plaats. De minister vindt het niet nodig een belangrijk Engelstalige rapport van een internationaal panel over de veiligheid van de KSTR (dat notabene enkele maanden eerder nog volgens de regering “een belangrijke rol zal spelen bij de uiteindelijke beslissing voor het afgeven van de vergunning“ in het Nederlands te vertalen. Hij is van mening dat het rapport sowieso alleen leesbaar is voor mensen die ook in staat zijn om de Engelse tekst te vertalen. De hoorzitting staat vooral in het teken van een week eerder uitgegeven verklaring van Milieudefensie dat de KSTR illegaal gebouwd is: de hinderwetvergunning uit 1957 is immers in 1965 geannuleerd. Milieudefensie dringt er bij de Tweede Kamer op aan de verantwoordelijke ministers beter te controleren.
ATHENE-reactor ontmanteld
Anderhalve kilo hoogverrijkt uranium uit de Athene reactor in Eindhoven wordt vervoerd naar Mol (België). Hiermee is de ontmantelings-fase ook ongeveer afgerond want door het zeer lage vermogen en de korte bedrijfsperiode is er vrijwel geen radioactief besmet materiaal. De betonnen biologische afscherming zal gebruikt worden als opslag voor radioactieve bronnen. Zoals aangekondigd in de Kernenergie Nota van Langman (maart 1972) en na een advies van de Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie uit november 1970 (1,5 jaar na de ingebruikname) om de reactor te sluiten omdat die te weinig bijdraagt aan wetenschappelijk onderzoek om het te rechtvaardigen, is de ATHENE gesloten. Onduidelijkheid bestaat over wanneer precies de laatste keer gebruik is gemaakt van de reactor (sommigen bronnen zeggen al 1971!), maar na mei 1973 was het definitief afgelopen. Er bestaat momenteel geen duidelijke onderwijs- of onderzoeksbehoefte meer aan een reactor van het type van de ATHENE.
KEMA krijgt vergunning opstarten KSTR
Ondanks 1300 bezwaarschriften en ondanks het feit dat in februari 1973 al wel zo ongeveer duidelijk is dat de KSTR illegaal gebouwd is, verlenen de ministers van EZ en Volksgezondheid en Milieuhygiëne de KEMA toch een vergunning voor de KSTR. De vergunning is voor het “uitbreiden van haar voorzieningen met voorzieningen voor het vrijmaken van kernenergie, voor het lozen in lucht of water en voor het voorhanden hebben van natuurlijk of verarmd uranium, natuurlijk thorium, 93% verrijkt uranium en plutonium“. Ook hier wordt meteen beroep aangetekend, vooral door Milieudefensie Arnhem, die de volgende jaren een harde juridische strijd zal leveren. Op 22 mei, drie weken nadat ze de vergunning hebben gekregen en twee weken na een eerste poging die door kortsluiting mislukt, wordt de KSTR voor het eerst echt kritisch. Dat is precies twee jaar na de mededeling in mei 1972 dat de KSTR “komende zomer“ kritisch zou worden. Toen was de reactor al een jaar subkritisch geweest.
Einde van de KSTR
De bedrijfsvergunning voor de KSTR loopt af, alle experimenten zijn al een paar dagen eerder stopgezet. Er is wel een ontwerp voor een grotere suspensie-reactor, maar “gegeven het feit dat de researchinspanningen op het gebied van de kernenergie in de wereld worden verminderd (…) thans uitgesloten internationale medewerking voor de realisering van zulk een project te verkrijgen“. En nationaal (lees: voor einzelgänger KEMA) zijn de kosten niet op te brengen. Dit is het einde van het onderzoek naar de thermische reactor met thorium als kweekstof. In 1980 wordt berekend dat de (ontwikkeling van de) KSTR ruim 300 miljoen gulden heeft gekost, maar daar komen kosten van ontmanteling en opslag radioactief afval nog bij.
VS: Carter's NPA aangenomen; gevolgen voor HFR
In de VS zijn door president Carter een aantal beleidsbeslissingen genomen, die nu resulteren in de ondertekening van de Nuclear Non-Proliferation Act. Dit houdt onder meer in dat in de VS civiele opwerking verboden wordt en in het algemeen het gebruik van stoffen die gebruikt kunnen worden voor kernwapens moeten worden beperkt. Voor de HFR heeft dat tot gevolg dat a- de HEU-splijtstof niet langer naar Mol (België) gestuurd mag worden voor opwerking, maar naar Savannah River in de VS moet, en b- dat de HFR over moet stappen naar laagverrijkt uranium (ipv. 90% - 20 %), wat minder geschikt is voor kernwapens. Landen die HEU krijgen van de VS hebben twee jaar de tijd om te onderhandelen over andere brandstof, maar moeten wel binnen 30 dagen laten weten te willen onderhandelen. Nederland (& Euratom) doet dat niet en in mei komt het bericht dat de VS gestopt is met levering van brandstof (in de pers wordt ook de relatie gelegd met de Molukse gijzelingsacties en slechte beveiliging). Volgens de ECN is “de VS niet het enige land dat HEU kan leveren“ en hebben ze voorlopig nog voldoende splijtstof. Ook de IRI in Delft krijgt geen splijtstof meer. Maar de uitgewerkte brandstof van zowel de IRI als de HFR wordt vanaf nu wel naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is toch verboden in de VS?
