- Instituten:
- onderzoeksinstituten
Rapportage storingen kerncentrales 1997
In 1997 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 24 storingen voorgedaan: 15 in Borssele, 9 in Dodewaard. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN en Covra (beide 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1997 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1998.
NRG formeel van start
Om de financiële crisis een beetje het hoofd te bieden heeft de ECN afdeling Nucleair een samenwerkingsverband gesloten met de nucleaire afdeling van de KEMA. De grotendeels complementaire nucleaire expertise van KEMA en ECN wordt samengebracht in de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG -op z’n Engels ‘energy’). ECN participeert voor 70% en KEMA voor 30%. Het telt circa 280 medewerkers en heeft vestigingen in Petten en Arnhem. “NRG verwacht zijn positie op de internationale markt te kunnen versterken: een voorwaarde om de kritieke grootte van een aantal nucleaire disciplines – en daarmee de gewenste competentie – voor Nederland te behouden.“ meldt het ECN-jaarverslag over 1998. Na toetsing door de Nederlandse Mededingingsautoriteit en instemming van het Ministerie van EZ vindt de formele oprichting plaats op 1 oktober 1998, direct gevolgd door een strategische oriëntatie op de R&D-koers: “De uitkomst van deze toekomst-verkenning bevestigde dat NRG prioriteit dient te geven aan de ontwikkeling van nieuwe, veilige reactorconcepten, en aan de vermindering en de levensduurverkorting van kernsplijtingsafval.“
NRG gaat het beheer voeren over de HFR de LFR het Hot Cell Lab (HCL), de decontaminatie en waste management faciliteit (DWT) en de productie van medische isotopen.
Rapportage storingen kerncentrales 1998
In 1998 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 19 storingen voorgedaan: 11 in Borssele, 8 in Dodewaard die in maart is stilgelegd. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN, HOR Delft en Urenco (allemaal 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1998 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1999.
De nucleaire activiteiten van de ECN
De ECN houdt weer haar jaarlijkse open-dag. Na jaren van crisis (minder subsidies, inkrimping) klimt het onderzoeksinstituut langzaam uit het financiële dal. Het maakt publiekelijk goede sier met onderzoek naar hernieuwbare energieontwikkeling (wind/zon), maar hoewel steeds op een kleinere schaal, doet het nog steeds onderzoek naar kernenergie. Bij de poort wordt, samen met een antikernergie-ballon, informatie uitgedeeld over de nucleaire projecten van de ECN: de NRG, de HTR, CORA, RAS.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2000
In 2000 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 23 storingen voorgedaan: 12 in Borssele, 4 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 7 storingen geweest bij de ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2000 dat de Kernfysische Dienst publiceert op 12 juni 2001.
Ernst ongeluk HFR pas 8 jaar later bekend
Door een enkele alinea in het in november 2009 uitgegeven boek van oud-ECN-directeur Frans Saris (‘Darwin meets Einstein’) krijgt een melding in het Storingsoverzicht van de Kernfysische Dienst over 2001 een heel andere impact. Saris schrijft:
"The nuclear reactor is a research reactor, not a power reactor; it needs electricity to operate, for instance to pump cooling water. The reactor has a back-up cooling system to prevent meltdown of the core in case of a power failure. But this evening the back-up cooling system failed to come into action and the operators did not know what to do. There is an extra safety system by convection cooling for which the operators had to open a valve, but the control room was dark. When they reached for a torch that should have been there, it had been taken away by a colleague to work under his car. Trying their luck the operators put the valve of the convection cooling in what they thought was the 'open' position. But then the lights came back on and the operators discovered they had actually closed the back-up convection cooling system. Had the power failure lasted longer it would have meant meltdown and a major disaster. When I learned about this some months later - they thought they could keep it secret - I did not think I could take responsibility any longer and I resigned from the ECN."
De onthulling krijgt relatief weinig aandacht en de oud-directeur wordt weggezet als een querulant, die de interne richtingenstrijd binnen ECN ('duurzaam of kernenergie') verloor en daarom wraak zoekt.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2001
In 2001 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 18 storingen voorgedaan: waarvan 9 in Borssele, en 1 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 8 storingen geweest bij de ECN, NRG, HFR, Covra, IRI Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2001 die de Kernfysische Dienst publiceert op 20 december 2002.
Rapportage storingen nucleaire installaties 2002
In 2002 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 19 storingen voorgedaan: 10 in Borssele en 9 storingen geweest bij de Dodewaard, ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2002 dat de Kernfysische Dienst publiceert op 23 september 2003.
KEMA: Kernlab weer ‘groene weide’
De laatste fysieke erfenis van het nucleaire verleden op het terrein van de KEMA in Arnhem is ongedaan gemaakt. De plek waar het kernlab stond is nu weer een ‘groene weide’. Nadat in 1991 de reactorontmanteling is afgerond, werd in september 1996 de Kernenergiewet-vergunning voor KSTR en kernlab ingetrokken. In 2001 is begonnen met de afbraak van het lab. Ook die laatste fase (kosten 3 miljoen euro) is nu afgerond. KEMA neemt nog wel deel in NRG.
Vervolgonderzoek CORA
Van Geel deelt mee dat er een vervolgonderzoek CORA komt over terugneembare berging. Hij zegt dat hoewel Nederland uitgaat van langdurige bovengrondse opslag bij de Covra, de “druk vanuit de Europese Commissie op de lidstaten“ toeneemt om via “Europese regelgeving te komen tot nationale afvalbeheersplannen waarin een concreet tijdspad voor een definitieve oplossing is opgenomen.” Het vervolgonderzoek zal voornamelijk uitgevoerd worden door NRG en bestaan uit “verdieping van uitgevoerde studies (OPLA en CORA) en verificatie van de gebruikte modellen door empirisch onderzoek in een buitenlands ondergronds laboratorium.” Het eerste deel zal duren van 2004 tot 2006 en betaald worden uit het 6de EU Kaderprogramma. Vanaf 2006, zo deelt hij mee, zal het onderzoek “zich concentreren op de experimentele fase in een ondergronds laboratorium.” In totaal zal het onderzoek 8 jaar duren.