Vergunning KSTR nietig verklaard
Na jaren procederen is er een Koninklijk Besluit die de vergunning van 1-5-1974 voor de KSTR nietig verklaard. Al eerder heeft de kerngroep van Milieudefensie in Arnhem gelijk gekregen en de hinderwetvergunning van 1957 nietig verklaard gekregen. Daar de vergunning van 1974 een wijzigingsvergunning is (voor het uitbreiden van activiteiten) van de nietig verklaarde 1957 vergunning is er geen andere mogelijkheid dan de vergunning van 1974 ook nietig te verklaren: men kan nu eenmaal geen vergunning geven voor het wijzigen van een niet-bestaande vergunning. Dit betekent in concreto dat alle genoemde nucleaire activiteiten door de KEMA sinds 1957 ZONDER vergunning gebeuren. Een pyrrus overwinning, want de experimenten rond de KSTR zijn enkele maanden geleden definitief stopgezet. En op 31 augustus besluiten de ministers dat ze niet gebruik zullen maken van hun recht het kernlab te sluiten: er wordt “al 20 jaar nuttig onderzoek verricht“ en oordelen “dat de vrees voor hinder en schade betrekking hadden op de KSTR (…) die in mei 1977 buiten werking is gesteld.“ In juli heeft de KEMA intussen een (nieuwe) vergunning aangevraagd voor verdere nucleaire experimenten.
Wageningen: reactor stilgelegd
In Wageningen promoveert ir. L. Dellaert op onderzoek naar de effecten van straling op erfelijk materiaal van de zandraket (een der kruisbloemigen). Uit het onderzoek blijkt dat door röntgenstraling dezelfde genetische effecten worden veroorzaakt als met neutronen uit de ITAL-reactor. Het bestuur van het ITAL heeft eind 1979 vooral naar aanleiding van het onderzoek, al besloten om de, al langer ter discussie staande, BARN stil te leggen. Dat is in januari dan ook gebeurt.
IRI: vergunning voor verbouw
Nadat op 26 juni bekend is gemaakt dat de IRI op 4 maart 1980 een vergunningsaanvraag heeft gedaan voor het vernieuwen van het regelinstrumentarium en het bouwen van een regelkamer buiten de reactorhal van de HOR, vergeet de gemeente Delft vervolgens te publiceren dat er de mogelijkheid bestaat bezwaar aan te tekenen. De Haagse Stroomgroep gaat in beroep en vindt de f 6 miljoen die met de bouw gemoeid zijn niet in verhouding staan tot de uitgaven “die worden gedaan voor onderzoek naar duurzame en milieuveilige energievormen". De bezwaren worden afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard en de vergunning wordt door de betrokken ministeries afgegeven per 31 december 1980. Er wordt nog wel in beroep gegaan bij de Raad van State, maar aangezien dat geen schorsende werking heeft, kan de IRI beginnen met de (ver-)bouw.
Nederland en het VS-kernwapenprogramma
Minister Van Aardenne (EZ) moet toegeven dat de splijtstof van de Hoger Onderwijs Reactor (HOR) in Delft en die van de HFR in Petten in de VS terecht kan komen in het kernwapenprogramma. De splijtstof wordt namelijk naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is er niet in de VS: dat is sinds een aantal jaren verboden. En de opwerkingsfabriek, Savannah River Plant, is dan ook een militair complex en onderdeel van het Amerikaanse kernwapenprogramma.
In januari publiceerde de ‘Stroomgroep Stop Kernenergie’ Den Haag een onderzoek waaruit bleek dat de brandstof van de HOR en die van de HFR in de VS terecht komt in het kernwapenprogramma. Dat wordt hiermee bevestigd.
Evaluatie HFR in kader energieonderzoek
Al in het wetenschapsbudget 1980 wordt een evaluatie aangekondigd van de HFR “zowel voor het onderzoek in Euratom verband als voor het Nederlandse minimumprogramma“ en die “moet nu tevens gezien worden in het licht van de herprogrammering van het Nederlandse energieonderzoek.“ Nederland wil eigenlijk wel een minder grote bijdrage leveren en even ontstond zelfs de idee dat de HFR wel eens gesloten kan gaan worden. Uit de evaluatie die de ministers van EZ en Wetenschapsbeleid nu publiceren, blijkt dat Nederland maar 33% van de reactorcapaciteit bezet (Duitsland 45 %) en f 17,5 miljoen betaald (aan wat dan het aanvullend Euratom-programma heet) voor energieonderzoek. Maar 79% van het Nederlandse HFR-onderzoek gaat naar kweekreactoronderzoek, 15% naar veiligheidsonderzoek kerncentrales en 6% materiaalonderzoek voor fusiereactoren “De vraag is gerechtvaardigd of een dergelijk aandeel van het energie-onderzoek binnen een budget van f 17,5 mln. bestemd voor ‘energieonderzoek’ niet een heroverweging van dat budget nodig maakt”, schrijven de ministers. Interessant is ook dat ze schrijven dat de productie van medische isotopen het “minst problematische is.“ Het aandeel hiervan in het Nederlandse HFR-gebruik (van 7%) “is meer een gevolg van de aanwezigheid van de reactor dan een reden voor zijn bestaan.“